Marike Knoef, voorzitter SER-commissie Sociaal Economische Gezondheidsverschillen: ‘Aanpak gezondheidskloof is collectieve verantwoordelijkheid’
Het is een van de schrijnendste en hardnekkigste verschillen in Nederland: de gezondheidskloof tussen welvarende en minder welvarende mensen. Het advies van de SER-commissie Sociaal Economische Gezondheidsverschillen ‘Gezond opgroeien, wonen en werken’ bevat aanbevelingen voor het komende kabinet om de kloof te dichten. Vijf vragen aan commissievoorzitter Marike Knoef.
Tekst: Corien Lambregtse | Leestijd: 4 minuten
Aan het woord:
Hoe zit het ook alweer met de gezondheidskloof in Nederland?
“De 20 procent meest welvarende mensen leven ruim 8 jaar langer dan de 20 procent minst welvarende mensen in Nederland. Welvarende Nederlanders leven bovendien 24 jaar langer in goede gezondheid. Tussen theoretisch en praktisch opgeleiden is het verschil 5 levensjaren en 15 jaren in goede gezondheid. Dat zijn forse, maar vooral ook onrechtvaardige verschillen.”
Er is veel onderzoek gedaan naar dit probleem en mogelijke oplossingen. Wat voegt het SER-advies nog toe?
“Wij hebben heel veel rapporten gelezen, mensen gesproken en op basis daarvan een aantal belangrijke conclusies getrokken. Wij constateren dat sociaaleconomische gezondheidsverschillen belemmerend zijn om tot gelijke kansen en brede welvaart te komen. Mensen met gezondheidsproblemen hebben minder mogelijkheden om te werken en deel te nemen aan de samenleving.
Wij constateren ook dat de private en maatschappelijke kosten van gezondheidsproblemen in de tientallen miljarden euro’s lopen. Tegelijkertijd liggen daar kansen: investeren in preventie en gezondheid kan heel veel opleveren, voor de overheid én voor werkgevers en werknemers.
Dat vraagt wel ander beleid. Tot nu toe was het beleid vooral gericht op individuele mensen en de verbetering van hun gedrag en leefstijl. En hoewel gedrag en leefstijl de gezondheid beïnvloeden, is de gezondheidskloof toch alleen maar groter geworden.
In ons advies zeggen wij dat de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen een collectieve verantwoordelijkheid is en om integraal beleid vraagt. Met aandacht voor gezondheid, werk, sociale zekerheid, onderwijs en leefomgeving. We moeten de maatschappelijke oorzaken van gezondheidsproblemen aanpakken. Het beleid moet zich richten op het verbeteren van de gezondheid van iedereen, maar vooral van mensen in een kwetsbare positie.”
Welke oplossingen ziet de SER om de kloof te dichten?
“Er is niet één knop waar we aan kunnen draaien, het gaat om een combinatie van oplossingen. Onze eerste aanbeveling is: zet gezondheid en preventie centraal in alle overheidsbeleid. Stel een minister van Gezondheid aan, of een andere bewindspersoon die alle beleid rond gezondheid en preventie coördineert en de transitie van zorg naar gezondheid aanjaagt. Licht al het beleid door op gezondheid en zorggebruik en kijk ook naar de maatschappelijke baten van gezondheidsbevordering.
Bevorder daarnaast de bestaanszekerheid. Waardig werk, voldoende inkomen, goede huisvesting en goede toegang tot onderwijs en zorg zijn cruciale voorwaarden om een gezond leven te kunnen leiden. Maak werk van een inclusievere en gezondere arbeidsmarkt. En zorg dat iedereen die kan werken, ook echt mee kan doen op de arbeidsmarkt. Want goed werk is een belangrijk medicijn bij gezondheidsproblemen.
En wat minstens zo relevant is: investeer in de gezondheid van jonge kinderen. De eerste duizend dagen van een kind zijn essentieel voor zijn of haar toekomst. Bevorder veilige, gezonde zwangerschappen en daarmee een kansrijke start. Breng de basis van het onderwijs op orde. Laat kinderen en jongeren meer bewegen gedurende de schooldag, organiseer gezondere maaltijden en bevorder gelijke kansen.
Daarnaast zeggen we: versterk de gebiedsgerichte programma’s, met name voor kwetsbare regio’s en wijken. En verander het zorgsysteem in een gezondheidssysteem, met aandacht voor chronische stress, bestaansonzekerheid en ongezonde prikkels in de sociale en fysieke omgeving van mensen. Als deze aanbevelingen concreet worden ingevuld, kunnen we een heel eind komen met het dichten van de kloof.”
Gerelateerd artikel
Ligt hier vooral een taak voor de overheid of ook voor sociale partners?
‘Met dit advies richten wij ons vooral op de overheid en de formerende partijen. De formatie zorgde voor extra urgentie. We hopen dat het nieuwe kabinet onze aanbevelingen overneemt. Ons advies laat bovendien zien dat de werkgevers en werknemers het eens zijn over de aanpak van gezondheidsverschillen; in die zin is het een uitgestoken hand naar de overheid. We hebben op diverse punten aangegeven welke bijdrage de sociale partners daaraan willen leveren; zoals een inclusievere arbeidsmarkt en het combineren van werk en zorg. Als SER gaan we hier zeker verder mee. Ons advies om gezondheid centraal te stellen in al het beleid, geldt natuurlijk ook voor de adviezen die wijzelf opstellen.”
Hoeveel kleiner moet de gezondheidskloof in 2030 zijn?
“Ik ben ervan overtuigd dat we in 2030 een verschil kunnen zien als we hier integraal, domeinoverstijgend beleid op inzetten en gezamenlijk aan de slag gaan. Maar een deel van de effecten ervaren we pas veel later, bijvoorbeeld als het gaat om gezondere generaties. Het dichten van de kloof vraagt een lange adem.”
CV. Marike Knoef (1983) is decaan van de Tilburg School of Economics and Management en hoogleraar Economie aan Tilburg University. Haar onderzoeksthema’s zijn financiën van huishoudens, pensioen en vergrijzing, sociale zekerheid, arbeid en gezondheid. Ze is sinds 2020 kroonlid bij de SER en voorzitter van de (ad hoc) SER-commissie Sociaal Economische Gezondheidsverschillen.