Preventie op de werkvloer: de risico’s van de zon
Schilders, bouwvakkers, wegwerkers, postbodes, professionele sporters: allemaal mensen die buiten werken. Zij krijgen per jaar een ongeveer drie keer hogere uv-dosis dan binnenwerkers. Dat leidt tot een vijf keer grotere kans op huidkanker. Wat kunnen werkgevers en werknemers op de werkvloer doen om de risico’s te beperken?
Tekst: Dorine van Kesteren | Leestijd: 7 minuten
Dit Zicht Op artikel kwam tot stand in samenwerking tussen het SER Arboplatform en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), een onafhankelijk kennisinstituut voor de oncologische en palliatieve zorg. De missie van IKNL is het reduceren van de impact van kanker. Dat gebeurt op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). IKNL richt zich op het verzamelen, ontsluiten en delen van essentiële en betrouwbare data voor beleid, statistiek en onderzoek, gericht op preventie, kwaliteit van zorg, kwaliteit van leven, maatschappelijke participatie en palliatieve zorg.

Bedrijfsarts Jack van der Gragt (Volandis): ‘Houd al bij het plannen van het werk rekening met de zonkracht’
“Het hoort bij de zorgplicht van werkgevers om hun medewerkers te beschermen tegen de zon. Naast menselijke redenen zijn hier ook financiële redenen voor. Iedere verzuimdag kost geld en voorkomen is beter dan genezen. Werkgevers kunnen maatregelen nemen om de risico’s te verkleinen. De eerste stap is om de bron (zoveel mogelijk) weg te nemen. Dat kan door al bij het plannen van het werk rekening te houden met de verwachte zonkracht en vervolgens de werktijden of de volgorde van de werkzaamheden aan te passen. Of schaduw te creëren zoals met tenten of zeilen.
Is dit niet haalbaar? Dan is de volgende stap om de juiste kleding beschikbaar te stellen. Daarover bestaan nog veel misverstanden. Zo beschermt een simpel katoenen t-shirt niet tegen verbranding. Alleen speciale uv-werende kleding en petten of helmen met nekflappen doen dat. Smeren is de laatste stap: smeerpalen neerzetten en smeerprotocollen verspreiden die duidelijk maken hoe vaak en met welke factor mensen moeten smeren. Maar smeren is eigenlijk altijd noodzakelijk.
Heel belangrijk is dat er een onderliggend beleid is. Blootstelling aan de zon moet onderdeel zijn van de risico-inventarisatie en -evaluatie, de basis van het arbobeleid van elk bedrijf. Het uitdragen van de boodschap hoort ook bij dit beleid. Wijs medewerkers er permanent op dat ze zich moeten beschermen, bijvoorbeeld via posters en filmpjes. Of stel een koffer samen met petten en zonnedoeken die gemakkelijk naar iedere nieuwe werkplek kan worden meegenomen. Werknemers roep ik op om de werkgever aan te spreken als de beschermingsmiddelen niet beschikbaar zijn. De ervaring leert dat zij dit gemakkelijker doen als ze wéten dat ze daar recht op hebben. Voldoende kennis is dus essentieel.
Daarom hebben wij voor de bouwsector een toolbox – een verplicht periodiek werkoverleg over veiligheid op de werkplek – ontwikkeld over huidkanker. Daarin wordt informatie gegeven over de gezondheidsrisico’s van werken in de zon en de mogelijke maatregelen. Er is ook een filmpje te zien over een timmerman die zich zorgen maakt over een plekje op z’n huid, met als boodschap: als je er snel bij bent, is de behandeling veel minder belastend. Deze toolbox is ook geschikt te maken voor andere sectoren. Het doel is om het risicobewustzijn te vergroten bij zowel werkgevers als werknemers, praktische tips aan te reiken en aan te zetten tot nadenken.”
(Arbeids)dermatoloog Thomas Rustemeyer (Amsterdam UMC): ‘Goede zonbescherming is tweerichtingsverkeer’
“De zon stelt ons in staat om vitamine D aan te maken en dat is goed voor onze spieren, botten en het afweersysteem. Maar er is ook een groot gevaar: uv-straling geeft DNA-schade in de huid. Soms kan de huid die schade herstellen, maar als de huidcellen in korte tijd te veel schade hebben opgelopen, dan lukt dat niet en kan er huidkanker ontstaan.
Door de klimaatverandering neemt het aantal dagen met een hoge zonkracht toe. Daarnaast is de lucht de afgelopen decennia schoner geworden, waardoor er meer uv-blootstelling is. Dit heeft ertoe geleid dat huidkanker vaker voorkomt in ons land. De afgelopen 25 jaar is het aantal mensen met huidkanker verviervoudigd; de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2023 kregen 77.000 Nederlanders de diagnose.
Het is noodzakelijk dat buitenwerkers zich beschermen. Met kleding die weinig licht doorlaat en met zonnebrandcrème. Deze crèmes, die nog maar sinds de jaren dertig van de vorige eeuw bestaan, leggen een filter op de huid dat voorkomt dat de uv-straling erin doordringt. Goede zonbescherming is tweerichtingsverkeer: werkgevers moeten de beschermingsmiddelen beschikbaar stellen en werknemers moeten ze gebruiken. Overigens is het heel leerzaam om eens met een speciale uv-camera te controleren of medewerkers zich goed hebben ingesmeerd. Dan zie je precies welke plekjes ze zijn vergeten.
Het moet gewóón worden om te smeren. Niet alleen op vakantie of aan het strand, zoals veel Nederlanders gewend zijn, maar altijd als je buiten bent, zeker tussen 12 en 15 uur. Daar zijn we nog niet, maar gedragsverandering kost tijd. Gehoorbescherming, veiligheidsschoenen, autogordels en skihelmen waren ooit ook geen gemeengoed, toch?”
Gedragswetenschapper Francine Schneider (Universiteit Maastricht): ‘Maak verstandig gedrag gemakkelijk’
“Het is belangrijk dat voorlichtingscampagnes zich zoveel mogelijk richten op ‘weren, kleren en smeren’. Ofwel: blijf zoveel mogelijk uit de zon en draag goede kleding en gebruik zonnecrème als dat niet lukt. Veel mensen onderschatten de gezondheidsrisico’s van de zon, dus campagnes moeten die belichten. Maar dan wel in combinatie met een handelingsperspectief, zodat ze weten wat ze kunnen doen om de risico’s te verkleinen.
Niet alleen werknemers kunnen veel doen om zichzelf te beschermen, maar ook werkgevers. Om te beginnen is het mogelijk de fysieke omgeving zodanig in te richten dat het verstandige gedrag het gemakkelijkste is. Dat kan door schaduw te creëren, werktijden aan te passen en beschermende kleding en zonnebrandcrème met hoge uv-factor gratis en ruimhartig ter beschikking te stellen. Ook de sociale omgeving is van belang. Want als niemand beschermende kleding draagt en zich insmeert, dan doe jij dat ook niet. Het is dus verstandig als werkgevers een klimaat creëren waarin dit normaal is. Dat kan door uit te dragen dat ze zonbescherming belangrijk vinden (‘In dit bedrijf dragen we uv-kleding en smeren wij ons in’) en het thema aandacht te geven in overleggen over veilig en gezond werken. En door medewerkers die niet positief zijn over zonnebrandcrème – het is vettig, ‘smeren is voor watjes’ – te wijzen op de voordelen.
Bij de voorlichting over zonbescherming aan buitenwerkers zie ik een rol voor brancheorganisaties. Sectoren verschillen immers van elkaar en de boodschap komt het beste over als die is toegespitst op een specifieke beroepsgroep. Op termijn is het verstandig om na te denken over een andere invulling van buitenwerk. De klimaatverandering maakt dat noodzakelijk. In zuidelijke landen is het gebruikelijk om het werk neer te leggen op het heetst van de dag. Dit vraagt ook om een gedragsverandering. Want consumenten, leveranciers en afnemers moeten eraan wennen dat er niet aaneengesloten en op andere tijden wordt gewerkt.”
Tamara Raaijmakers, Centrum Werk Gezondheid: ‘Blinde vlek bij werkgevers, werknemers én beleidsmakers’
“De Arbowet verplicht werkgevers om te zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Dat de zonbescherming daarbij hoort, is in de praktijk vaak nog een blinde vlek. De inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen – kleren en smeren – is relatief gemakkelijk in te passen in de bestaande bedrijfsvoering. De zon weren daarentegen vraagt een andere houding, een cultuurverandering. Want dan gaat het om zwaardere ingrepen zoals andere werktijden, een aangepaste planning, schaduw creëren met tenten, steigers bedekken met uv-werende doeken Die blinde vlek is er ook bij werknemers. Mensen onderschatten de ernst van huidkanker, denken dat het een kwestie is van even een plekje weghalen. Op het vlak van bewustwording is er dus een wereld te winnen. Menselijke verhalen hebben veel impact. Veel meer dan mijn voorlichting met droge feiten en cijfers. Ik was eens op een bijeenkomst van landmeters over dit onderwerp. Een van die mannen vertelde dat hij zelf huidkanker had gehad, en ik zag hoe hard dat de anderen raakte. Toen kwam er een écht gesprek op gang.
Het is dus heel goed dat het Nationaal Huidfonds werkt met de persoonlijke verhalen van ‘Huidhelden’ en volgend jaar een speciale campagne gaat richten op werkgevers en buitenwerkers. Het helpt ook als bedrijven onderling goede praktijken uitwisselen, als ze van elkaar horen hoe ze het aanpakken. Brancheorganisaties en de SER kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Tegen werknemers zeg ik: bespreek zonbescherming met je leidinggevende en doe dan ook concrete voorstellen. Als dat niets oplevert, kun je het aankaarten bij de ondernemingsraad of de VGWM-commissie die veel grote bedrijven hebben. (In sommige cao’s is het ter beschikking stellen van zonnebescherming overigens al verplicht voor werkgevers.) In het slechtste geval moet je zelf zorgen voor zonbescherming. Zelf smeren, goede kleding dragen en pauzeren in de schaduw.
Tot slot mag er in het beleid ook meer aandacht komen voor de bescherming van buitenwerkers. Zo kent onze wet- en regelgeving geen definitie van een buitenwerker. En in tegenstelling tot in enkele andere Europese landen is huidkanker door buitenwerk bij ons geen erkende beroepsziekte. Dat betekent dat bedrijfsartsen er niet altijd over rapporteren en er niet standaard op letten. Veel gevallen blijven daardoor onder de radar. De zon wordt niet gezien als ‘gevaarlijke stof’, waarvoor er regels moeten zijn. Onverstandig, omdat de uitval door huidkanker toeneemt – en daaraan zijn hoge maatschappelijke kosten verbonden.”
Cases over werken in de hitte en felle zon
Bedrijven kunnen veel doen om goed voorbereid te zijn op warme omstandigheden. Hoe zorgen zij dat hun medewerkers dan toch onder goede arbeidsomstandigheden kunnen doorwerken? Hoe komt hun beleid op dit punt tot stand en wat is de praktische uitwerking?
De SER verzamelt door heel Nederland hiervan inspirerende voorbeelden. Het SER Arboplatform publiceert de voorbeelden zodat bedrijven van elkaars ervaringen kunnen leren.