Mobiele telefonie-pionier Ineke Botter: ‘We waren cowboys’

Slechts bij een select groepje mensen doet de naam Ineke Botter een belletje rinkelen – en dat is eigenlijk heel gek. Dat iedereen in zo’n beetje elke uithoek van de wereld gebruik kan maken van een mobiele telefoon is onder anderen te danken aan Botter en haar mensen. Vanaf de vroege jaren ’90 opereerde ze, als enige vrouw op managementniveau, binnen een pionierende industrie onder de moeilijkst denkbare omstandigheden.

De wereldwijde omwenteling die mobiele telefonie teweeg heeft gebracht, heeft tot nu toe verrassend weinig aandacht gekregen. “De untold history van de mobiele telefonie moest echt eens opgeschreven worden.”

Het idee voor een boek vormde zich voor het eerst in 2004 tijdens een lunch bij vrienden in Libanon, buiten in de zon, terwijl overal bloemen bloeiden die een zoete geur verspreidden. “Destijds kwam ik net uit Kosovo, waar sprake was van ernstige spanningen en etnisch geweld. Mijn verhalen waren een en al doom & gloom, dat stond nogal in contrast met de sfeer bij die lunch”, zegt Ineke Botter droog. In 2006 zouden in Libanon de bommen neerdalen, maar die middag was alles rustig en vertelde ze over haar belevenissen in de mobiele telecommunicatie. “Maar mevrouw, hier moet u een boek over schrijven!”, riep een man uit haar gezelschap uit. Botter moest er hartelijk om lachen. “Ik werkte 80 uur in de week, de enige ontspanning die ik had was dagelijks zwemmen om fit te blijven. Tijd nemen voor een lunch was al heel ongewoon. Dus een boek schrijven, nou… dat zag ik niet gebeuren.”

Dat op 31 januari 2023 de wereldwijde lancering is van Botters boek Your phone, my life. Or, how did that phone land in your hand? mag om meer redenen dan alleen beperkte tijd een wonder heten. “Ik schreef al wel jarenlang korte verhalen om familie en vrienden te vertellen wat ik allemaal meemaakte”, vertelt Botter. In 2019, toen ze de mobiele telecommunicatie al had verlaten om andere innovatieve initiatieven te ondersteunen, nam het schrijven serieuze vormen aan. “Helaas werd er ingebroken in mijn studio in Uganda. Zo’n beetje al mijn bezittingen werden gestolen, ook mijn laptop. Een groot deel van mijn verhaal stond in de cloud, maar niet alles, dus dat werkte demotiverend.”

Kort daarop ontwrichtte COVID de wereld. Botter, op doorreis van Uganda naar Frankrijk (“dan vlieg ik via Amsterdam”) strandde in onze hoofdstad. “Ik verbleef in mijn appartement in Amsterdam en kon geen kant op. Laat ik maar weer beginnen met schrijven, dacht ik. Ik heb een dik jaar aan het boek gewerkt, er ging een hoop research in zitten. Het is niet alleen uit mijn geheugen voortgesproten, ik voerde veel gesprekken met oud-collega’s en andere stakeholders. Het boek is het resultaat van de input van vele mensen die een rol in de geschiedenis van de mobiele telefonie hebben gespeeld. Na de eerste lockdown pakte ik het vliegtuig naar Frankrijk, waar mijn schriftjes met bulletpoints lagen, en kwam het in een stroomversnelling.”

Een steile leercurve in Londen

Botter vertelt het verhaal over de totstandkoming van haar memoires vanuit Frankrijk. Daar woont ze een aantal maanden per jaar, maar meestal vertoeft ze in Uganda waar ze actief is met haar bedrijfje Botter Ltd. Ze richt zich tegenwoordig op strategisch advies en organiseert momenteel webinars over leidinggeven in uitdagende situaties. Daarnaast heeft ze zitting in boards van innovatieve Afrikaanse bedrijven. Zo ook bij Beyond Energy, dat in Bboxx heeft geïnvesteerd (een van de grootste spelers in solar home systems ter wereld) en een Afrikaanse partij met unicorn-potentie actief in digital factoring. Ten tijde van het interview met SER Topvrouwen is ze vooral druk met de laatste loodjes rond het boek. Na de lancering staat ze weer open voor nieuwe boardposities in opkomende markten, voornamelijk in Afrika: “Dit continent loopt met allerlei digitale en mobiele diensten en applicaties mijlenver voor op Europa.”

Botter – zeer nuchter, zelfverzekerd en goedlachs – wilde als kind architect worden. In wat ruimere zin van het woord, ís ze dat ook geworden. Over de hele wereld heeft ze bedrijven opgebouwd, vanaf een blanco A4 en met de mobiele licentie als uitgangspunt. Botters fascinerende verhaal begint in Londen, waar ze als executive assistant twee jaar de board of directors van Commercial Union zou ondersteunen. Dat bedrijf, nu Aviva, was toen de eigenaar van Delta Lloyd. Bij die verzekeraar werkte Botter tot haar vertrek naar Londen op de afdeling investments, terwijl ze een tweede rechtenstudie afrondde. In Londen doorliep ze een steile leercurve: “In deze stad word je in het diepe gegooid. Het is werken en verder geen gedonder. Je draait er heel wat meer uren dan in Nederland. Dat veroorzaakte best even een cultuurshock, maar de ervaring en de kans me te ontwikkelen waren dat zo waard. Toen ik terugkwam in Nederland, wilde Delta Lloyd me mijn oude baan geven. Ik zei: dát gaan we dus niet doen.”

Wc-rolletjes jatten op de luchthaven

Botter kwam bij KPN terecht, waar ze iemand nodig hadden met een zakelijke achtergrond voor internationale projecten. Ze ging zich bezighouden met satellietcommunicatie. “Met de business-kant, want van satellietcommunicatie wist ik niet veel, dat was een wereld in ontwikkeling. Ik heb bijvoorbeeld INTRAX BV mede opgezet. Daar heeft nog nooit iemand van gehoord, het was een klein CNN’etje. Toen de muur viel, reden er mensen met een truck vol telecom- en videoapparatuur naartoe om te filmen. De beelden verkochten ze voor veel geld, er gingen miljoenen in om. Dat bouwden we steeds verder uit. In de zomer van 1991 zei een collega: “Ineke, we gaan mobiel doen in Oekraïne.”’ In Oekraïne was destijds in het geheel nog geen mobiele telefonie mogelijk, maar mobiele telefonie stelde ook in eigen land nog niet veel voor. De smartphone zoals we die nu kennen, was nog lang niet in zicht. Mobiel bellen was voorbehouden aan een paar zakenmensen, beroepschauffeurs, schippers en wellicht criminelen, en volgens mobiel.nl was het toen gangbare model 340 gram zwaar en met antenne erbij 30,5 centimeter groot.

‘Mobiel doen’ in Oekraïne, dat toen Botter arriveerde nog deel was van de USSR, betekende het verkrijgen van een mobiele licentie voor een consortium van KPN, Deutsche Telekom en Telecom Denmark, een team van in totaal 9 mensen. Botter was tot dan toe de enige buitenlandse zakenvrouw die voet zette in communistisch Oekraïne. “Voor zover ik weet wel, ja. Het was heel spannend. Vanuit Londen, waar het inkomen per persoon meer dan 50.000 pond jaar was en ik een luxueus leven leefde, kwam ik terecht in een communistisch land in grote armoede. In 1992 was er zelfs sprake van een hongersnood. Er waren ook geen pennen, wc-papier, handdoeken of noem maar op.

Toen ik een keer wc-papier vergeten was na een weekend in Nederland, heb ik stiekem wat rollen wc-papier uit het toiletgebouw van de Weense luchthaven in mijn tas gestopt. Een bank die zakendeed met het buitenland was er ook niet. Faxen of bellen naar het buitenland? Onmogelijk.” Met de haar kenmerkende nuchterheid: “Natuurlijk kun je ook onder die omstandigheden succesvol zakendoen. Zolang je maar volhardend en creatief bent. We waren net cowboys. Zijn vanaf 0 begonnen, er was nog geen mobiele infrastructuur. Nu ik de nodige afstand heb, zie ik des te meer hoe dapper de toenmalige Oekraïense minister van telecommunicatie Delikatny is geweest. Stel je voor: onder het communisme praatte niemand echt met elkaar, dat was te eng. Zijn ambitie was dat iedereen op elk moment met elkaar kon praten. Die mindset was echt opmerkelijk.” Uit lange onderhandelingen sproot voort wat vandaag de dag Vodafone Oekraïne heet.”

Een strategische functie in oorlogstijd

Vele andere vergelijkbare ‘klussen’ in verre buitenlanden volgden: tot 1997 werd er overal in de wereld tenminste 1 netwerk gebouwd, daarna werd het een kwestie van verder uitrollen van meer netwerken, implementeren van nieuwe generaties en reorganiseren, zoals ze later deed in onder andere Tsjechië, en later in Kosovo, Libanon, Azerbeidzjan en Haïti. Botter was eerst Chief Technical Officer en werd CEO. Samen met haar teams kreeg ze lof in de vorm van vele awards (best international manager, best branding, best technology programs) en maakte in die jaren veel mee. Een situatie die ze nooit zal vergeten, is die in Libanon. In 2006, toen ze CEO van Alfa was, brak er oorlog uit tussen Libanon en Israël.

“Oorlog staat gelijk aan levensgevaar. En dat geldt eens te meer als je een strategische functie hebt in de telecommunicatie. Mobiele telecommunicatie is de basis in elk land, zonder stort alles in. Dus de CEO is simpelweg een target. In veel landen liep ik risico op kidnapping en was mijn bewegingsvrijheid ondanks bodyguards zeer beperkt. In Libanon was er risico op aanslagen.” Botter was in haar ‘Libanese jaren’ bepaald geen groentje meer – zoals gezegd had ze ook in Kosovo te maken met een explosieve situatie – en niet bang aangelegd bovendien. “Alles komt neer op goede disaster planning. Ons disasterplan was oorspronkelijk geënt op de bird flu die destijds heerste in de regio, een corona-achtig scenario dus.” Alleen kwam er geen virus, maar iets heel anders uit de lucht vallen: bommen.

“Ik voelde aankomen dat het mis zou gaan. Ik zou een lang weekend in Londen doorbrengen, maar zegde dat om die reden af. ’s Nachts werd ik wakker van bommen die vlakbij vielen, ik woonde niet ver van het presidentiële paleis. Op tv zie je weleens een bombardement, maar de werkelijkheid is onvergelijkbaar, een heel intense ervaring. De welgestelde inwoners van mijn wijk trokken direct na het bombardement voor hun veiligheid naar buitenhuisjes in de bergen.
Het werk bleef wel 24/7 doorgaan. Ik leidde samen met de CTO het bedrijf, verder was er niemand van het managementteam meer over. Helaas moesten we uiteindelijk zelf weg van de aandeelhouder, omdat het gevaar te groot werd. Ik wilde niet weg, als de kapitein het schip verlaat, wat blijft er dan over? Ik was verantwoordelijk voor honderden Libanese gezinnen.”

Leidinggeven tijdens een oorlog: polderen is er niet bij

“Hoe je in zo’n crisis reageert, weet je niet van tevoren”, benadrukt Botter. “Het voelt vooral eenzaam. Een CEO heeft geen gelijke, hoewel de leden van mijn mt geweldig waren. Op dat moment komt het aan op leiderschap. Als jij huilt, huilt het bedrijf, als jij lacht idem. In de landen waar ik heb gewerkt en werk, is geen sprake van poldermentaliteit: het komt aan op jouw beslissingen. Jij bent de baas. Dat is niet onderhandelbaar, want dan ben je verloren. Hoe je dat doet? Mijn adagium is keep it super simple. Je hebt vooral zelf iets aan je vermogen ingewikkelde problemen te analyseren. Naar de rest van de wereld houd je het transparant en eenvoudig. Wees duidelijk over wat je verwacht en ga daar niet over uitweiden. Dat is leiderschap.”
Het is haar belangrijkste advies voor leiders in lastige situaties, samen met de tip ‘cultuursensitief’ te zijn – of je nu net als zij in het buitenland werkt of te maken hebt met een zeer divers team, arrogantie brengt je nooit verder. “Respecteer iedereen en alles en doe moeite ieders referentiekader te doorgronden. In het westen gaan wij altijd uit van ‘ik.’ Maar wij westerlingen zijn met minder dan een miljard mensen. De rest van de wereld start vanuit ‘wij.’ Als je weet dat mensen in een bepaald netwerk functioneren en dat de peer pressure enorm is, dan snap je reacties beter. En steek je beslissingen soms anders in.”

Botters avonturen in Libanon kregen onlangs nog een staartje, waarover ze liever niet te veel weggeeft. “Dit is zeer sensitief.” In 2005 kwam de Libanese oud-premier Rafik Hariri om het leven bij een bomaanslag. “Daar kwam een rechtszaak van, en in dit soort zaken wordt veel bewijslast aangeleverd door mobiele bedrijven – elke hedendaagse rechtszaak is gebaseerd op mobile telecom input.” De Verenigde Naties startten een onderzoek naar de aanslag, en Botter werkte mee. “Dat was ik vanuit mijn functie verplicht, maar ik ben ik trots op dat ik alles zelf gemanaged heb en niets heb overgelaten aan jonge medewerkers, dat zou te gevaarlijk zijn.” In juni 2022 veroordeelde het Special Tribunal for Lebanon in Leidschendam, op basis van onder meer deze informatie, twee leden van Hezbollah tot een levenslange gevangenisstraf voor de dodelijke bomaanslag.

Wat niemand weet

‘Altijd de enige vrouw zijn’ is een rode draad in Botters onconventionele carrière. Niet dat ze daar zelf ook maar enige aandacht aan besteedde, en ook haar memoires hebben niet die insteek. Het gaat Botter om het belichten van de untold history van de mobiele telefonie. De blinde vlek rondom die moderne geschiedenis roept verbazing op. “Niemand heeft in de gaten wat het betekent als jij je mobiele telefoon pakt. Niemand heeft in de gaten dat de telecom industrie jaarlijks 1,4 triljoen dollar investeert, zodat jij elk moment je mobieltje kunt raadplegen. Niemand weet dat we in Oekraïne met 9 mensen een mobiele infrastructuur hebben opgebouwd die nu miljarden waard is. Niemand is zich bewust van de politieke problemen onderweg. Haast niemand weet hoe belangrijk mobiele data zijn bij rechtszaken. Of dat de industrie met iets minder dan 1.000 mobiele netwerken wereldwijd goed is voor 30 miljoen directe en 300 miljoen indirecte banen. En dat vrijwel iedere volwassene op deze wereld een mobiel heeft.” We hebben, kortom, niet echt benul van het verhaal achter de mobiele telefoon in onze hand waarmee we vergroeid zijn. De enorme impact van de industrie kennen we ook niet. Zolang industrieleiders de tijd niet hebben deze belangrijke verhalen op de te schrijven, zoals Botter nu gedaan heeft, blijft dit deel van onze moderne geschiedenis onderbelicht.

In haar boek zal de lezer weinig informatie vinden over de ‘vrouwenzaak’ – maar SER Topvrouwen is natuurlijk wel nieuwsgierig naar hoe het voor Botter was ‘de enige’ te zijn. Ze fronst ervan: vragen die ze over de industrie beantwoordt, gaan eigenlijk altijd over technologie en emerging markets. “Als het gaat om heel specifieke leiderschapservaring die weinig te vinden is in de wereld, valt dat gedoe over gender allemaal weg. Er is werkelijk niemand die ooit moeilijk heeft gedaan over het feit dat ik vrouw ben, behalve Nederlandse headhunters. Dat is alweer een tijd geleden, maar ik vond het destijds best schokkend.” Succesvol opereren in een all male-team is ook een kwestie van zelf niet te moeilijk doen. “Ik heb het altijd prima kunnen vinden met alle mannen om mij heen.”

“Als ik hoor hoe moeizaam vrouwen in Nederland de top bereiken, denk ik: wat een gedoe zeg. Enerzijds zouden vrouwen nooit hun performance mentaal afhankelijk moeten laten maken van de mensen om hen heen. Vraag niet, maar doe en laat zien dat je het goed kunt. Straal uit dat je er bent en dat dat niet zal veranderen en wees zoals bamboe: diep geworteld in jezelf. Alles komt neer op zelfvertrouwen en flexibiliteit.” Anderzijds realiseert Botter zich ook dat Nederlandse topvrouwen afhankelijk zijn van de ruimte die hun omgeving hen geeft te groeien. “Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke premier gehad. Uitzonderlijk voor de westerse wereld. Echte verandering komt pas als jij er klaar voor bent, samen met de rest van het land.”

Bij ‘klaar zijn’ hoort ook de bereidheid offers te brengen in de vorm van keihard en toegewijd werken. Zelf bestrijdt ze dat ze offers gebracht heeft, maar ze realiseert zich dat anderen het wel zo zullen voelen. “Dit leven paste me als een handschoen, dus dat ik weinig anders deed dan werken was prima.” Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het – zelfs nog los van bombardementen, risico op kidnapping en allerlei praktische hoofdbrekens – altijd makkelijk geweest is. “Behalve gelukkig voelde ik me natuurlijk ook wel eens heel ongelukkig. Mijn vader overleed heel plotseling. Toen ik arriveerde, kon ik alleen nog zijn uitvaart regelen. Mijn moeder was twee jaar daarvoor al overleden. Toen zij in haar laatste levensfase zat had ik gelukkig de leukste baas ter wereld: Bessel Kok (van 1995 tot 2004 bestuurder van Cesky Telecom), die onlangs zelf een biografie uitbracht. Hij vond het prima dat ik zo lang bleef als nodig was. Zelf ben ik ook zo’n baas die mensen de mogelijkheid geeft naar familie te gaan als dat nodig is, maar het komt niet veel voor. Dit is een harde wereld.”

De digital gap bestrijden

Die harde wereld mag dus wel eens in de spotlights. Niet alléén om de untold history te belichten, maar óók omdat er nog het nodige is om voor te vechten. Een betere dekkingsgraad, bijvoorbeeld. “De wereld kent een digital gap, waardoor mensen in rurale gebieden waar geen dekking is benadeeld worden. In arme gebieden waar de dekking er wél is, bekent hun mobiel alles voor mensen. Ze hebben geen bankrekening, geen computer, geen dokter – maar wél een mobiele telefoon en daar doen ze alles mee, van het gebruik van een mobile wallet tot mobile education. Zonder goede dekking kun je dus niets. Gelukkig doet de brancheorganisatie van mobiele networkoperators GSMA hier zijn best voor en komen er steeds meer opties, zoals goedkopere satellietverbindingen.

Daarnaast staat de mobiele telefoon ook voor emancipatie. Als er in een huishouden van 1 of 2 dollar per dag geleefd wordt, dan is het de man die een mobiel heeft. En dat zet vrouwen verder op achterstand. Je kunt het belang van mobiele telefonie simpelweg niet overschatten.” Gelukkig willen ook mannen in de mobiele industrie dit soort ‘hobbels’ aanpakken, maar het zou hoe dan ook goed zijn als er vrouwen voor deze posities worden aangetrokken. Helaas blijven vrouwen een ‘zeldzame soort’, merkte Botter toen zij voor haar boek alle huidige bazen van de mobiele bedrijven waar ze werkte wilde aanschrijven: “Alleen in Oekraïne zit er een, alle andere bedrijven waar ik werkte worden door mannen geleid. In de rest van de wereld heb ik slechts een handjevol vrouwelijke bazen in de mobiele industrie kunnen ontdekken, met name in Oost-Europa, het Midden-Oosten, Azië en Zuid-Amerika. En dat zie ik niet heel snel veranderen.”

Tekst: Nicole Gommers


Deze vrouw wordt door Ineke Botter bewonderd

Ineke Botter heeft in haar carrière zelden met vrouwen gewerkt. Des te meer bewondering heeft ze voor een vrouw die in Afrika zorgt voor meer genderdiversiteit bij grote bedrijven: Marcia Ashong. “Marcia is Nigeriaanse en zette in 2016 – tegelijk met het ontstaan van SER Topvrouwen – The Boardroom Africa op, dat zich hard maakt voor plaatsing van hooggekwalificeerde topvrouwen binnen boards of directors. Inmiddels heeft ze meer dan 70 vrouwen in boards weten te plaatsen. Meer dan 180 vrouwen – samen verantwoordelijk voor meer dan 500.000 medewerkers – volgden via The Boardroom Africa een board effectiveness-training. Het is ongelofelijk wat zij voor elkaar krijgt op het gebied van diversiteit en inclusie.”


 

 

Ineke Botter © Martin Jjumba