Rob Canters, teamleider afdeling Mens & Organisatie: ‘De SER is een mensgerichte werkgever’
Rob Canters is teamleider van de afdeling Mens & Organisatie bij de SER. De SER is volgens hem een mensgerichte werkgever. Zelf ervaart hij dat ook zo. Gelukkig maar, want hij heeft een veeleisende baan en een druk gezinsleven.
‘Ik overleg met allerlei verschillende mensen, en dat zorgt voor afwisseling in mijn werk’
Geen verplicht nummer
‘Zeven jaar geleden ben ik hier begonnen als HR-adviseur. Ik zocht een functie waarin alle facetten van het HR-werk aan bod kwamen. Veel organisaties zien HR als sluitstuk of verplicht nummer. Maar bij de SER beseft men dat HR-instrumenten helpen om de strategische doelen van de organisatie te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan de organisatiestructuur en de kwaliteit van het werk.
Inmiddels ben ik vier jaar teamleider. Zelf ervaar ik ook dat ik werk bij een mensgerichte organisatie. Ik heb vier jonge kinderen en ondanks dat het werk regelmatig hectisch is, is er ruimte om bijvoorbeeld flexibel om te gaan met begin- en eindtijden. Of om even gas terug te nemen als dat nodig is. Met hard werken is niets mis, zolang er ook maar momenten zijn om op te laden.’
‘Als generalist voel ik me thuis in het brede werkveld van HR’
Generalist
‘De SER adviseert regering en parlement over talloze onderwerpen die verbonden zijn met HR: arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, diversiteit en inclusie, duurzame inzetbaarheid… Aan de ene kant is dit geweldig voor mij als HR-professional. Aan de andere kant maakt het mijn werk soms lastig. Want als je vindt dat de werkgevers in het land zaken op een bepaalde manier moeten regelen, dan moet je dat zelf natuurlijk ook doen. Practice what you preach.
Ik ben een generalist en voel me thuis in het brede werkveld van HR. Ik ben veel aan het overleggen, met allerlei verschillende mensen. Omdat iedereen anders is, zorgt dit voor afwisseling in mijn werk. Ook mijn werkzaamheden zijn heel gevarieerd. Het ene moment ben ik aan het overleggen over de nieuwe cao, dan schrijf ik een adviesaanvraag voor de ondernemingsraad en het andere moment praat ik met een medewerker over zijn re-integratie.’