Advies Gezondheidsraad voor grenswaarde Koolmonoxide
De commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (GBBS) van de Gezondheidsraad heeft advies uitgebracht voor een grenswaarde van koolmonoxide. Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), heeft de Gezondheidsraad voor deze stof een beroepsmatig blootstellingsniveau (gezondheidskundige advieswaarde) berekend, waarbij geen nadelige gezondheidseffecten te verwachten zijn.
Advies Koolmonoxide
De commissie GBBS concludeert in het advies, dat ook bij lagere concentraties al gezondheidseffecten kunnen optreden. Voor de beroepsmatige blootstelling aan koolmonoxide komt de commissie tot een gezondheidskundige advieswaarde van
7,5 milligram (mg) per kubieke meter (m3) lucht (6,4 ppm (parts per million)), als een gemiddelde concentratie over een achturige werkdag (TGG-8u). Deze advieswaarde is drie keer lager dan de huidige grenswaarde van 23 mg/m3 (20 ppm).
De commissie heeft geen bruikbare wetenschappelijke gegevens gevonden om een advieswaarde voor kortdurende blootstelling vast te stellen. Derhalve kan de commissie geen STEL (Short Term Exposure Limit) of plafondwaarde adviseren.
Wat zegt de Arbowet over werken met gevaarlijke stoffen?
Werkgevers moeten maatregelen nemen om gezondheids- en veiligheidsrisico’s van het werken met gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Als er een wettelijke grenswaarde voor een gevaarlijke stof bestaat, dan moet de werkgever maatregelen nemen om de blootstelling aan de stof onder die grenswaarde te houden.
Bij kankerverwekkende stoffen moet de werkgever stappen zetten om de blootstelling altijd zo laag mogelijk te maken, zelfs als deze al lager is dan de grenswaarde.
Als er geen wettelijke grenswaarde bestaat, moet de werkgever zelf een bedrijfsgrenswaarde vaststellen (private grenswaarde).
Meer weten over arbo en de toepassing van de Arbowet ?
Met berichtgeving over dit advies, informeert de SER het veld, draagt het bij aan meer bewustwording en het aanbrengen van de juiste focus binnen bedrijven. In dat kader worden ook de leden van de SER Subcommissie Grenswaarden Stoffen op de Werkplek, deskundigen van werkgeversorganisaties en vakbonden en brancheorganisaties en arbodiensten separaat schriftelijk geïnformeerd.