De Europese ondernemingsraad
Voor Nederlandse ondernemingen met vestigingen in het buitenland, zoals multinationale ondernemingen, houdt het beleid en de medezeggenschap niet op bij de Nederlandse grens. Zij kunnen bijvoorbeeld een Europese ondernemingsraad instellen om daarmee aan hun verplichting te voldoen om ten minste eenmaal per jaar de werknemers te informeren en te raadplegen over grensoverschrijdende aangelegenheden.
Wanneer moet je een Europese ondernemingsraad instellen?
Een onderneming moet een Europese ondernemingsraad (Eor) instellen als hij aan de volgende voorwaarden voldoet:
- De onderneming moet ten minste gedurende twee jaar gemiddeld ten minste duizend werknemers in de Europese Economische Ruimte (EER) in dienst hebben;
- De onderneming moet ten minste twee vestigingen in twee verschillende landen binnen de EER hebben. In ieder van die vestigingen moeten minimaal honderdvijftig werknemers werkzaam zijn.
Het hoofdbestuur is verantwoordelijk voor het instellen van een Eor.
Samenstelling Eor
De Eor bestaat uit gekozen of aangewezen werknemers van de onderneming uit de betrokken landen. In Nederland is het doorgaans het hoogste medezeggenschapsorgaan (cor, gor of or) dat de bevoegdheid heeft Eor-leden te kiezen. In andere landen kan dat anders geregeld zijn.
Ook is het mogelijk dat er een of twee zetels gereserveerd zijn voor vakbondsfunctionarissen.
Bevoegdheden Eor
De Eor heeft recht op informatie over aangelegenheden die van belang zijn voor de gehele onderneming of voor ten minste twee vestigingen in verschillende EER-landen.
Het informatierecht geldt in ieder geval voor:
- de structuur van de onderneming;
- de economische en financiële situatie;
- verwachte ontwikkeling van activiteiten;
- producten en/of afzet van de onderneming.
Ook heeft de Eor in een aantal gevallen een raadplegingsrecht. In de Eor-overeenkomst regel je over welke aangelegenheden de Eor informatie- en raadplegingsrecht heeft. Hierbij dient de vangnetregeling uit de richtlijn meestal als basis.
Voor de volgende onderwerpen kan zowel het informatie- als raadplegingsrecht gelden:
- verwachte ontwikkeling van werkgelegenheid
- investeringen
- grote veranderingen in de organisatie;
- invoering van nieuwe werkmethoden en/of productieprocessen;
- verplaatsing van productie;
- fusies;
- inkrimping of sluiting van (delen van) ondernemingen/vestigingen;
- collectief ontslag.
Wat kun je doen als het hoofdbestuur weigert een Eor in te stellen?
Iedere belanghebbende kan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam de naleving afdwingen van de bepalingen van de Wet op de Europese ondernemingsraden.