Haalbaarheidstoets gevaarlijke stoffen
Op deze pagina vind je informatie over haalbaarheidstoetsen uitgevoerd door de SER Subcommissie Gevaarlijke Stoffen op de Werkplek (SER-GSW) en de sociale partners.
Direct naar:
- Wat is een haalbaarheidstoets?
- Wat zegt de wet?
- Heeft elke haalbaarheidstoets een vaste procedure?
- Wat is de betekenis van streefrisico en verbodsrisico?
- Waar kan ik de uitkomsten van een haalbaarheidstoets naartoe sturen?
- Arbocatalogus
- Relevant nieuws
- Contact
Wat is een haalbaarheidstoets?
De haalbaarheidstoets is onderdeel van het beleid gericht op het bevorderen van gezond en veilig werken. De SER-GSW toetst de haalbaarheid in de praktijk op basis van de door de Gezondheidsraad geadviseerde grenswaarden voor stoffen waarvoor een risicobenadering is gevolgd bij genotoxisch carcinogene stoffen en inhalatieallergenen. Bij deze stoffen blijft altijd risico voor de gezondheid, zelfs als de blootstelling onder de grenswaarde ligt. Bij genotoxische carcinogenen worden maatregelen getoetst op technische haalbaarheid binnen de door de Gezondheidsraad berekende grenzen van streef- en verbodsniveau. Voor inhalatie allergenen wordt ook getoetst op economische en operationele haalbaarheid van de door de Gezondheidsraad berekende referentiewaarde.
Op basis van de resultaten van de haalbaarheidstoets adviseert de SER-GSW de minister van SZW over de in te voeren wettelijke grenswaarde.
Wat zegt de wet?
Werkgevers hebben een ‘zorgplicht’. Dat wil zeggen dat zij in alle gevallen waarin werknemers worden, of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, alle maatregelen moeten nemen die nodig zijn voor een doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemer. Zie: Artikel 4.1b Arbeidsomstandighedenbesluit. Hiertoe moeten werkgevers de blootstelling aan gevaarlijke stoffen toetsen aan de voor de betrokken stof vastgestelde grenswaarde. Zie: Artikel 4.3 Arbeidsomstandighedenbesluit
Heeft elke haalbaarheidstoets een vaste procedure?
Ja, elke haalbaarheidstoets kent dezelfde opzet:
- De Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek (SER-GSW) bepaalt ter vergadering over de start van een haalbaarheidstoets voor een bepaalde stof.
- Aankondiging op de website van de SER en via de social media;
- Identificatie van bedrijven en sectoren waar de betreffende gevaarlijke stof voorkomt. Dit gebeurt via een zogenaamd gebruikersprofiel met de kenmerken van de stof en mogelijke toepassingen ervan;
- Geïdentificeerde bedrijven en sectoren ontvangen een uitnodiging voor deelname aan de haalbaarheidstoets;
- Ook werkgevers-, werknemersbonden en brancheorganisaties ontvangen deze. Zij worden verzocht hun achterbannen te informeren;
- Bedrijven en sectoren kunnen aan de slag;
- Rapportages moeten vόόr het sluiten van de reactietermijn worden opgestuurd naar haalbaarheidstoets@ser.nl
- Na sluiting van de reactietermijn, beoordeelt de SER-GSW wat een haalbare grenswaarde is;
- De SER-GSW adviseert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de in te voeren wettelijke grenswaarde.
Wat is de betekenis van streefrisico en verbodsrisico?
Voor kankerverwekkende en mutagene stoffen wordt een grenswaarde vastgesteld op een zo laag mogelijk risiconiveau – het streefrisiconiveau -, d.w.z. een extra risico op kanker van 1 op 1 miljoen blootgestelde personen.
Binnen het Nederlandse systeem mag de grenswaarde voor kankerverwekkende en mutagene stoffen niet hoger liggen dan een factor 100 boven het streefrisico. Dit is het verbodsrisiconiveau. Voor inhaleerbare allergenen ligt de referentiewaarde op 1 extra geval van sensibilisatie per 100 blootgestelde personen.
Waar kan ik de uitkomsten van een haalbaarheidstoets naartoe sturen?
Heb je alle informatie verzameld en wil je de rapportages opsturen? Dan kan dat naar haalbaarheidstoets@ser.nl, o.v.v. de betreffende stof.
Vragen over de haalbaarheidstoets kun je ook sturen naar haalbaarheidstoets@ser.nl, o.v.v. de betreffende stof.
Arbocatalogus
Wordt er in jouw branche of sector met gevaarlijke stoffen gewerkt en wil je daar aandacht voor vragen? Bespreek het binnen je organisatie en hanteer de RI&E. Maak waar mogelijk ook gebruik van de arbocatalogus van je sector.
Wil je meer weten? Ga dan naar het Dossier Arbocatalogus. Ook voor hulpmiddelen en een handreiking om je eigen arbocatalogus te maken of een bestaande arbocatalogus aan te passen.