Strengere regels voor werken met stoffen die gevaarlijk zijn voor de voortplanting

Op 21 mei is een wetswijziging ingegaan met nieuwe regels voor werken met stoffen die gevaarlijk zijn voor de voortplanting. Dat zijn stoffen die bij blootstelling risico’s hebben voor werkenden als het gaat om hun vruchtbaarheid, zwangerschap en/of de borstvoeding.

Jonge man die giftig teken in handen houdt. Een geel bordje met skelet en het woord TOXIC. © Shutterstock

De strengere regels die al langere tijd gelden voor kankerverwekkende en mutagene stoffen, zijn nu óók van toepassing op voor voortplanting gevaarlijke stoffen. Werkgevers zullen meer voorzorgsmaatregelen moeten nemen om hun medewerkers te beschermen tegen risico’s voor hun gezondheid en veiligheid door blootstelling aan deze stoffen. Daarnaast zijn er EU-grenswaarden vastgesteld voor de volgende stoffen: benzeen, nikkelverbindingen en acrylonitril.

De Europese Unie heeft onlangs de richtlijn voor gevaarlijke stoffen (CMD) aangepast. Hierin zijn nu ook voor de voortplanting gevaarlijke stoffen, ook reprotoxische of reproductietoxische stoffen genoemd, opgenomen. Dit zijn stoffen zoals lood, geneesmiddelen, hormonen en lijmen. Reprotoxische stoffen komen ook voor in bepaalde bestrijdingsmiddelen. Nederland is verplicht om de richtlijn uit te werken in de nationale wetgeving. Het Arbobesluit en de Arboregeling zijn daarom aangepast.

Lees de officiële bekendmakingen in de Staatscourant en het Staatsblad. De informatie kun je ook vinden op de website van de Rijksoverheid.

Meer voorzorgsmaatregelen nodig

Reprotoxische stoffen kunnen ernstige effecten hebben op het privéleven van de werknemer. Blootstelling hieraan kan namelijk invloed hebben op de vruchtbaarheid, de zwangerschap en/of de borstvoeding. Daarom is de richtlijn aangepast en worden deze stoffen vanaf nu als net zo ernstig beschouwd als stoffen die kanker kunnen veroorzaken.

Voor sommige beroepen – bijvoorbeeld voor schoonmakers, laboratoriummedewerkers, schilders en hoveniers – is het werken met reprotoxische stoffen onvermijdelijk. Hoe schadelijk deze stoffen zijn voor werkenden, hangt af van het soort stof en de hoogte van de blootstelling. Werkgevers zullen meer voorzorgsmaatregelen moeten nemen om hun medewerkers te beschermen tegen de risico’s van deze stoffen. Vanuit de verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is de werkgever verplicht om alle arbeidsrisico’s in kaart te brengen en daarvoor in een plan van aanpak passende maatregelen te treffen.

Aanpassingen in de wet

Reprotoxische stoffen met een gevaarsklasse van categorie 1 (1a of 1b) moeten vanaf nu voldoen aan de nieuwe wetgeving. Voor stoffen die vallen in gevaarcategorie 2, verandert er niets. Daarbij blijft de beperkte blootstellingsregistratie van kracht.

Op twee punten gaat de Nederlandse wetswijziging verder dan de richtlijn van de Europese Unie:

  • De bewaartermijn van de registratie van blootstelling door bedrijven is 40 jaar. Dit geldt al voor kankerverwekkende stoffen. De EU-richtlijn geeft 5 jaar aan, maar met een termijn van 40 jaar kunnen de gevolgen beter vastgesteld worden.
  • Voor reprotoxische stoffen waarvan het niet duidelijk is of er een veilige waarde bestaat, gelden in Nederland strengere regels dan de EU-richtlijn bepaalt. Deze stoffen worden beschouwd als stoffen zonder veilige drempelwaarde. Als duidelijk is dat een stof een veilige drempelwaarde heeft, dan wordt dit aangegeven in de Nationale grenswaardenlijst. Werkgevers moeten in dat geval de blootstelling altijd zo laag houden als technisch mogelijk is.

De rol van de SER

De SER ziet het als zijn taak om gezond en veilig werken, goede arbeidsomstandigheden, in Nederland te stimuleren. De SER adviseert en informeert daartoe werkgevers, werknemers en arbodeskundigen met het oog op goede werkomstandigheden.

Met berichtgeving over de wetswijziging voor het werken met reprotoxische stoffen informeert de SER het veld, hetgeen bijdraagt aan meer bewustwording en het aanbrengen van de juiste focus binnen bedrijven.

Het SER Arboplatform is het centrale punt van sociale partners voor informatie over gezond en veilig werken. Werkgevers, werknemers en arbodeskundigen kunnen er terecht voor al hun arbovraagstukken.
Wil je weten wat er in de Arbowet staat en hoe je deze toepast?