‘Als organisaties de urgentie van verandering voelen, is diversiteit geen issue’
Bedrijven die de urgentie ervaren om te innoveren en overeind te blijven in concurrerende markten, hebben ook vrouwen in de top, zegt Gina van der Werf, CEO van het ambitieuze First Dutch Innovations. Blijkbaar voelen nog weinig Hollandse organisaties die urgentie tot in de vezels, maar bij First Dutch, dat niets liever wil dan kennis naar de markt brengen, komt diversiteit organisch: “Wij willen de allerbeste mensen, natúúrlijk zitten daar veel vrouwen bij.” Om hun kansen te ontsluiten, doen vrouwen er echter goed aan hun ontwikkeling zorgvuldig te bewaken, signaleert Van der Werf.
Het is inmiddels een jaar geleden dat First Dutch Innovations, de family office van voormalig Argos-directeur Peter Goedvolk, een meerderheidsbelang verwierf in TNO Bedrijven, waarna de combinatie van bedrijven verder ging onder de nieuwe naam First Dutch Innovations. Waar het voormalige TNO Bedrijven vooral een publiek-maatschappelijke rol vervulde met veel aandacht voor het op peil houden van het kennisniveau van de aangesloten bedrijven, voegt First Dutch Innovations daar iets nieuws aan toe: het vercommercialiseren van hoogwaardige kennis. First Dutch Innovations, door CEO Gina van der Werf voor het gemak ook wel ‘FDI’ genoemd, zet zich in voor ontwikkeling en groei van innovatieve bedrijven in de markten life sciences, duurzame ontwikkeling en testing, inspection and certification (TIC). De lat ligt bepaald niet laag: “Kennis is mooi, maar het toepassen van die kennis is nóg mooier. Wij willen daarom de aangesloten bedrijven naar een commerciëler plan tillen. In de markten waarbinnen wij actief zijn, opereren bedrijven met miljarden omzetten: wil je iets betekenen, dan zul je moeten groeien. Het is een markt van eten of gegeten worden en dus staat er druk op de ketel. Wij proberen dat door meer ondernemerschap in onze aangesloten ondernemingen te brengen.”
Het beste van het beste
Wie ervan houdt te lezen over opmerkelijke innovaties met potentiële disruptieve kracht, kan gemakkelijk een paar uur stukgooien op de corporate site van First Dutch Innovations, waar alle aangesloten bedrijven voorgesteld worden: van een partij (CelSian) die technologische oplossingen en proceskennis voor de glas- en solarindustrie biedt mét oog voor duurzaamheid tot een bedrijf (Ducares) dat een analysemethode ontwikkelt voor het vaststellen van het fipronilgehalte in eieren. Van der Werf: “Het is inderdaad fantastisch wat we doen binnen First Dutch Innovations, en ik denk dat we daar nog niet genoeg ruchtbaarheid aan gegeven hebben. We zijn te bescheiden. Waar ikzelf erg enthousiast over ben? Bijvoorbeeld de ontwikkeling van een model dat ons metabolisme imiteert. Zo kunnen we bijvoorbeeld het effect van voedsel waarmee je medicatie inneemt meten. Wat is het verschil als je medicijnen met vla inneemt, grapefruitsap of water? Voor deze innovatie is veel interesse vanuit de farmaceutische industrie wereldwijd; ook vanwege de grote toepasbaarheid – uiteindelijk kun je een spin off van dit model gebruiken voor het testen van bijvoorbeeld diervoeding. Dat laat zien dat concepten niet altijd pas vanuit commercieel perspectief groeien, maar ook vanuit innovatief perspectief. Je kunt dit met partnerships heel breed in de markt zetten. Ook heel mooi is de ontwikkeling van een LNG-platform op de Maasvlakte. We bouwen een faciliteit die exact meet hoeveel LNG er in een tanker zit – die methode bestaat tot nu toe niet en moet dé wereldwijde standaard voor het meten van LNG worden. Dat is toch geweldig?
IJsjes verkopen
Technologische innovaties naar de markt brengen: die ambitie noopt tot het werven van de allerbeste mensen en dat is dan ook precies waarop Van der Werf inzet. Daarbij vindt ze diversiteit in brede zin en daarmee ook genderdiversiteit onontbeerlijk. “Om echt te innoveren, moet je daarin investeren. Je hebt in de top en in elk team mensen nodig die elkaar challengen – de meerwaarde zit dus juist in verschillen.” Van der Werf heeft zelf veel ervaring met het omarmen van die verschillen, onder meer vanwege haar achtergrond als voormalig bestuursvoorzitter van Priority Telecom, onderdeel van het Amerikaanse Liberty Global. “Binnen de Liberty Global-familie heb ik een tijdje een reizend bestaan geleid, met een periode in Amerika en Duitsland. Daarna werd ik op mijn 32e gevraagd bestuursvoorzitter van Priority Telecom in Nederland te worden.” Ze vertelt met smaak en humor over hoe ze die functie verwierf: “Bij het vacant worden van de positie van bestuursvoorzitter had het hele MT zich gemeld, maar ik niet. De gedachte was dat het benoemen van een van die mannen zou leiden tot leegloop en dat was niet opportuun. In mij werden dezelfde kwaliteiten gezien en daarom werd ik gevraagd. Ik was pas 32 jaar en mijn leeftijd was in mijn beslissing bepalender dan mijn vrouw-zijn. Ik vroeg mij af of ik nou de juiste persoon was om een het bedrijf in de kantelende telecomsector te leiden. Ik polste het MT om uit te vinden of ik steun had.” Met een gulle lach: “De reactie was – gechargeerd, natuurlijk – ‘liever zij dan hij’. Dus ik ging ervoor. Maar toen ik na een tijdje merkte dat die steun bij sommigen in de uitvoering relatief was, heb ik iedereen bij elkaar geroepen en gezegd dat wie niet als team wilde samenwerken, niet meer bij het bedrijf paste. Voor mij is dat een belangrijke les geweest: je moet alles bespreekbaar maken, je moet ook mensen aan durven spreken op hun gedrag. Vrouwen willen vaak geliefd zijn en waardering krijgen, maar in het bedrijfsleven is dat niet de juiste drijfveer. Steve Jobs zei niet voor niets dat als je geliefd wilt zijn, je beter ijsjes kunt gaan verkopen. Mijn trots zit in het aantrekken van de juiste mensen en het ontwikkelen van die mensen, want zo laten we dit bedrijf floreren.”
Leidinggeven is delegeren, ook thuis
Bij die ‘juiste en allerbeste’ mensen zitten vanzelfsprekend vrouwen: “Natúúrlijk. Wij werken hier met wetenschappers van het allerhoogste niveau, en velen van hen zijn vrouw. Ook aan de top. Bij 3 grote bedrijven in de groep hebben we 2 van de 3 directeuren vervangen voor een vrouw. Voor die vrouwen is het bovendien de eerste keer dat zij eindverantwoordelijk zijn. Bij NMi, een van de aangesloten bedrijven, is de vrouwelijke leider zelfs de eerste vrouwelijke managing director binnen de metrologie. Iemand uit het lab kwam naar haar toe om te zeggen hoe geweldig het is dat zij als enige metrologisch instituut ter wereld een vrouw aan het roer hebben. Dat is ook wel inherent aan wetenschappers: die zijn niet conservatief. Wetenschappers respecteren kennis; gender is daarbij ondergeschikt.” Met die houding word je makkelijker op een organische manier divers, maar het verbaast Van der Werf desalniettemin dat de ‘rest’ van Nederland niet voldoende tempo maakt met diverser worden. “Als bedrijven écht de urgentie om te veranderen voelen, dan is diversiteit geen issue, dan wil je gewoon vooruit. Net zoals dat bij het Amerikaanse Liberty Global ging: daar werd heel pragmatisch degene benoemd van wie men dacht dat hij of zij de juiste man of vrouw voor de klus was. Ik kan niet anders dan concluderen dat we in Nederland nog niet erg geëmancipeerd zijn en de urgentie onvoldoende voelen. Dat zit op meerdere niveaus. Een van dingen die ik steeds opnieuw hoor in de discussie over vrouwen aan de top is het ‘probleem’ van het verdelen van werk en zorg.” Een probleem waar Van der Werf niet veel van begrijpt: “Juist aan de top kun je kinderen prima met werk combineren. Je gaat naar een 10-minutengesprek op school en klapt ’s avonds nog even je laptop open. Je bent baas over je eigen agenda. Dat is voor een verpleegkundige toch veel lastiger?” Bij Van der Werf thuis – ook haar echtgenoot heeft een topfunctie – is het in ieder geval nooit een issue. “Ik kom bijna nooit aan koken toe. Soit. Leidinggeven is delegeren, ook thuis. Doe niet wat je niet hoeft te doen.”
Kom uit je comfort zone
Vrouwen kunnen ook de hand in eigen boezem steken als zij naar de top willen, denkt Van der Werf: “Ik denk dat het erg belangrijk is je profiel goed te bewaken, bewuste stappen in je ontwikkeling te zetten. Divisiedirecteur zijn is prima, maar als je nooit volledig eindverantwoordelijk bent geweest, is het maar de vraag of je voldoende breed bent ontwikkeld om een organisatie van dezelfde omvang als eindverantwoordelijke te leiden. Heb je dan voldoende in huis als je te maken krijgt met activistische aandeelhouders, stevige reorganisaties, een surseance of een carve out? Het is belangrijk om de juiste stappen te zetten en jezelf ook op die terreinen te ontwikkelen. Een stap hoger is niet altijd de juiste keuze. Durf te verbreden, ook buiten je comfort zone! Je moet je profiel bewaken, want daar word je op beoordeeld. Zelf heb ik dat ook gedaan; na Priority kreeg ik mooie aanbiedingen, maar ik koos ervoor om een strategisch adviesbureau te leiden. Dat heeft mij enorm verbreed in kennis en ontwikkeld in datagestuurd management.” Je profiel verbreden kun je zelf aanpakken, terwijl we als maatschappij moeten blijven inzetten op een opener klimaat aan de top, een proces dat in Van der Werfs ogen nog veel tijd gaat kosten. “Helaas is de verwachting nog steeds dat een leider een man is. Dat verandert niet snel. We moeten emancipatoire processen stimuleren en de top van het bedrijfsleven blijven aanspreken op het belang van diversiteit – precies wat Stichting Topvrouwen doet. Ook de database is belangrijk; het zichtbaar maken van vrouwen helpt.”
Tekst Nicole Gommers