‘Binnen de dynamiek van het directieteam ga ik de spanning niet uit de weg’
Het objectiveren van milieu-impact en het maken van datagedreven beslissingen met het oog op langetermijnwaardecreatie gaat CFO/CIO Ingrid Tigchelaar van energie- en afvalbedrijf HVC natuurlijk af. Verdiepen en verbreden doet ze ook graag. Nu werkt ze bewuster aan haar zichtbaarheid.
Sinds 2016 is Ingrid Tigchelaar aan het duurzame energie- en afvalbedrijf HVC verbonden, een nutsbedrijf bedrijf in handen van 44 gemeenten en 6 waterschappen dat een actieve rol wil spelen in de grondstoffen- en energietransitie. HVC houdt zich bezig met warmteontwikkeling en -levering, windenergie, zonne-energie, levering van duurzame energie, energieproductie uit biomassa, gescheiden inzameling, recycling, het beheren van de openbare ruimte, vergisting/compostering, energieproductie uit restafval en slibverwerking. “De maatschappelijke opdracht van HVC, op een duurzame manier omgaan met energie en afval, heeft voor mij enorme meerwaarde. Als financieel directeur richt ik mij op de missie van HVC om milieu-impact te realiseren, op zo’n manier dat de rentabiliteit van de activiteiten niet ondersneeuwt. Duurzaamheid is een prachtige drijfveer, maar die sluit niet uit dat er ook aandacht moet zijn voor de zakelijke kant van dit publieke bedrijf en daarmee voor resultaatgerichtheid. Daarop heb ik vanaf mijn aantreden de nadruk gelegd, want de sturing op zowel de operationele als de financiële resultaten was voor verbetering vatbaar. Er doen zich ten aanzien van het verduurzamen van grondstoffen binnen ketens en de productie van duurzame energie veel kansen voor, maar het is belangrijk te prioriteren: is dit ook écht de beste kans? Te snel settelen voor een beperkt rendement is geen goed idee als de risico’s onvoldoende beprijsd zijn. Neem bijvoorbeeld onze activiteiten op het vlak van warmteontwikkeling en geothermie: of het warmtenet rendabel is, heeft te maken met het aantal aansluitingen dat je kunt realiseren. Dat vereist dus commitment van bijvoorbeeld woningcorporaties: zijn zij bereid in hun onderhoudsplannen rekening te houden met het realiseren van aansluitingen op een warmtenet? Dat is niet altijd even vanzelfsprekend en dat behelst een risico voor ons. We moeten geduld opbrengen en met onze stakeholders in gesprek blijven: investeren in het contact, zodat het commitment ontstaat.”
Het bedrijfsbelang, maar ook het maatschappelijk belang, betekent een afweging tussen voordelen op de korte en de langere termijn, bijvoorbeeld wanneer het gaat om ‘Van gas los’, het realiseren van duurzame warmte in woningen, dat vele jaren in beslag zal nemen. Samen met het Corporate Finance team is Tigchelaar bezig met het aantrekken van een lening van 50 miljoen euro van de Europese Investeringsbank (EIB). “Dat maakt het mogelijk de eerste fase van het ‘Van gas los’-programma op te starten. Commerciële banken zijn ten aanzien van de financiering van geothermiebronnen terughoudend omdat ze de risico’s niet goed kunnen overzien en op dit vlak te weinig kennis in huis hebben. Deze lening zal als vliegwiel werken, na realisatie van de Geothermie bronnen zullen we deze projecten via andere banken kunnen herfinancieren.” En zo zijn er ook bij het recyclen van afvalstromen uitdagingen in het balanceren tussen de gewenste milieu-impact en het benodigde rendement. Inzichtelijk maken welke aanpak hergebruik van grondstoffen het beste ondersteunt, is echter zo eenvoudig nog niet. “Sommige inzamelbedrijven werken met bronscheiding: bewoners krijgen een bak voor het scheiden van plastic. Andere inzamelbedrijven geloven juist in nascheiding: afvalverwerkers halen plastics uit de grote bulk ingezameld afval. We moeten door een analyse van de hele keten nader in beeld brengen wat het meest effectief is.” Met een lach: “Dat leidt nu nog tot geloofsdialogen.”
Stakeholderbewustzijn als feminiene kwaliteit
Het samenspel tussen duurzaamheid en financiële prestaties vereist een voortdurende strategische vinger aan de pols, en die visie van Tigchelaar was nieuw voor HVC, waarmee ‘geduld’ niet alleen van toepassing is op de relatie met stakeholders, maar net zo goed betrekking heeft op het directieteam als geheel. “Dat ik bij mijn aantreden in 2016 de sturing op financieel resultaat én milieu impact wilde aanscherpen was even wennen, maar nu wordt in control-zijn op deze terreinen breed binnen de organisatie ervaren als een randvoorwaarde voor verdere groei. Binnen de directie heb ik de boel daarmee aanvankelijk wel even op spanning gezet, de dynamiek binnen het directieteam was daar nog niet op ingericht. In zo’n situatie is het belangrijk dat je autonoom en met feiten onderbouwd de dialoog start, met het oog op wat het beste is voor het bedrijf. Die rol past bij uitstek een CFO, die heeft op basis van het overzicht over het hele speelveld een natuurlijke rol om de prestaties van de business te challengen.”
Haar brede stakeholderbewustzijn en het verbinden van de buiten- en binnenwereld ziet Tigchelaar als feminiene kwaliteiten: “Zo onderscheid ik mezelf binnen het team.” Vanuit haar dubbelfunctie als CIO maakt ze daarvoor graag gebruik van de verworvenheden van tech. “Drie jaar geleden heb ik de organisatie van de automatisering naar me toe getrokken. Informatisering van de bedrijfsprocessen ligt in het verlengde van de taken van de CFO ten aanzien van de planning & control cyclus en externe verslaggeving, omdat data bij uitstek geschikt zijn om vragen vanuit de externe omgeving ten aanzien van milieu-impact en de prijs/kwaliteitverhouding van onze activiteiten te beantwoorden. Het belang van datagedreven besturing en het ondersteunen van bedrijfsprocessen met applicaties heeft als gevolg van deze reorganisatie een impuls gekregen. Intern classificeerde HVC zich voorheen specifiek als asset- en arbeidsintensief bedrijf: we doen grote investeringen in installaties en hebben daarnaast 600 vuilnismannen en -vrouwen in dienst die onze inzamelactviteiten uitvoeren. Maar tegenwoordig maken data het verschil voor elke onderneming, zo ook voor de besturing -en daarmee de prijs en kwaliteit- van de activiteiten van HVC.”
Successen toeschrijven aan het team
Haar werkzaamheden geven Tigchelaar veel voldoening, te meer omdat zij in haar functie de veelzijdigheid van een organisatie in de volle breedte overziet. “Mijn intrinsieke drive is altijd een betere besturing van de organisatie te realiseren.” Die sterke drive legt Tigchelaar enerzijds geen windeieren, maar anderzijds maakte zij net als veel andere vrouwen de ‘fout’ zich vooral te richten op excellente prestaties on the job, en was ze in zeer beperkte mate strategisch bezig met haar eigen profilering. “Terwijl ik me realiseer dat het zonder meer belangrijk is om je te profileren en te bouwen aan een netwerk. Maar ja, ik ben als Friezin daarvoor wellicht te nuchter en bovendien veel meer een teamplayer. Successen schrijf ik liever toe aan mijn team, in plaats van aan mijzelf. Dat staat op gespannen voet met zelfpromotie.”
Bewust werken aan zichtbaarheid doet Tigchelaar dan misschien in eerste instantie contre coeur, maar ze gaat er nu wél voor. “Omdat ik altijd geïnteresseerd ben in nieuwe uitdagingen en volgende eindverantwoordelijke functies, leergierig ben en graag wil verdiepen en verbreden, heb ik me onlangs ingeschreven in de database van Topvrouwen.nl. Opgenomen zijn in de database is de eerste stap naar meer zichtbaarheid. Ik ben sowieso geïnteresseerd in toezichthoudende functies, maar dan als nevenfunctie. Voorlopig blijf ik nog heel graag aan de knoppen zitten in executive rollen. Ik heb van nature veel energie, dus eindverantwoordelijke rollen bevallen mij goed. Om in een nevenfunctie impact te hebben, is het ook erg goed een bestuurlijke rol te hebben – dat versterkt elkaar.”
Wat Tigchelaar wel tegenvalt, is dat de recruiters waarmee zij tot nu toe in contact kwam, niet altijd even goed ‘door’ haar CV heen kijken en haar in het publieke domein positioneren, terwijl ze toch ook interessante functies heeft vervuld in commerciële organisaties. “Het lijkt soms of er beperkt interesse is in de mens achter het CV. Op mijn CV staan publieke bedrijven, maar dat wil niet zeggen dat ik geen functie bij een private partij meer zou ambiëren. Ik denk juist dat mijn ervaring binnen de publieke sector meerwaarde heeft voor commerciële bedrijven.” Wat daar nog bij komt: “Vrouwen zijn eerder vanuit de processen en hun mensgerichtheid effectief, maar hebben minder het hart op de tong als het gaat om vertellen hoe goed ze zijn. Ze zien hun prestaties als resultante van het grotere geheel. Vanuit hun verbindende aard zijn vrouwen wellicht in het nadeel bij het presenteren van hun kwaliteiten bij recruiters.”
Zelf ondervond Tigchelaar ook nadeel van haar vrouw-zijn. “Zo solliciteerde ik ooit op een toezichthoudende rol, en daar werd mij verteld dat de bestuurder van de organisatie in kwestie een nogal ‘stevige’ man was, en dat ze dus eigenlijk een man zochten om toezicht op hem te houden. ‘Nou, ik durf het wel aan hoor’, reageerde ik. Ik kwam als enige vrouw op de shortlist, maar er is toch gekozen voor een man. Ik waardeerde het dat de recruiter heel open was over de wensen van zijn opdrachtgever en daarmee mijn kansen, maar vond het natuurlijk wel heel jammer.” Ze vindt het lastig om de vinger erachter te krijgen hoe benoemingen in toezichthoudende functies in hun werk gaan. “Vacante posities zijn niet erg zichtbaar, en ook de keuzes die gemaakt worden zijn niet altijd te duiden.”
Recruiters kunnen het verschil maken
Tigchelaar hecht er waarde aan zichzelf te blijven, en zou ook andere vrouwen willen adviseren om eenmaal op een toppositie hun vrouwelijke kwaliteit volop in te zetten bij het verder ontwikkelen van de organisatie. “Vrouwen durven de spanning in relaties op te zoeken, en dat leidt tot progressie. Zelf doe ik dat bijvoorbeeld door te stimuleren dat discussies binnen het collectief plaatsvinden. Sommige collega’s hechten eraan om thema’s waarover de meningen verdeeld zijn altijd eerst onderling te bespreken. Ik vind het niet nodig om álle meningsverschillen van tevoren glad te strijken. Het is spannend, maar ook verrijkend om met elkaar het gesprek aan te gaan. Door zo de discussie met elkaar te voeren, ontwikkel je elkaar, maar ook de interne dynamiek. Ik zie het als feminiene kwaliteit om de inhoud zo belangrijk te vinden dat je bereid bent die spanning op te zoeken.”
De vrouwen die de top nog hopen te bereiken, geeft Tigchelaar graag een steuntje in de rug. “Door in gesprek te gaan over loopbaanontwikkeling en hen te voeden en te inspireren.” Vruchtbaar, maar leiders die vrouwen een steun in de rug geven, hebben ondanks hun inspanningen nog geen level playing field kunnen realiseren. Het op handen zijnde ingroeiquotum voor raden van commissarissen van het beursgenoteerde bedrijfsleven brengt daar, in combinatie met een inclusieve cultuur waaraan organisaties zelf moeten werken, hopelijk verandering in. “Het is zonder meer goed dat bedrijven erop gewezen worden dat de verhoudingen moeten kloppen. Comply or explain, zo simpel is het. Ik denk dat recruiters, in de rol van leverancier van topkandidaten, een groot verschil kunnen maken. Zij kunnen aan de voorkant de dialoog opstarten, en niet langer alleen afleveren wat er door organisaties gevraagd wordt. Zet een stapje naar voren om echt in gesprek te raken over de samenstelling van teams, en kijk breed.”
Tekst Nicole Gommers