‘Je zit er met andere energie als je het buitenbeentje bent’
28 augustus 2017 - Een voorvechter van diversity was Jan Hommen (onder meer vicepresident-commissaris van Ahold Delhaize en president-commissaris VolkerWessels en Brabantse Ontwikkelings Maatschappij) altijd al, een erfenis van zijn ‘Amerikaanse jaren’ als CFO van Alcoa. Onlangs ervoer hij hoe het écht is ‘de enige’ te zijn in een team: “Nu ben ik er nog meer van overtuigd geraakt dat één vrouw niet genoeg is.”
Wie is er niet benieuwd naar hoe de wereld eruit zou zien als de verhoudingen precies andersom lagen? Jan Hommen – tegenwoordig topcommissaris, maar nog steeds bekend door zijn eerdere rollen als ‘crisistopman’ bij onder meer ING en KPMG – trad onlangs zo’n ‘parallel universum’ binnen en keerde een tikje beduusd terug, vertelt hij met een lach. “Ik had zitting in de commissie-Ottow, een onafhankelijke, externe commissie die werd ingesteld door AFM en DNB. Onder leiding van Annetje Ottow verrichtten we onderzoek naar de opzet en werkwijze bij toetsingen van bestuurders en commissarissen in de financiële sector. De commissie bestond uit 4 vrouwen en één man, ikzelf. Op enig moment kwamen wij voor overleg samen bij de AFM. De 4 AFM-afgevaardigden aan tafel waren allen vrouw. Zat ik daar als man tussen 8 vrouwen.” Dat was niet zo’n comfortabele ervaring, hoe hoog Hommen die 8 vrouwen ook heeft zitten. “Hoe ik mij toen voelde … nou ja, een buitenbeetje. Van mijn kant was er vooral silence. Ik werd met mijn neus op de feiten gedrukt, hoe het is ‘de enige’ te zijn in een team. Je hebt toch het gevoel dat je er niet helemaal bij hoort.” Hij ziet het als een bevestiging: “Ik ben er nu nog meer van overtuigd geraakt dat één vrouw niet genoeg is. Je moet een bepaald percentage hebben om effectief te zijn.” Op naar de 30 procent dus, een mooi begin. “Als samenleving hebben we immers al lang geleden afgesproken dat we allemaal gelijk zijn, dus moeten we er ook hard aan werken dat iedereen gelijke kansen en mogelijkheden krijgt – diversity gaat in mijn ogen verder dan alleen de toekomstbestendigheid van organisaties.”
Bestuurders tackelen
De laatste maanden was Hommen veel in het nieuws met zijn pleidooi voor een bedenktijd voor beursgenoteerde bedrijven, die naar zijn mening het recht moeten krijgen zich gedegen (een jaar) voor te bereiden bij een vijandig bod. Met het oog op het dienen van de langetermijnbelangen is tijdsdruk en hijgerigheid van de markt het laatste wat een onderneming nodig heeft, zei Hommen daarover in verschillende media. Haast is echter wél geboden als het gaat om dat andere belangrijke onderwerp dat inmiddels breed gedragen lijkt te worden door Nederlandse corporates: gender diversity in de top en de lagen daaronder. “In de raden van commissarissen komt het wel goed met gender diversity – ik denk dat het streefcijfer in 2020 daar zeker gehaald wordt. Er zijn al veel vrouwen die zich bewezen hebben in het commissariaat en mochten er ergens nog niet voldoende vrouwen zijn, dan kun je dat tekort aanvullen met vrouwen van buitenlandse komaf. In de raden van bestuur wordt het een grotere uitdaging: vers bloed wordt meestal van binnenuit gepromoveerd en de pijplijn is simpelweg nog niet optimaal gevuld. Om vrouwen sneller te laten doorstromen, moet het belang van gender diversity daarom niet alleen in de hearts en minds van bestuurders geraken, maar ook van de managementlagen daaronder, zodat zij zich in blijven zetten voor de zoektocht naar vrouwelijk talent om hun gremium te versterken.”
Bewust sturen
Zoeken, Jan Hommen is er goed in. Hij is bovendien niet bang buiten de gebaande paden te gaan. Een paar maanden voor dit interview heeft hij, in de hoedanigheid van president-commissaris Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), contact opgenomen met Stichting Topvrouwen. “Dat gebeurde nadat op een toezichtvacature, waarin we duidelijk hadden aangegeven dat de voorkeur bij een vrouw lag, 20 mannen en slechts 1 vrouw reageerden. Uit frustratie ben ik gaan bellen. ‘Ze moeten er toch zijn, die geschikte vrouwen?’, zei ik aan de telefoon. Stichting Topvrouwen heeft mij toen prima op weg geholpen.” Via Nationaal Register kwam Hommen uiteindelijk in contact met de perfecte kandidaat: Nancy Mac Gillavry (ASML) werd de nieuwe commissaris. “Echt een topper.” Bewust sturen op meer genderdiversiteit doet Hommen al veel langer. “In de jaren negentig was ik CFO bij het Amerikaanse Alcoa. In Amerika is aandacht voor diversity heel gewoon, dus dat nam ik mee hiernaartoe.” Bij ING stuurde Hommen regelmatig mensen terug ‘aan hun huiswerk’ als er niet voldoende vrouwelijke kandidaten voor een vacature waren gevonden. “We hanteerden interne targets en een vacature werd simpelweg niet goedgekeurd als er geen vrouwelijke kandidaten beschikbaar waren. Mooi dus dat bij ING inmiddels ook de raad van bestuur vrouwelijke versterking heeft gekregen.”
Duwen en trekken
Ook bij andere bedrijven waarbinnen Hommen actief is, maakte hij zich hard om vrouwen te laten doorstromen naar de top. “Met regelmaat heb ik iemand gezegd: voor deze positie móet je een vrouw aannemen.” Hommen is er open over: die aanpak leidt niet automatisch tot rozengeur en manenschijn. Met enige aarzeling: “Helaas moet ik zo eerlijk zijn te zeggen dat ik daarmee wisselend succes had. Het is wel eens gebeurd dat die afgedwongen diversiteit niet werkte.” Hoe dat komt, blijft gissen: “Dat weet ik eigenlijk niet. Dat kan bij de vrouw in kwestie liggen, maar het kan ook zijn dat er sprake was van tegenstand, dat de gelederen zich sloten.” Koudwatervrees heeft hij daar niet van gekregen, want vaker pakte de inzet voor gender diversity in de top fantastisch uit. “Neem Herna Verhagen van PostNL, zij is een prachtig voorbeeld. Toen zij nog HR-directeur was en ik president-commissaris, wilde ik niets liever dan haar in de rvb hebben. Denk maar niet dat dat zonder duwen en trekken ging: als het gaat om gender diversity, moet je soms echt overtuigen. Een kwestie van heel lang praten, maar als je zoveel talent hebt als Herna destijds al had, maakt het dat natuurlijk wel makkelijker. En kijk wat ervan gekomen is”, zegt Hommen, doelend op de status aparte van Verhagen, momenteel nog steeds ’s lands enige Nederlandse vrouwelijke CEO van een beursgenoteerde onderneming (evenknie van Verhagen is natuurlijk Nancy McKinstry van Wolters Kluwer, maar zij is Amerikaanse).
Afhakers
De toegevoegde waarde van vrouwen in de top is overduidelijk, vindt Hommen. “Problemen wil je vanuit zoveel mogelijk invalshoeken belichten. Die pluriformiteit zorgt ervoor dat je blinde vlekken opheft. Elke discussie, elk plan, elk product wordt daar beter van.” Bij Ahold Delhaize ziet hij op de meest concrete manier denkbaar hoe topvrouwen waarde toevoegen. “In de retail is dat extra inzichtelijk. Een groot deel van onze klanten is vrouw. De vrouwen in de top zijn dat zelf ook en begrijpen de klant als geen ander. Dat werkt natuurlijk ontzettend plezierig.” Leidt dat uiteindelijk ook tot meer vrouwen in de rvb’s van de bedrijven waaraan Hommen zich verbonden heeft? “Bij Ahold Delhaize heeft het onderwerp de volle aandacht, CEO Dick Boer zoekt actief naar vrouwelijk talent en heeft 2 vrouwen opgenomen in het executive committee – en gelukkig is er een pijplijn vol sterke vrouwen. Bij een bouwbedrijf als VolkerWessels ligt het wat ingewikkelder, hoewel in het verleden Jolanda Poots-Bijl CFO en bestuurder was. Voor organisaties is het erg belangrijk dat de top zich uitspreekt voor gender diversity en bij een trage doorstroom van vrouwen interne processen eens goed onder de loep neemt. Hoe zit het met cultuur, opleidingstrajecten, procedures rondom benoemingen?” Na een korte stilte vervolgt hij: “Dit interview zet me wel aan het denken. Veel organisaties kampen met het probleem dat vrouwen op een gegeven moment afhaken. Heus niet alleen als de kinderen klein zijn, ik zie juist vrouwen rond hun 45e stoppen. Vreselijk zonde voor de investeringen vanuit de organisatie en vreselijk zonde voor de vrouwen zelf.” Waardoor vrouwen afhaken, is volgens Hommen een onopgelost mysterie. “Geen idee – is het misschien omdat grotere kinderen meer begeleiding nodig hebben? Of zijn ze uitgekeken op hun werk en toe aan iets anders? Het is heel nuttig dat in kaart te brengen. Stichting Topvrouwen zou eens een paar sociologen of psychologen op dat vraagstuk moeten zetten.”
Voor de board ready-topvrouwen uit de database van Topvrouwen.nl heeft Hommen een advies: “Wacht niet tot je gevraagd wordt, maar laat luid en duidelijk horen dat je er bent. En als je gevraagd wordt: schiet niet te veel in de ‘kan ik dat wel’-modus. Geloof in jezelf zoals mannen dat doen.”
Tekst Nicole Gommers