13. Wat zijn uitsluitingscriteria en hoe neem je ze op in het IMVO-beleid?
Op grond van bepaalde informatie, richtlijnen of stellingnames kun je in je IMVO-beleid zaken uitsluiten, zoals bepaalde productielanden en regio's, grondstoffen, productieprocessen, ketenpartners of thuiswerkers. Uitsluitingscriteria dienen gelinkt te zijn aan werkelijke of mogelijke risico’s op schendingen van mens, milieu en dier. Bijvoorbeeld: je kunt op basis van VN-sancties bepaalde landen (tijdelijk) uitsluiten. Je kunt processen als het onveilig ‘sandblasten’ van jeans of bepaalde typen plasticol prints uitsluiten. Je kunt ook bepaalde materialen uitsluiten omdat je de impact hiervan op mens, dier en/of milieu onaanvaardbaar of onwenselijk acht, zoals leer van exoten (slangen en krokodillen), niet- gecertificeerd dons, angora, katoen, bont, wol van ‘mulesed’ schapen en pvc.
Dit kun je doen:
- Sluit in het beleid een of meerdere specifieke zaken uit (en dus geen algemene zaken als kinderarbeid).
- Zorg ervoor dat de uitgesloten zaken relevant zijn voor de producten en keten van het bedrijf. Bijvoorbeeld: het uitsluiten van sandblasting is niet relevant wanneer het duidelijk is dat het betreffende bedrijf geen denim verkoopt.
- De uitgesloten zaken zijn niet al in de wet verankerd zoals bijvoorbeeld het geval is voor bepaalde schadelijke chemicaliën conform REACH-wetgeving.
- Beschrijf op basis van welke richtlijnen, negatieve impacts en/of mogelijke risico’s in de keten tot uitsluiting is overgegaan.