Capitalism Reconnected, een reflectie door Kim Putters
Een reflectie door Kim Putters bij het in ontvangst nemen van het boek Capitalism Reconnected. Toward a Sustainable, Inclusive and Innovative Market Economy in Europe van Jan Peter Balkenende en Govert Buijs.
31 januari 2024
Het gesproken woord geldt.
Jan Peter en Govert, dank jullie wel voor de gelegenheid om te reflecteren op jullie boek Capitalism Reconnected. Toward a Sustainable, Inclusive and Innovative Market Economy in Europe. Het is een inspirerend en stevig boek dat ons perspectief biedt bij de grote transities die met AI, klimaatverandering en de groeiende sociale ongelijkheid gepaard gaan. Het sluit ook aan bij de tijdgeest. In een turbulente periode, met de Tweede Kamerverkiezingen achter de rug en de formatiefase die nu speelt in ons land, met de aanstaande Europese verkiezingen, en ook nationale verkiezingen in grote en kleinere Europese landen, tegen de achtergrond van grote zorgen over klimaatproblemen, sociale ongelijkheid, geopolitieke spanningen, vergrijzing en migratie en verlies van biodiversiteit. Dat zet onze brede welvaart zeker op lange termijn onder druk.
De ontevredenheid onder de bevolking is groot en het vertrouwen in het politieke systeem en in veel instituties ontbreekt. Het vertrouwen dat overheid en bedrijfsleven in staat zijn om helder, haalbaar en breed gedragen beleid te voeren, is tegenwoordig laag. Dat is wel waar we bij de SER elke dag aan werken. Daarom ben ik extra blij dat ik na Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement, jullie boek in ontvangst mag nemen.
Jullie boek leest als een pleidooi om perspectief te bieden aan mensen die niet de vruchten plukken van onze economie. Dit sluit nauw aan op de toekomstvisie Perspectief op brede welvaart in 2040. Bouwen aan de economie van de toekomst die we als SER onlangs hebben uitgebracht. In jullie boek noemen jullie vijf manieren waarop kapitalisme ‘reconnected’ – opnieuw verbonden - moet worden met de samenleving en met de wereld om ons heen. Wij herkennen deze verbroken verbindingen en steunen het pleidooi om te komen tot een hernieuwde sociale markteconomie.
Van de welvaart vandaag naar de brede welvaart in de toekomst
Als eerste zijn er volgens jullie nieuwe verbindingen nodig tussen generaties. Er is, door de generaties die aan de macht zijn en waren, te lang te weinig gewicht gegeven aan solidariteit met nieuwe generaties, aan het verdelen van lusten en lasten, aan het tijdig maken van keuzes in het licht van de brede welvaart van de generatie na ons. Het ontbrak kortom aan goed voorouderschap, iets wat de SER ook benadrukt. Jullie noemen dat gebroken partnerschap, tussen zij die nu leven, die geleefd hebben en zij die nog geboren moeten worden. Een herstel van die verbindingen is essentieel; maar daarvoor moeten we onze horizon verleggen, van de welvaart vandaag naar de brede welvaart in de toekomst. Dit sluit aan bij de boodschap van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen. De SER heeft vorig jaar de brede welvaart nu en voor latere generaties als doelstelling geformuleerd.
De tweede manier waarop er nieuwe verbindingen nodig zijn, is tussen de verschillende sociale groepen in Europese samenlevingen, die verschillende en ongelijke kansen krijgen. Zoals velen van jullie weten is dit een onderwerp wat mij, als oud-scp directeur maar ook als SER-voorzitter, erg aan het hart gaat. Er dreigt een scheiding tussen winners en losers, die, gestimuleerd door het meritocratische ideaal dat succes vooral een eigen verdienste is, steeds verder van elkaar vandaan drijven. Er is sprake van fear of falling, ook bij middengroepen die bijvoorbeeld onzekere contracten of discriminatie op de arbeidsmarkt ervaren: opwaartse mobiliteit is steeds moeilijker te bereiken en er ontstaat angst voor terugval, angst dat de kinderen het niet beter of zelfs slechter krijgen dan jijzelf. Die angst wakkert polarisatie aan. Veel werknemers en ondernemers ervaren minder grip op hun toekomst en leefomgeving. Onzeker werk en flexibele arbeidscontracten spelen een belangrijke rol. Veel sectoren kampen met (structurele) tekorten aan financiering en personeel. Transities vragen veel va het aanpassingsvermogen. Dit vraagt om de implementatie van het samenhangende arbeidsmarktpakket.
Meer verbinding tussen mens en natuur nodig
Een derde nieuwe verbinding die nodig is, is die tussen mens en natuur. De grenzen aan wat de aarde kan dragen zijn al lange tijd in zicht. In de jaren 70 benoemde de Club van Rome al dat ons economisch systeem meer van de aarde vraagt dan wat deze aankan. Meer verbinding tussen mens en natuur is nodig en vooral ook een andere manier waarop we omgaan met grondstoffen, energie en materialen. Zodat we weer zicht krijgen op een gezond klimaat, een veilige en schone leefomgeving en herstel van biodiversiteit. Inzet op samenhang in de grondstoffentransitie, de energietransitie en de voedseltransitie zijn daar wat de SER betreft belangrijke middelen voor. In lijn met onze inzet bij het Energie- en later Klimaatakkoord.
De vierde manier van verbinding is geopolitiek van aard. Er zijn nieuwe verbindingen nodig tussen Europese landen, zowel binnen de Europese Unie (EU) als daarbuiten. Na de Brexit is het zwaartepunt in Europa echt verschoven naar de as Berlijn-Parijs. Maar een as is eendimensionaal en doet geen recht aan het belang van Zuid-Europa en de opkomst van de Oost-Europese landen. Een as ook die met nationaal beleid, zoals het industriebeleid, nogal eens een loopje neemt met het grote belang van een gelijk Europees speelveld. Het is hoog tijd om de as uit te breiden. Nederland dient hierin een sterkere en proactieve rol te vervullen. Hiermee wordt de as minimaal een driehoek: Den Haag-Berlijn-Parijs. En krijgt zo een extra dimensie. Den Haag kan deze rol verder versterken door samen met Brussel constructief de verbreding te zoeken met andere lidstaten. Soms in een coalition of the willing. We moeten meedoen met een race to the top om te komen tot een hoogwaardig en gelijk speelveld voor bedrijven in Europa. Als kleine open economie is dit in ons belang.
Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen
Veel van onze productiecapaciteit is in de afgelopen eeuw verplaatst naar landen met lagere lonen, ook wel offshoring genoemd, vaak buiten Europa. Nu moeten we, juist ten behoeve van de strategische kracht en autonomie van Europa, opnieuw bezien hoe we strategische grondstoffen zelf kunnen produceren. Voor de geopolitieke verhoudingen met de VS, China, India, Rusland en Afrika is dat cruciaal. Niet alleen voor veiligheid, maar ook voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen: voor een nieuw economisch model dat gebaseerd is op waarden als menselijke waardigheid, inclusiviteit, regeneratie en duurzaamheid, en co-creatie of (mede)zeggenschap. Noem het de derde weg tussen plat kapitalisme en autoritaire regimes, met eerlijke spelregels rond verduurzaming, mensenrechten, bestaanszekerheid en goed werk, en toegang tot grondstoffen en schone technologie. Dat is ook waar IMVO om draait, net als afspraken in ILO- en WTO-verband. Op de WTO-top in Abu Dhabi eind februari gaat het daarover. De EU kan hier leiderschap tonen, regulatory power inzetten. Dat is van belang voor onze en de Europese strategische autonomie en veiligheid, voor de brede welvaart hier en elders in de wereld.
De vijfde en laatste verbinding die nodig is, is die met de Global South in het algemeen en met Afrika in het bijzonder. We hebben te lang the Global South gebruikt om een wereldeconomie die vooral op the Global North is georiënteerd te onderhouden. Het is belangrijk om ook hier maatschappelijk verantwoord te ondernemen en niet alleen te focussen op onze eigen brede welvaart. Het gaat ook om de brede welvaart aldaar, de brede welvaart elders, als onderdeel van de SDG’s. Deze manieren om verbindingen te herstellen kan ik prima onderschrijven. Maar hier is toch ook een kanttekening op zijn plaats. Met oog op de aanstaande Europese verkiezingen is dan wel heel snel meer leiderschap nodig. Geopolitiek kunnen we niet langer naïef zijn. Europa moet vanuit eigen veiligheid en de brede welvaart van alle Europeanen dringend meer strategische kracht, macht en autonomie realiseren. Hiervoor moeten we binnen Europa kritieke technologische sectoren hebben verankerd: AI, quantum, satellieten, batterijen enzovoorts. In de SER beleidsagenda Europese Unie 2024-2029 die we in september hebben uitgebracht zit een stevig pleidooi voor investeringen in de economische en sociale agenda, maar nadrukkelijk ook de geopolitieke.
Economie van de toekomst
Jullie 5 pillars of renewal herkennen wij als handvatten om de economie van de toekomst mee vorm te geven. De pillars zijn ideals, inspiration, ideas, indicators en institutions.
De idealen gaan over de doelen van de nieuwe economie. Wat de SER betreft is dit de sociale markteconomie gebaseerd op brede welvaart, gericht op een evenwichtige benadering van de sociale, economische en ecologische dimensie. Versterking van het verdienvermogen, met de mens en natuur als uitgangspunt. Daar zijn idealen rond duurzaamheid en inclusie voor nodig.
De inspiratie benoemen de auteurs als het opnieuw waarderen van het Europese verhaal. In onze toekomstvisie hebben we een wenkend perspectief geformuleerd, om het verhaal van Nederland in Europa en de wereld te formuleren. Dat gaat over een arbeidsmarkt die iedereen kansen biedt, werk- en inkomenszekerheid bevordert en veilig werk centraal stelt en waarin een sterke innovatieagenda helpt om de circulaire, klimaat adaptieve economie te realiseren.
De ideeën in het boek gaan over economie als science of cooperation. Dit vraagt om het actief organiseren van een sociale dialoog met alle stakeholders die nodig is om de transitiepaden richting de toekomst te schetsen met draagvlak en een hoopvolle samenwerking. Het SER-advies over verduurzaming van de maakindustrie en de Verkenning naar een landbouwakkoord zijn hier concrete voorbeelden van, met realistische wijzen om samen op te lopen met overheid, bedrijven en burgers. Hiervoor is nodig helderheid over meerjarige investeringen, minder regeldruk, snellere procedures rond vergunningen, serieuze en een toegankelijke LLO-infrastructuur en publieke en private investeringen in innovaties die de afgesproken percentages halen.
De indicatoren betreffen een nieuwe manier van verantwoorden: meten is weten. Dit past bij het brede welvaartsperspectief. De nieuwe economie vraagt om nieuwe, relevante instrumenten. De EU dwingt dit – regulatory power - bovendien af, zoals via CSRD en CSDD richtlijnen. Het Klimaatakkoord van Parijs, de basis voor de Green Deal, is daarbij leidend.
Nieuwe vormen van participatie en representatie
De instituties raken de spelregels: wie beslist mee? Wie zit er aan tafel? De overheid kan het niet alleen, het bedrijfsleven kan het niet alleen en individuele burgers kunnen het ook niet alleen. Brede welvaart realiseer je alleen als de bredere samenleving erbij betrokken wordt. Dit vraagt om nieuwe vormen van participatie en representatie die het zelforganiserend vermogen van de samenleving verstevigen. Vandaar dat nu ook zzp’ers meepraten in de SER. Dat hoort bij het nieuwe sociaal contract, rechten en plichten, en een rechtvaardige transitie.
Ik beschouw jullie boek als krachtig pleidooi voor de vernieuwing van ons sociaal contract, waar ik me ook zelf en met bijvoorbeeld Feike Sybesma herhaaldelijk over uitsprak: een Rijnlands model 2.0
Dat daar ook in de EU kansen liggen bewees het bezoek van het Dagelijks Bestuur van de SER aan Brussel afgelopen november. Dat wij met werkgevers en werknemers tegelijkertijd door een deur wandelen richting Europese Commissie, Europees Parlement en de Europese vakbonden en Business Europe werd als uniek gezien, ook voor een effectievere sociale dialoog. De tegenstelling tussen markt en overheid die jullie benoemen zorgt ervoor dat de positie van het maatschappelijk middenveld en haar potentiële kracht teveel wordt miskend. Ik ben positief. Nederland is in staat om gidsland te zijn voor Rijnlands model 2.0. Het nieuwe sociaal contract in een sociale markteconomie.
Samen oplopen
Jan Peter, een term die je tot vervelens toe blijft achtervolgen is je eerdere oproep uit 2006 om weer te komen tot een VOC-mentaliteit. Maar als ik het goed lees, pleiten jullie in dit boek voor een nieuwe, heel andere, VOC-mentaliteit. Een VOC die staat voor: Verantwoord Ondernemen en Consumeren. En die hard nodig is voor een circulaire economie. Overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties spelen een cruciale rol om de normen van verantwoord ondernemen en ook verantwoord consumeren goed over te brengen, als norm te stellen en zelf een voorbeeldrol te vervullen.
Het zal niemand verbazen dat ik er daarbij voor pleit om in deze gepolariseerde tijd van grote veranderingen samen op te lopen. De slagkracht in de politiek is vaak beperkt. Wij moeten het samen doen, ondernemers, werkgevers, werknemers, kroonleden, de polder moet bewegen! Om te voorkomen dat we eindigen in een vechteconomie: schaarste in tijd, geld, personeel, milieu en ruimte worden zonder aandacht voor publieke wensen op de markt uitgevochten, waar het recht van de sterkste geldt. Hier moeten wij allemaal iets voor doen. Zorgen voor commitment tussen polder en politiek over meer werk- en inkomenszekerheid, minder noodzaak tot toeslagen, werk dat loont, meer ruimte voor verdienvermogen en een sterkere publieke LLO infrastructuur. En dus maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren.
Dat pakket ligt deels al op tafel, maar jullie boek geeft ons meer richting mee. Daar wil ik me voor blijven inzetten. Gericht op de stabiliteit die het Akkoord van Wassenaar destijds ook had, maar dan nu met brede welvaart als basis. De SER heeft hiervoor een duit in het zakje gedaan de afgelopen weken. Maar het vraagt ook commitment en visie van de politiek, het bedrijfsleven tot en met inzet van jouw club van oud regeringsleiders, Jan Peter, en graag gezamenlijk richting de EU! Think the unthinkable!
Waar doen we dit voor? Voor de jongere generatie en generaties na ons. Goed voorouderschap. We hebben een stip aan de horizon nodig en jullie hebben die gezet. Nu leiderschap tonen. Ik roep iedereen op tot moreel en `hands on’ leiderschap, van vakbondszaaltje tot board room, van Trêveszaal tot Abu Dhabi. Met `Balkenende & Buijs onder de arm en de polderdialoog in de hand’.