Ontheffing van de plicht een or in te stellen
Alle bedrijven en organisaties met vijftig of meer werknemers zijn verplicht een ondernemingsraad (or) te hebben. Dat is geregeld in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Er kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een goede toepassing van de WOR in de weg staan. In zo’n geval kan de SER tijdelijk ontheffing verlenen van de plicht een or in te stellen.
Redenen voor ontheffing
Een goede reden kan bijvoorbeeld zijn dat de werknemers substantieel mede-eigenaar zijn of dat de Sociocratische Kringorganisatiemethode volledig is geïmplementeerd.
Onvoldoende belangstelling voor een or bij het personeel is géén goede reden voor ontheffing. Ook een andere vorm van overleg met het personeel is onvoldoende reden.
De SER is terughoudend bij het verlenen van een ontheffing. De medezeggenschap moet daadwerkelijk op een andere wijze goed zijn ingericht. Het enkele feit dat u van plan bent de medezeggenschap anders in te richten zal niet op honorering van het ontheffingsverzoek kunnen rekenen.
Een verzoek om ontheffing indienen?
Voordat u een verzoek indient raden wij u aan telefonisch contact op te nemen met het secretariaat van de SER:
telefoonnummer: 070 - 3 499 563
Om ontheffing aan te vragen dient u het formulier in.
Beschrijf in het formulier kort en krachtig de volgende zaken:
- Motivering van de bijzondere omstandigheden;
Beschrijf en motiveer door welke bijzondere omstandigheden de medezeggenschap in de onderneming niet met een or kan plaatsvinden. - Hoe het personeel medezeggenschap heeft in de onderneming;
Beschrijf de alternatieve vorm waarop in de onderneming de medezeggenschap is ingericht.
Stuur met het formulier alle relevante documenten mee die uw verzoek ondersteunen. Dit zijn in ieder geval:
- een uitgebreide beschrijving van de alternatieve wijze waarop de medezeggenschap in uw organisatie is vormgegeven;
- een uitgebreide beschrijving van de bijzondere omstandigheden;
- het enquêteformulier en de uitslag van de enquête onder het personeel. Deze enquête gaat over de volgende twee vragen:
- vinden de medewerkers de huidige manier waarop ze medezeggenschap hebben bij voorgenomen besluiten een goed alternatief voor medezeggenschap via een or?;
- steunen zij uw verzoek om ontheffing?
Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is het van belang dat uw medewerkers het verschil hebben kunnen weten tussen een ondernemingsraad en de door u gekozen alternatieve vorm. U kunt ze hierover vooraf informeren met behulp van onze korte uitleg ‘Wat doet een ondernemingsraad’; - de statuten waarin beschreven is hoe de medezeggenschap in uw organisatie verankerd is.
NB. Het onvolledig aanleveren van de gevraagde gegevens heeft tot gevolg dat de aanvraag vooralsnog niet in behandeling wordt genomen.
Hoe verloopt het proces?
Het secretariaat bevestigt de ontvangst van uw aanvraag en informeert u over de gang van zaken.
Zodra uw dossier compleet wordt bevonden, wordt dit overgedragen aan de Commissie Bevordering Medezeggenschap en neemt de commissie het verzoek in behandeling.
De CBM onderzoekt of de betrokken vakbonden bezwaar hebben tegen ontheffing van uw or-plicht.
De CBM adviseert op basis van haar bevindingen het Dagelijks Bestuur van de SER over het al of niet verlenen van ontheffing.
Het Dagelijks Bestuur van de SER bespreekt dit advies in haar vergadering en beslist. De beslissing wordt u schriftelijk meegedeeld.
De procedure neemt ongeveer drie maanden in beslag.
Duur ontheffing
Een ontheffing wordt maximaal voor vijf jaar toegekend, maar een kortere periode is ook mogelijk. Na die periode moet de situatie opnieuw bekeken worden en kan een nieuw verzoek tot ontheffing worden ingediend. Doet u dit niet, dan is de verplichting tot het instellen van een or weer van kracht.
Artikel 5 WOR: Ontheffing van plicht tot instelling or