Mbo zorg en techniek populair, ondanks daling aantal studenten
Bij praktische mbo-opleidingen in de zorg en techniek steeg het aantal studenten in 2022 met 8% ten opzichte van 2021. Een opvallende ontwikkeling, aangezien het totaal aantal mbo-studenten juist afnam. Dit blijkt uit onderzoek van de MBO Raad.
© Shutterstock
Kraptesectoren
Naast het aantal studenten wat voor het eerst start met een praktische mbo-opleiding, zijn er ook meer studenten die zich laten omscholen. In totaal begonnen in 2022 ruim 19.000 studenten aan een praktijkopleiding voor de zorg, en ruim 11.000 studenten aan een opleiding in de technische sector. Dit ging beiden om BBL-opleidingen. Een opvallende stijging, aangezien het totaal aantal studenten in het mbo juist is gedaald. In totaal nam het aantal studenten met 1,5% af, tot ruim 151.000. Deze daling is al sinds 2019 ingezet en zet dus door.Aansluiting op de arbeidsmarkt
De MBO Raad heeft op 14 februari 2023 de werkagenda mbo van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap getekend. In deze werkagenda zijn afspraken gemaakt om de kwaliteit van het mbo-onderwijs te verbeteren en te versterken. Hierbij is de aansluiting op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt een van de belangrijkste speerpunten. ‘We gaan inzetten op extra begeleiding van studenten in een kwetsbare positie in de laatste fase van hun opleiding. Hiermee worden studenten beter voorbereid op de overstap naar de arbeidsmarkt, wat een goede zaak is’ aldus Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad in eigen berichtgeving.Ook in het recente SER- advies ‘Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk’, is die verbinding met de arbeidsmarkt een aandachtspunt. De SER pleit daarin voor kortere opleidingstrajecten voor zij-instromers waar zij een mbo-certificaat kunnen behalen. Ook moet het scholingsaanbod voor werkenden flexibeler en uitgebreider worden, zodat het volgen van een opleiding naast je werk en vooral het combineren van leren en werken meer wordt gestimuleerd.
Lees hier het volledige advies