Topambtenaar en Commissaris Yardena Shitrit: “Jonge aspirant-toezichthouders in huis halen, dat is next level-inclusie”
Yardena Shitrit ziet, naast haar reguliere werk bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, het commissariaat als de ideale manier om bij te dragen aan de maatschappij en roept bedrijven en organisaties op om jonge aspirant-toezichthouders een kans te geven ervaring op te doen met het mooie toezichtvak. Dat heeft vele voordelen voor beide partijen. “Jongeren aanhaken bij toezicht is de next level als het gaat om inclusie.”
Shitrit (58), geboren en getogen in Israël en met Marokkaanse ouders, doorliep in de 33 jaar dat ze in Nederland woont een steile leercurve. “Ik kwam hier als jonge vrouw die niet veel begreep van de conventies en hield in eerste instantie vast aan mijn eigen koers. Ik heb echt moeten leren dat het nodig is je deels te conformeren om effectief te zijn. Ik was niet echt makkelijk om mee te werken en toch kreeg ik alle kansen om te groeien – mijn eerste bazen waren echt helden.”
Als commissaris was Shitrit actief in verschillende sectoren zoals de uitzendbranche, zorg, cultuur, onderwijs en de energiesector. Momenteel is zij voorzitter van de raad van toezicht van regionaal opleidingscentrum mboRijnland en lid van de raad van toezicht van de Koninklijke Stichting Defensiemusea. “Ik ervaar het als een voorrecht reguliere functies te combineren met commissariaten, vanuit mijn overtuiging om organisaties te helpen een goede governance te ontwikkelen en de uitvoer daarvan te bewaken.” Haar adagium daarbij kan zij niet vaak genoeg herhalen: “Laat de bestuurder besturen en de toezichthouder toezichthouden. Het klinkt bijna Cruijffiaans eenvoudig, maar in de praktijk ontstaat nogal eens rolverwarring. Daarom heb ik het altijd als een pré ervaren om aan beide zijden van de tafel te mogen opereren.”
Toezichthouden op maatschappelijke zorgplicht
Daar is inmiddels nog een sterke motivatie bijgekomen: de wens om een bijdrage te leveren aan grote, maatschappelijke doelen. Van bedrijven en organisaties wordt tegenwoordig immers verwacht dat ze een deel van de oplossing zijn als het gaat om urgente vraagstukken: van de energietransitie tot de inrichting van een postcoronasamenleving, van het in goede banen leiden van digitalisering tot het creëren van een gelijker speelveld met kansen voor iedereen. Die thema’s staan volop in de schijnwerpers binnen de door Shitrit gekozen sectoren.Het besef dat winstmaximalisatie niet het hoogste doel is, leidt ertoe dat verantwoordelijkheid nemen niet langer vrijblijvend is. “Pauline van der Meer Mohr, voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, ijvert zelfs voor het opnemen van een maatschappelijke zorgplicht in de corporate governance code. Het commissariaat is bij uitstek een manier om mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en om bedrijven en organisaties te helpen bij de bewustwording en uitvoer hiervan. Die noodzaak wordt alleen maar groter en het is prachtig hieraan als commissaris mee te kunnen werken. De verantwoordelijkheid gaat inmiddels zoveel verder dan de traditionele omschrijving van to spot and to stop trouble. De jaarrekening, de benoemingen en beoordelingsgesprekken zijn niet meer de hoofdmoot. Zelf vind ik het bijvoorbeeld vreselijk dat een hele generatie kinderen door COVID-19 dreigt op te groeien zonder cultuur. Dat is één van de thema’s waarop ik hoop impact te kunnen maken.”
Meer jonge professionals aan de vergadertafel
Invulling geven aan die maatschappelijke zorgplicht en daarmee een prettigere, eerlijkere en gezondere samenleving creëren, lukt alleen met de juiste mensen aan de vergadertafel. Het is daarom tijd om nóg zorgvuldiger te kijken naar de samenstelling van de raad van commissarissen of de raad van toezicht. “Genderdiversiteit heeft terecht veel aandacht gehad. Maar diversiteit is natuurlijk breder: het gaat ook om balans in competenties en achtergrond.” Zelf geldt Shitrit met al haar ervaring binnen de overheid als linking pin tussen overheid en bedrijfsleven. “Kennis van de overheid helpt mij bij het toezicht houden op bedrijven en organisaties. Bedrijven doen er goed aan teams samen te stellen die elkaar in evenwicht houden, met leden die de buitenwereld naar binnen halen en die voor tegenspraak kunnen zorgen. Processen worden steeds meer hybride, in een snel veranderende wereld nemen we geen besluiten meer voor de komende 20 of zelfs 10 jaar. Er zijn uiteenlopende mensen nodig die de wereld van nu begrijpen en die zien waar de kansen en bedreigingen liggen. Inclusie ís de business.”Nu die gedachte breed omarmd wordt en de meeste organisaties zich er wel van bewust zijn dat boards die bestaan uit gelijkgestemde zielen geen goede besluitvorming borgen, is het in de ogen van Shitrit tijd voor de next level binnen inclusie. En die stap draait om het aanhaken van de jongere generatie, bestaande uit ambitieuze professionals die toe zijn aan een volgende stap in hun carrière. “Natuurlijk bestaan er wel bedrijven die jonge mensen als toezichthouder naar binnen halen. Ook bestaan er mooie initiatieven, zoals bijvoorbeeld Stichting Blikverruimers die zich inzet voor young professionals die toezichthouder of commissaris willen worden. Toch is het aantrekken van jonge mensen nog lang geen gemeengoed. Zo meldde de vereniging van woningcorporaties Aedes in 2018 dat van de leden van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties niet meer dan 3 procent jonger is dan 40 jaar. Dat cijfer bevestigt het beeld dat verreweg de meeste toezichthouders op leeftijd zijn. We missen dus de jonge generatie aan de vergadertafel en dat is zonde.”
Aspirant-lid zonder statutaire bevoegdheden
Jonge professionals staan volgens Shitrit, die ook executive coach is en als spin-off van deze business op vrijwillige basis cultureel diverse vrouwen coacht, te springen om door te breken. “Het gaat om vrouwen rond en in de 30, die accountmanager zijn of beleidsmedewerker, vrouwen met posities in het middenmanagement of met zware adviesposities. Ik merk aan die vrouwen dat ze enorm graag van betekenis willen zijn. Zij hebben met elkaar gemeen dat ze niet veel op hebben met hiërarchische structuren. Ook zeggen ze waar het op staat, zijn minder bezig met het verpakken van hun boodschap. Veel van hen zijn dwarsdenkers met een enorme betrokkenheid.” De jonge mensen waarover Shitrit het heeft, kregen de urgentie van maatschappelijke problemen al met de paplepel ingegoten. Bovendien zijn het óók nog digital natives en innovatieve denkers met voldoende begrip van kansen en valkuilen die digitalisering en tech met zich meenemen.Talentvolle professionals van dit kaliber hebben daarom alles in huis om een flinke bijdrage te leveren aan het toezicht. Maar dan moeten ze wel de kans krijgen. “Doorbreken is moeilijk en er worden nog niet voldoende ‘lefbenoemingen’ – zoals ik dat noem – gedaan.” Met de jaren je sporen verdienen waarna je doorgroeit naar bestuurlijke functies en commissariaten als nevenfunctie is nog een wat gebruikelijke route. “En daar is niks mee, maar in een snel veranderende maatschappij is het belangrijk jongeren met hun grote toegevoegde waarde in aanraking te brengen met dit mooie vak. Dat hoeft niet meteen als volwaardig lid van de raad: een positie als aspirant-lid zonder statutaire bevoegdheden voor de periode een jaar is bijvoorbeeld een mooi begin, en een veilige route voor beide partijen.”
Shitrit ziet dat er op veel plekken al geanticipeerd wordt op een toekomstige vraag naar ‘jonge honden’. “De SER heeft tegenwoordig een jongerenplatform. Op veel opleidingsinstituten krijgen jonge mensen tegen gereduceerd tarief toegang tot leergangen. En overal waar ik spreek over het belang van toetreding van jongeren, wordt enthousiast gereageerd. De tijd is rijp. De buitenwereld naar binnen halen door talentvolle jonge mensen uit elke mogelijk denkbare inclusiegroep aan te trekken – mannen en vrouwen, van verschillende afkomsten en achtergronden, met verschillende roots, niet zelden afkomstig uit de LGTBHI+-groep – en tegelijk werken aan broodnodige ‘verversing’ van het vergrijzende commissariaat: het zijn een hoop vliegen in één klap. Elke stabiele raad, waar geen sprake is van een crisis of belangrijke overname, kan er zijn voordeel mee doen.”
Een oproep aan zittende commissarissen
Een prachtig idee om inclusie nog sterker in te bedden, maar hoe beginnen we ermee? Over gender diversity werd immers ook al decennialang gepraat. Nog voordat de database van SER Topvrouwen gamechanger werd en het ingroeiquotum voor raden van commissarissen van het beursgenoteerde bedrijfsleven een feit. Volgens Shitrit is het vooral een kwestie van niet te moeilijk denken. “Iedereen met verantwoordelijkheid voor benoemingen kan vanuit persoonlijk leiderschap lef en durf tonen. Neem jezelf voor om morgen een positie beschikbaar te stellen in de raad van commissarissen of toezicht voor een talentvol iemand die graag door wil groeien.”
Jonge professionals met oren naar een positie als toezichthouder, raadt Shitrit aan zichzelf zijn, te geloven in zichzelf en te doen waar ze goed in zijn en hun inspiratie vandaan halen. “Als dat je lukt, word je gezien. Spreek uit wat je ambities zijn en ga op zoek naar een steun in de rug.” Dat laatste kun je actief organiseren door contacten te leggen en het gesprek aan te gaan. Je inschrijven in de database van SER Topvrouwen helpt ook: “Ikzelf hoor bij de eerste lichting vrouwen van de database, in de tijd dat Jet Bussemaker en wijlen Hans de Boer het initiatief lanceerden. Sindsdien heb ik bij bijeenkomsten geweldige topmannen en topvrouwen leren kennen. In de loop der jaren heb ik zelf ook meerdere vrouwen mogen introduceren en blijf dat ook graag doen. Juist voor nieuwkomers is een inschrijving een laagdrempelige manier om je netwerk te vergroten. Probeer het zeker!”
Tekst: Nicole Gommers
Schrijf je ook in bij de SER Topvrouwen-database