Scholingsrecht

Om het medezeggenschapswerk goed te kunnen uitoefenen hebben or-, pvt- en commissieleden recht op een aantal dagen scholing/training per jaar.

Medezeggenschapsorganen en de bestuurder bepalen in onderling overleg het aantal scholingsdagen waarvan gebruik gemaakt kan worden. Dit aantal kan niet lager zijn dan het minimumaantal dagen dat in de wet staat genoemd.

Minimumaantal scholingsdagen

Or-leden hebben recht op ten minste vijf dagen scholing per persoon per jaar. Leden van een vaste of onderdeelcommissie hebben recht op minimaal drie scholingsdagen. Voor or-leden die tevens lid zijn van een commissie betekent dit dat ze ten minste recht hebben op acht scholingsdagen.
Voor pvt-leden is in de WOR geen minimumaantal dagen vastgesteld.

NB. Een ambtelijk secretaris heeft geen wettelijk recht op scholing. Belangrijk is om aparte afspraken te maken met de bestuurder over scholing voor deze functionaris.

Inhoud scholing

De scholing van een beginnend or- of pvt-lid bestaat in de regel uit een cursus waarin de basisbeginselen van het medezeggenschapswerk worden uitgelegd en wat de rechten en plichten zijn. Daarnaast wordt er ook vaak aandacht besteed aan de teamvorming. Ervaren or-, commissie- of pvt-leden volgen vaak verdiepingscursussen over een bepaald onderwerp.

Er zijn tal van trainers/adviseurs, al of niet aangesloten bij een gespecialiseerd opleidingsbureau voor medezeggenschap, die goede trainingen aanbieden.

Afspraken scholing

De scholing vindt plaats in werktijd, de kosten van de scholing komen voor rekening van de bestuurder en tijdens de scholing betaalt de bestuurder je loon gewoon door. Kijk voor meer informatie op de pagina Leren en bijblijven.

Artikel 18 lid 2 WOR

Medezeggenschap: dit is het en zo ga je ermee werken

Medezeggenschap: wat is het, waarom is het belangrijk en hoe kun je het zelf vormgeven? Meer over de verschillende vormen en praktische tips.