Presentatie SER-advies: "Werken aan veranderkracht" aan Tweede Kamer

Op de dag dat de rechter constateert dat het kabinet méér moet doen tegen stikstof, gaf SER-voorzitter Kim Putters een toelichting op het SER-advies ‘Werken aan veranderkracht’ aan de Tweede Kamercommissie voor LVVN. Het advies bevat aanbevelingen op weg naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt voor agrarische beroepen en bodem, water- en natuurbeheer.

Aanbieding advies "Werken aan veranderkracht" in de Tweede Kamer © Dirk Holl

Namens de SER-adviescommissie namen ook Katrien Termeer (kroonlid), Diana Eleveld (werkgevers) en Niels Rook (werknemers) deel aan de briefing.

Vrijwel alle 620 duizend ‘groenblauwe’ banen zijn aan het veranderen onder invloed van extremer weer, maar ook oplopende schaarste aan personeel, ruimte en water. De SER ziet vanuit de praktijk veel innovatie en beweging ontstaan, maar echte systeemveranderingen blijven nog uit. Er is te weinig schaal en snelheid én bedrijven en werkenden ervaren te weinig ondersteuning en perspectief. Wat zij nodig hebben is duidelijkheid en realistische transitiepaden die worden vertaald naar stabiel beleid.

Kim Putters roept het kabinet op om de mens centraal te zetten in transitiebeleid. “Er moet meer aandacht zijn voor wat bedrijven en werkenden echt nodig hebben om veranderingen mee vorm te geven”, stelt Putters. “De grootste veranderingen komen van onderop. Ze beginnen bij burgers, werkenden, ondernemers, boeren en maatschappelijke organisaties”

Actiever sturen op de ontwikkeling van arbeidsbesparende innovatie en het ontwikkelen van toepasbare kennis dicht op de praktijk is daarbij van groot belang. Maar het gaat daarnaast ook om het creëren van investeringsruimte en het verlenen van benodigde vergunningen. “Wil Nederland haar toppositie behouden in duurzame landbouw en waterbeheer dan zullen we moeten blijven investeren in innovatie, onderzoek, kennis én onderwijs”, aldus Katrien Termeer. Wisselwerking moet worden gestimuleerd op het vlak van groen (voedsel en natuur), blauw (bodem en water) en aanpalende sectoren (ict, techniek, bouw en infra) om ons verandervermogen voor transities goed te kunnen organiseren en slimmer en flexibeler te kunnen samenwerken.