“Aan de slag voor de zorg” wil ruimte voor de zorgprofessional
Hoe kan de zorg een aantrekkelijke werkgever worden én blijven? Minister van Ark vroeg het de SER na publicatie in 2020 van het advies “De toekomst van de zorg”. Op de dag van de Verpleging, 12 mei, antwoordt de SER in het advies “Aan de slag voor de zorg”. Om mensen die in de zorg (willen) werken, te motiveren en vast te houden, zijn belangrijk: zicht op een mooie loopbaan, ruimte voor opleiding en ontwikkeling, zeggenschap over het eigen werk en de werk-privébalans, én een goed salaris.
Actie op drie niveaus
De SER heeft een agenda van vijf punten opgesteld. Daarbij geeft de SER op elk punt aanbevelingen op drie niveaus: overheid en zorgverzekeraars, sector en branches, en zorgmedewerkers en hun zorgorganisaties.
De belangrijkste aanbevelingen uit het advies zijn:
Vergroot de professionele ruimte van en voor zorgmedewerkers. Bouw aan vertrouwen, verminder de regeldruk, heroverweeg interne regels van rapportage. Vergroot de autonomie van de zorgmedewerker.
Verbeter de mogelijkheden voor scholing, ontwikkeling en loopbaanperspectief en maak hiervoor geoormerkt geld vrij.
Behoud medewerkers door betere stageplekken te bieden, organiseer regionale samenwerking tussen branches en sectoren zodat de werk-privébalans op orde komt, en maak hiervoor financiering mogelijk.
Vergroot de waardering en betrokkenheid door structureel extra geld vrij te maken om de beloningen te verbeteren, in het bijzonder daar waar sprake is van een achterstand ten opzichte van de markt, zodat een niveau dat vergelijkbaar is met de marktsector kan worden gerealiseerd. Organiseer dat de zorgdiscipline in de besturen van zorgorganisaties is vertegenwoordigd.
Betrek zorgmedewerkers bij technologische en sociale innovaties, zodat de technologie is aangesloten op de werksituatie.
Kabinetsreactie op het advies “aan de slag voor de zorg”
Minister De Jonge van VWS heeft gereageerd op het advies Aan de slag voor de zorg. Een actieagenda voor de zorgarbeidsmarkt.
De minister gaat in op de vijf agendapunten uit het advies, en staat langer stil bij het punt financiële waardering. De minister meldt dat het aan het volgende kabinet is om te reageren op de aanbevelingen. De reactie is samen met een aantal andere documenten aangeboden.