SER-Scriptieprijs 2022: 4 vragen aan de winnaar en de genomineerden
De zorg en het zorgen voor anderen spelen een prominente rol in de scripties van de drie genomineerden voor de SER-Scriptieprijs 2022: Julia Postmes (winnaar), Sabine Verbunt en Ilse Dijkstra. Zij schreven over gevluchte Syrische artsen die noodgedwongen thuis zitten, de zorgplicht van pensioenfondsen en goedbedoelde zorgbetutteling. Wat is hun advies aan het kabinet?
Tekst: Ton Bennink
Aan het woord:
Ilse Dijkstra,
master European Studies on Society, Science and Technology
Julia Postmes,
master Healthcare management
Sabine Verbunt,
master Financieel Recht
Ruim zestig inzendingen dongen mee naar de SER-Scriptieprijs voor masterstudenten 2022. Maar er kan er maar een de beste zijn. Julia Postmes krijgt die eer, met haar masterscriptie getiteld: Respected physician in Syria, unemployed refugee in the Netherlands: An analysis of medically-educated Syrian refugees’ integration in the Dutch medical field.
De jury waardeert dat ze zowel aandacht besteedt aan betere adaptie van Syrische artsen als aan hun verdere loopbaanbegeleiding. Ook de actualiteit en de grote relevantie van het onderwerp, zeker ook voor de SER, worden geroemd.
Postmes mag een dag meelopen met de voorzitter van de SER en na de zomer de raad toespreken tijdens een openbare vergadering. Ze krijgt daarnaast een geldprijs van 2000 euro. Genomineerden Sabine Verbunt en Ilse Dijkstra krijgen ieder 500 euro. De jury bestond uit SER-kroonlid Ed Nijpels, voorzitter FNV Tuur Elzinga en voorzitter VNO-NCW Ingrid Thijssen.
Julia Postmes: ‘We verspillen talent en ervaring met artsen in de bijstand’
1. Waarover gaat jouw scriptie?
“Over de integratie van Syrische artsen in het Nederlandse zorgstelsel. Het verbaasde me dat zeventig procent van de Syriërs in Nederland afhankelijk is van de bijstand, terwijl zij een relatief hoogopgeleide vluchtelingengroep vormen.”
“Dat komt onder andere door het taaie traject dat de gevluchte artsen moeten doorlopen om hier te mogen werken. De toetsing beslaat medische kennis, gespreksvoering en inhoud, wetenschappelijke vaardigheid en beheersing van het Nederlands en Engels. Stageplekken regelt de overheid pas nadat alle toetsen zijn gehaald.”
“Op eigen initiatief een praktijkplek vinden is – op een enkele uitzondering na – onmogelijk. Zonder patiëntencontact is vooral de medische gespreksvoering en Nederlands leren erg moeilijk. Bovendien ontbreekt een traject voor specialisten. Het toetsingstraject leidt naar een basisartsenkwalificatie. Een hartchirurg verliest dus bijvoorbeeld zijn specialisatie en moet na twintig jaar ineens opnieuw celbiologie bestuderen.”
2. Waarom is dit onderwerp belangrijk en urgent?
“Omdat er veel te winnen valt voor deze individuen én de maatschappij. Het gaat om hoogopgeleide en vaak ervaren mensen die dolgraag aan de slag willen, maar hier in Nederland jaren kwijt zijn aan studeren uit boeken. Sommige oudere Syrische artsen zien door de zware procedure zelfs helemaal af van de procedure. Dat is zonde van hun talent, kennis en ervaring.”
‘Extra pijnlijk als de gemeente intussen aandringt om te gaan werken als postbode’
“Ook voor hen is het zwaar om hun eervolle beroep te verliezen en ineens financieel afhankelijk te zijn van de overheid. Extra pijnlijk is het als de gemeente ondertussen aandringt om te gaan werken als postbode. Ik studeer zelf geneeskunde en moet er niet aan denken te moeten vluchten en dan in een vreemd land zo veel hordes te moeten nemen om je beroep uit te mogen oefenen.”
3. Wat zou jouw advies zijn aan het kabinet?
“Bied praktijkstages aan voordat de toetsing plaatsvindt en creëer een speciaal traject voor specialisten. Vraag deze artsen zelf wat ze nodig hebben om hun werk hier goed te kunnen doen. De huidige procedure is onnodig zwaar. Syrische artsen wijzen graag naar Duitsland, waar ze al onder supervisie – betaald zelfs – aan de slag mogen na het slagen voor de taaltoets. De uitgebreide medische toetsing komt later.”
4. Wat zijn je toekomstplannen?
“Nog anderhalf jaar en dan hoop ik mijn master Geneeskunde af te ronden. Hoogstwaarschijnlijk gaat mijn volgende masterscriptie over de auto-immuunaandoening lupus bij kinderen.”
Ilse Dijkstra: ‘Stop met “je moet dit doen en dan word je gezond”’
1. Waarover gaat jouw scriptie?
“Over de opbrengst van wijkinterventies die mensen met een lage sociaaleconomische positie gezonder willen laten leven en hun sociale positie willen verbeteren. Deze interventies doen – onbedoeld – het tegendeel van wat ze beogen. De gezondheidsverschillen worden niet kleiner en de sociale positie blijft hetzelfde.”
“Beleidsmakers denken dan dat veel mensen te ongemotiveerd en ongeïnteresseerd zijn om gezond te gaan leven. Maar deze interventies werken niet omdat de context niet is toegesneden op de behoeften van wijkbewoners. Zo willen fondsen die het project financieren bepaalde resultaten zien, heeft de wetenschap aannames over gezondheid en nemen professionals negatieve wijkimago’s over. Deze context leidt ertoe dat de aanpak voor deelnemers generaliserend en stigmatiserend uitpakt. Of de aanpak zelf wel passend is, wordt niet ter discussie gesteld.”
2. Waarom is dit onderwerp belangrijk en urgent?
“Ik wilde weten hoe het kan dat de sociaaleconomische verschillen in Nederland groter worden. Een deel van het antwoord is dat wetenschappers en beleidsmakers praten en schrijven óver en niet mét mensen met een lage sociaaleconomische status. Beleid en interventies worden erg ‘topdown’ gemaakt, zo blijkt. Je kunt wel zeggen dat mensen zich niet aan het beleid houden, maar misschien moet je mensen meer bij beleid betrekken.”
3. Wat zou jouw advies zijn aan het kabinet?
“We maken te veel beleid óver mensen met een sociaaleconomisch lagere status in plaats van mét hen. Ook mensen die te zwaar zijn, roken, worstelen met stress, een laag opleidingsniveau of een laag inkomen hebben, moeten serieus worden genomen. Zij zijn deskundigen over hun leven en hebben ideeën over hoe het beter kan.
‘We maken te veel beleid óver mensen in plaats van mét hen’
Mensen met een lagere sociaaleconomische status krijgen vaak een negatief stigma, ook in de wetenschap. Stop met ‘je moet dit doen en dan word je gezond’.”
4. Wat zijn je toekomstplannen?
“Ik ga hier zeker verder in. Dit onderwerp leeft zeer. Ik wil graag promoveren op een studie die onderzoekt hoe we wetenschap en beleid kunnen maken die sociaaleconomische ongelijkheid niet vergroten. Ik blijf hier zeker mee bezig.”
Sabine Verbunt: ‘Luxe dat veel mensen zich niet met hun pensioen bezighouden’
1. Waarover gaat jouw scriptie?
“Over aandachtspunten voor de invulling van zorgplichten van pensioenfondsen in het nieuwe pensioenstelsel. De stelselwijziging moet voor meer keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid zorgen, maar uit de gedragseconomie blijkt dat mensen maar beperkt rationeel kiezen. Daardoor zijn keuzes vaak niet optimaal.”
‘Pensioenfondsen moeten mensen helpen met kiezen’
“Mensen willen keuzevrijheid, maar niet kiezen. Dus pensioenfondsen moeten ze helpen. Bijvoorbeeld door nudging. Dat is mensen onbewust een duwtje geven. Of door boosting: mensen bewust beter leren kiezen. Richt de standaard keuzeopties zo in dat ze aansluiten bij de wensen van deelnemers en de risico’s die ze kunnen dragen.”
“Daarnaast beveel ik robots aan vanuit de financiële technologie, met optie tot maatwerk. Het is ondoenlijk om die miljoenen deelnemers straks allemaal persoonlijk advies te geven. Bovendien moet de communicatie vanuit de fondsen beter. Bijvoorbeeld door middel van een pensioenapp met nieuws en tips.”
2. Waarom is dit onderwerp belangrijk en urgent?
“Het betreft de laatste twintig jaar van je leven, als je mazzel hebt. We zijn in Nederland erg verwend. Het is een luxe dat veel mensen zich niet met hun pensioen bezighouden. Door tegenvallende beleggingsresultaten, vergrijzing en de lage rente wordt dit onderwerp steeds urgenter. Persoonlijk vond ik het snijvlak pensioenen en zorgplichten erg interessant. Komt bij dat ik een baantje bij een pensioenadviseur had. Het onderwerp leeft niet echt, zeker niet onder studenten, maar het zou wel meer aandacht mogen krijgen.”
3. Wat zou jouw advies zijn aan het kabinet?
“Kijk goed wat uitvoerbaar is. Kunnen pensioenfondsen aan de veranderende wettelijke zorgplichten voldoen? Wat is haalbaar? Zeker nu er meer keuzevrijheid komt. En sluit de wetgeving aan bij de wens tot meer keuzevrijheid?”
4. Wat zijn je toekomstplannen?
“Deze scriptie was voor de master Financieel Recht. Ik ben nu bezig met mijn masterscriptie Econometrie. In september start ik als onderzoeker bij het Centraal Planbureau.”
Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.
Twee inzendingen kregen een eervolle vermelding van de jury: Almere, een stad zonder afval. Een nieuw inzicht op de (bestuursrechtelijke) afhandeling van afvaldumpingen van Fariesha Soebratie en Can the Female Garment Worker Speak? Women Workers’ Voices in Bangladesh during the COVID-19 Pandemic van Anna Renfrew.