Een belastingstelsel met draagvlak vraagt om dialoog met de samenleving
Speech Kim Putters in het WFR-fiscaal café
20 maart 2025
Het gesproken woord geldt.
Geachte aanwezigen, beste Leo,
Hartelijk dank voor de uitnodiging, wat een eer om hier in het WFR-fiscaal café - en Leo, ik vermoed ook jouw stamcafé - te mogen spreken.
Leo heeft me gevraagd om vandaag een korte inleiding te houden. Dat doe ik bijzonder graag. Toen ik zelf kroonlid werd bij de SER, was jij de nestor onder ons als kroonleden. Helaas was die periode veel te kort, want in elk overleg waarin jij geestdriftig het woord voerde - meestal gepaard met je kenmerkende weidse armgebaren - voelde je bij de aanwezigen het genot om naar jouw bevlogen betogen te mogen luisteren en hierover de discussie aan te gaan. Je toonde zelf altijd veel belangstelling voor de toenemende maatschappelijke scheidslijnen tussen groepen mensen, ook in relatie tot het vertrouwen dat mensen hebben in instituties, zoals beleid en ook belastingheffing. Daarbij bestaat veel samenhang tussen opleiding en inkomen met het institutioneel vertrouwen. Te lang is deze samenhang onvoldoende serieus genomen, terwijl dit inzicht cruciaal is voor een goed en gedragen werkend belastingsysteem. Beleid moet aansluiten bij de leefwereld en het perspectief van burgers.
Zoals we Leo kennen heeft hij voor vandaag natuurlijk ook weer een prikkelend thema gekozen met de vraag: Nemen fiscalisten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voldoende serieus? En ja, denkt u misschien, er klinkt wel een ondertoontje door in deze vraag. Wordt dit niet een makkelijk inkoppertje voor gemakzuchtige critici van buiten? Omdat ik zelf geen fiscalist ben, maar een bestuurskundige en universiteitshoogleraar brede welvaart met een interdisciplinaire opdracht, is deze vraag voor mij niet zo simpel te beantwoorden. Ik reflecteer daarom vanuit mijn eigen vakgebied en ervaringen in verschillende rollen zoals bij het SCP, in de Eerste Kamer, en nu bij de SER op het belang van belastingheffing in onze snel veranderende economie en samenleving. Voor het behoud van legitimiteit en effectiviteit is het cruciaal de maatschappelijke dynamiek steeds goed te doorgronden.
Graag wil ik het daarom eerst met u hebben over het maatschappelijk belang van belastingen. Belastingen worden als regel vaak ervaren als een last. Maar belasting betalen kan ook worden gezien als een teken van beschaving. Belastingen vormen, als het goed is, een afspiegeling van onze collectieve verantwoordelijkheden. In ontwikkelde landen wordt in het algemeen meer belasting geheven dan in landen waar grote armoede heerst en waar essentiële voorzieningen ontbreken. Door belastingen kunnen we samen zaken mogelijk maken die individuen zelf niet kunnen realiseren, of het nu gaat om goed onderwijs, infrastructuur of veiligheid. Het gaat er dus niet om zoveel mogelijk of zo weinig mogelijk belasting te heffen, maar om zoveel belasting te heffen als wij samen nodig vinden om onze maatschappelijke doelen te realiseren en dit vervolgens doelmatig uit te geven. Het gaat daarbij om rechtvaardigheid, zodat mensen en bedrijven een fair share bijdragen en mensen krijgen waar ze recht op hebben.
Misschien moet het woord belasting ook worden gewijzigd in maatschappelijke bijdrage, want dat is het. In een rechtvaardig belastingstelsel past geen belastingontduiking en staan vormen van belastingontwijking hiermee op gespannen voet. Het stelsel vraagt om een brede belastingbasis waarin het draagkrachtbeginsel leidend is en sommigen niet de dans ontspringen ten koste van vele anderen. Maar als de sterkste schouders niet langer de zwaarste lasten dragen wordt het vertrouwen in het stelsel ondergraven. Het moet weer gaan kloppen in Nederland. Belastingbeleid dringt door tot in de haarvaten van de samenleving op het terrein van sociale zekerheid, economie en duurzaamheid.
Zoals ons kroonlid Steven van Eijck ons weleens voorhoudt: “vertel mij over uw belastingstelsel en ik zeg u wat voor land u bent”. De belastingwetgeving dient de spiegel van de samenleving te zijn. Wetten zijn er voor de mensen, niet omgekeerd. Dit vraagt om bij de samenleving passende, sterk vereenvoudigde, ethisch uitlegbare en uitvoerbare fiscale wet- en regelgeving, waarbij de menselijke maat centraal staat. Dit kan het vertrouwen in de belastingwetgeving en Belastingdienst herstellen. Er rust dan ook een zware maatschappelijke verantwoordelijkheid voor fiscalisten in het bijdragen aan een deugdelijk, uitlegbaar en rechtvaardig belastingstelsel, in verbinding met de samenleving.
In de SER bouwen we aan brede welvaart. De doelstelling van de SER is: het bevorderen van brede welvaart waar samenleving, economie en milieu in balans zijn, hier en nu, later en elders. De SER streeft naar een land waarin niemand achterblijft, waarin de economie duurzaam kan groeien en waarin we proberen de schade in onze leefomgeving te herstellen en verdere schade te voorkomen. Want onze leefstijl en economie hebben impact op toekomstige generaties en op mensen elders in de wereld. Dat doen we door in samenhang te werken aan het bevorderen van ondernemerschap en waardig werk; en het bevorderen van duurzame groei en een inclusieve samenleving met een evenwichtige inkomensverdeling.
Belastingen hebben hierop grote invloed. Want het streven naar brede welvaart met een rechtvaardige verdeling vraagt om ‘just transition’, om rechtvaardige omgang met grote veranderingen in de samenleving zoals rond digitalisering, vergrijzing en klimaatverandering. Op welke wijze kunnen fiscalisten in de komende jaren bijdragen aan die rechtvaardige transitie? Daar gaan veel verschillende vragen achter schuil, die ook in uw gemeenschap vast meer of minder aan de orde komen. Hierbij valt te denken aan:
Wat kunnen we doen om bestaanszekerheid ook echt te garanderen? Is er voldoende aandacht voor toeslagen en uitkeringen en de samenhang met het bredere inkomensbeleid op de fiscale opleidingen? Hoe voorkomen we dat mensen verdwalen in het huidige regeldoolhof? Is er voldoende fiscale hulp beschikbaar voor mensen met een kleine portemonnee en kunnen mensen die hulp makkelijk vinden? Hoe kan de menselijke maat een grotere rol spelen in de wetsuitvoering met voldoende beslisruimte voor de professional? Zijn de Belastingdienst en Dienst Toeslagen voldoende toegankelijk voor mensen met minder basisvaardigheden, waaronder digitale vaardigheden? Is er voldoende transparantie in de toepassing van algoritmen? Doen we genoeg om ervoor te zorgen dat mensen krijgen waar ze recht op hebben?
Het CPB heeft deze maand nog gewezen op het feit dat vele honderdduizenden mensen geen gebruikmaken van toeslagen waar ze wel recht op hebben. De armoede in personen daalt gelukkig de laatste jaren, maar de armoede-intensiteit – het bedrag dat mensen tekortkomen onder de armoedegrens - neemt juist toe. Daar moeten we wat mee. Veel mensen hebben geen idee wat ze overhouden van een extra euro werken en zijn bang om heffingskortingen en toeslagen te verliezen. Ook daar moeten we wat mee. Na alle aanpassingen sinds de laatste grote belastingherziening is de complexiteit door het aantal instrumenten toegenomen en zijn de lasten op arbeid gestegen. Ooit leerde ik van mijn fractievoorzitter in de Eerste Kamer - Han Noten - dat complexe wetten mensen klein maken. En houden. En dat is wat we zien, ook vanuit de SER. Ook ondernemers zien soms door de bomen het bos niet meer, zeker de kleine ondernemers. En innovatie loont niet vanuit een korte termijn perspectief, daar is lange adem voor nodig, maar daar zijn de systemen niet voldoende op ingericht. En, voor mensen rond een minimum, maar ook voor veel twee verdieners met een middeninkomen, loont het onvoldoende om meer uren te gaan werken, omdat ze er dan fiscaal of vanwege toeslagen nauwelijks op vooruitgaan. We maken ons hier in de SER erg druk om. Ik vraag mij dus af: als we werken en ondernemen belangrijk vinden, waarom belasten we het dan zo zwaar? Waarom maakt de regeldruk het zo complex?
We zullen dus de technisch instrumentele kennis moeten samenbrengen met sociologische en bestuurskundige kennis en ook veel ervaringskennis. Want belastingen raken ons allemaal en vraagt bij uitstek om een maatschappelijke dialoog. Het gaat jaarlijks om 400 miljard euro aan belastinginkomsten. En als je dit torenhoge bedrag hoort, vraag je je af: waarom is er eigenlijk geen minister van fiscale zaken?
Mensen vragen soms of de SER ook wel adviseert over belastingonderwerpen. Die vraag snap ik goed omdat het alweer even geleden is dat de SER over het belastingstelsel een advies heeft uitgebracht. Niet overal is bekend dat het SER-advies ‘Naar een robuust belastingstelsel’ uit 1998 aan de basis stond van de laatste grote belastingherziening in 2001. Sindsdien is er eigenlijk geen grote belastingherziening meer geweest. En is er ook geen advies aan de SER gevraagd. Of deze beide zaken met elkaar te maken hebben, laat ik in het midden. Maar voor belangrijke sociaaleconomische beslissingen in een land zijn meestal wel coalities nodig met maatschappelijke organisaties. De politiek is versnipperd en kan het niet alleen, ook al omdat de daadwerkelijke invoering voor een komend kabinet wordt voorzien. Het gaat om het meenemen van de samenleving, zoals werknemers, werkgevers, zzp’ers en in het algemeen belastingbetalers en toeslaggerechtigden. Dit maakt het van belang om naast politiek draagvlak ook nadrukkelijk te kijken naar het maatschappelijke draagvlak.
We willen als SER dit jaar de uitdaging aangaan om eraan bij te dragen om de belastingen en toeslagen te vereenvoudigen en werk meer lonend te laten zijn. Dat zou miljoenen mensen en de samenleving vooruit helpen. Daarom hebben we een adviescommissie ingesteld onder leiding van Steven van Eijck. We zijn als SER sterk in het organiseren van draagvlak en maatschappelijke dialoog. Of het nu gaat om arbeidsmarkt, pensioen of scholing, de IMVO-convenanten waarvan er in hoog tempo meer komen, of het Klimaatakkoord als opvolger van het Energieakkoord. En we hebben met de kroonleden veel kennis en expertise in huis. Leo, in jouw jaren als kroonlid en als emeritus hoogleraar ben je voortdurend blijven hameren op noodzakelijke hervormingen in het belastingstelsel en heb je je altijd een groot voorstander getoond van een breed maatschappelijk draagvlak.
De SER wordt soms een praathuis genoemd, oftewel het Huis van de Dialoog. En er wórdt ook veel overlegd. Tussen werkgevers en werknemers, met kroonleden, zzp’ers, jongeren, met externe experts, met de overheid, met allerlei maatschappelijke organisaties. De SER haalt al die mensen bij elkaar, biedt een platform. We vragen mensen een bijdrage te leveren. Om te investeren in langetermijnrelaties, om tegenstellingen te overbruggen. Ons motto is denkwerk voor draagvlak door dialoog. Verbindend onderhandelen noemen we dat. En met resultaat: er worden unanieme adviezen gegeven, akkoorden en convenanten gesloten. Er is draagvlak voor regels en besluiten. We zijn samen verantwoordelijk. Het is eigenlijk net als met belastingen: we betalen er samen voor, en iedereen heeft er voordeel van.
Maar dat vergt veel van iedereen, het is geven en nemen, elkaar vertrouwen, commitment. Je moet erop kunnen vertrouwen samen op te lopen, zeker in tijden van transitie zoals ik die zojuist benoemde. In onze overlegeconomie is dat de basis om tot rechtvaardig beleid te komen. In deze tijd merk ik dat het daarbij niet eenvoudig is om draagvlak voor de collectieve systemen te behouden die eronder liggen. Zoals het pensioenstelsel, de zorg en ook de belastingen waarin we risico’s samen delen. De samenleving is sterk geïndividualiseerd en jaren van neoliberaal beleid met focus op de burger als klant, een efficiënte organisatie en transparantie over ieders eigen verantwoordelijkheid en bijdrage heeft het collectieve, dat wat we samen delen, soms naar de achtergrond gedrukt. De allocatie mechanismen om tot rechtvaardige verdeling te komen zoals tussen jong en oud, ziek en gezond, regionaal etc zit niet in het denkpatroon. Niet meer. De naoorlogse systemen moeten opnieuw op hun collectiviteit worden doordracht en gecommuniceerd. Dat is cruciaal om er draagvlak voor te behouden. Dat is mijn hoofdboodschap hier vandaag: de maatschappelijke dialoog, het werken aan draagvlak, is cruciaal voor de rechtvaardige brede welvaart samenleving en economie van de toekomst. Dat raakt ook het belastingstelsel. Dat gesprek wil de SER aangaan, ook met u. Laten we de krachten bundelen, er staat veel op het spel. Belastingen zorgen ervoor dat we een toekomst delen. Maar dat gaat niet vanzelf.
Soms vraag ik me af, een SER-belastingverkenning opstellen zonder Leo Stevens, kan dat eigenlijk wel? En sorry Leo, maar ja, dat kan. De vraag is: moet je het willen? Dan is het antwoord nee. Dit zeg ik mede namens Steven van Eijck. Jij bent en blijft welkom om mee te denken, en dit geldt zeker ook voor alle maatschappelijk betrokken fiscalisten, fiscaal-economen en studenten belastingrecht in deze zaal en daarbuiten, in dialoog met groepen burgers, belastingplichtigen, werkenden, mkb’ers, huurders, kinderopvangtoeslagouders en andere toeslaggerechtigden.