‘Als je ziet hoe de natuur zich herstelt; fantastisch’
Een schep aarde krioelt weer van de wormen op landbouwbedrijf Eikemaheert in Loppersum. Dat was zo’n tien jaar geleden wel anders, toen het nog een reguliere boerderij was. Eigenaren Angela Rijnen (63) en Piet Glas (62) hoorden in het centrum van Dordrecht tot hun ontsteltenis meer vogelgeluiden dan op ‘hun’ platteland. Ze gooiden het roer om.
Tekst: Ton Bennink | Leestijd: 5 minuten
Onder luid geblaf springen twee kleine hondjes voor de ingang van de boerderij tussen onze benen door. Peter Jansen (voormalig jeugdwerker, inmiddels gepensioneerd en nu vrijwilliger bij Eikemaheert) is degene die ons komt redden. Hij gaat tussen de keffertjes Ollie en Billy voor naar de keuken waar Rijnen en Glas klaarzitten met appelsap. Peters dochter Charlie is samen met haar vriend Roby Lalkens en stagiaire Marloes van Dijk elders aan het werk op deze collectieve boerderij. Zij verkopen biologische groentepakketten via abonnementen.
Lalkens (30) dirigeert de auto van de verslaggever en de fotograaf bij aankomst naar een veilige plek op het dertig hectare grote landbouwbedrijf. Voorheen was hij actief als curator in de kunstwereld. De sector waar ook generatiegenoten Marloes en Charlie werkten. “Voedsel is een manier om mensen bij elkaar te brengen. En onze droom is een landbouwsysteem te bouwen dat de natuur, maar ook mensen, minder of niet uitbuit. Voor Charlie en mij was het de drijfveer om uit de kunstwereld te stappen en bij Piet en Angela in te trekken om biologische groenten te telen en te verkopen.”
Arbeidsmigranten
Eigenaren Piet Glas en Angela Rijnen runnen deze collectieve boerderij waar ruimte is voor eigen producten, zoals de groentepakketten van Jansen en Lalkens. De groenten verkopen ze via abonnementen en in Rijnens winkeltje op de boerderij. Glas en Rijnen verkopen onder meer zachtfruit, aardappels, knoflook en appels. “Vooral de Natyra moet je eens proberen”, zegt Glas, staand bij de boomgaard. Boven hem draaien twee bescheiden – door de studenten van de Universiteit Twente ontwikkelde – windmolens die ieder jaarlijks 25 tot 30.000 kilowatt produceren. Om het familiegevoel hier nog maar eens te onderstrepen: een voor eigen gebruik, een voor de dorpsgemeenschap. Bij de appelpluk komen vrijwilligers uit het dorp op hun beurt weer helpen. Zonder de vele vrijwillige handen redden Glas en Rijnen het niet. Dat is meteen een sein naar de politiek. Ook – en misschien wel juist – bioboeren zijn afhankelijk van goedkope arbeidskrachten. Rijnen: “Dit kabinet is voor de landbouw op zich misschien niet zo slecht. En wij maken daar natuurlijk deel van uit. Voor de bodem, de waterkwaliteit en de biodiversiteit is het een ander verhaal. Overbemesting blijft gewoon doorgaan en ook het gebruik van insecticiden gaat niet omlaag. De landbouw drijft bovendien op arbeidsmigranten. En als daar een stop op wordt gezet, treft dat de biologische landbouw het meest.”
Van alles te veel
In de landbouw is er van alles te veel, betogen Glas en Rijnen. Gevolg is dat de prijzen onder druk staan en dat kunstmest, bestrijdingsmiddelen en mechanisatie ervoor moeten zorgen dat de productieprijs laag blijft. Glas: “Ik was tot 2015 ook een reguliere boer die hoge opbrengst nastreefde omdat de prijs voor producten laag was. De markt wordt overspoeld met tarwe uit Amerika, India en Canada en kippen uit Brazilië en Thailand terwijl wij weer uien verkopen in Senegal met als gevolg dat ze daar hun opbrengst niet meer kwijt kunnen.”
Een weekendje in een Dordtse B&B zorgde voor een omslagpunt bij het paar. Rijnen: “We werden ’s morgens wakker van vogelgeluiden. Die hoorden we op onze boerderij niet meer.” Dat leidde uiteindelijk tot een biologisch bedrijf. Glas: “Ik maakte mezelf als reguliere boer wijs dat ik heel secuur spoot. Onzin natuurlijk, maar je wilt je acties goedpraten.” Enige oplossing: gewoon helemaal geen pesticiden meer. Glas: “Als je ziet hoe de natuur zich herstelt, fantastisch. Vanochtend schepten we bijvoorbeeld nog een schep zeeklei op en die krioelde van de wormen.”
‘Ik maakte mezelf wijs dat ik heel secuur spoot’
Het moet dus anders, vinden beiden. Glas: “We zijn er als boeren ook verantwoordelijk voor dat er geen akker- en weidevogels, insecten en vlinders meer zijn en dat het grondwater vervuild is. Maar ik zie alleen maar ontkenning bij collega’s. Dat is verontrustend.”
Dus is biologisch het alternatief voor ze. Makkelijk ging die transitie niet. Glas: “We wilden geld lenen voor de appelopstand. Nee, dat is geen oproer; zo noemen we de bomen die nodig zijn voor de teelt. De ING wilde ons alleen een lening verstrekken als we gegarandeerd twee keer modaal zouden verdienen. Nou, dat hoefde voor ons helemaal niet. Soms tikken we het aan, maar meestal niet. Dus hebben we een familielening afgesloten en eigen geld erin gestopt.”
Flauwekul keurmerken
Glas en Rijnen willen nog wel wat kwijt aan ‘Den Haag’. Rijnen: “Het zou fijn zijn als de SER zich hard maakt voor een leefbaar platteland. Kijk eens goed naar de vergunningen en besluiten. Voor Charlie en Roby is het onder meer door het aantal vergunningen dat ze nodig hebben haast onmogelijk om zelfstandig te boeren. Zelf hebben we ook met veel overheidsdiensten en regelgeving te maken. Groningen is een open regio en we hebben het idee dat de provincie liever geen bomen wil. Dus ook geen appelbomen. Door de lange procedure moesten we een extra jaar wachten op een bestemmingsplanwijziging voordat we konden planten.”
‘Voedsel is een manier om mensen bij elkaar te brengen’
“Oh ja”, voegt Rijnen toe. “We moeten als biologisch bedrijf terecht voldoen aan strenge keurmerken. Maar je hebt ook van die flauwekul keurmerken, zoals in de bloemenverkoop. Dan krijg je punten voor energiebesparende maatregelen in de winkel en duurzamere verpakkingen en transport. Maar ze letten nauwelijks op inkoop van biologisch geteelde bloemen. Daar zou ook wat strenger op mogen worden toegezien.”
Meer lezen? Zicht op verschijnt ook 4 keer per jaar als papieren tijdschrift.
Dat biodiversiteit loont, weten we wel. Maar hoe zorgen we als werkenden en ondernemers voor meer planten en dieren? In de handreiking ‘Biodiversiteit loont: Een handreiking voor ondernemers en werkenden’ geeft de SER tips om via onder meer de bedrijfsvoering, de toeleveringsketen, in CAO’s en via medezeggenschap bij te dragen aan biodiversiteitsherstel- en -verbetering. Dit is van cruciaal belang voor onze brede welvaart.