8 inzichten in een ‘rechtvaardige klimaattransitie’
Iedereen zal gaan merken dat Nederland naar klimaatneutraal in 2050 gaat. Iedereen is het er ook over eens dat dit rechtvaardig, haalbaar en betaalbaar moet. Maar wat betekenen deze termen precies? En hoe pakken we dat aan? De visies van betrokkenen en experts op een rechtvaardige transitie in acht inzichten.
Tekst: Rolf de Vos
De onderstaande uitspraken zijn gedaan op het SER-webinar ‘Rechtvaardige transitie, van abstract doel naar bruikbaar middel’. Hier spraken SER-voorzitter Mariëtte Hamer en Werner Schouten van de Jonge Klimaatbeweging met tien gasten over de rechtvaardige transitie.
Lees door onder de foto
1. ‘Rechtvaardigheid’ is een veelkoppig monster
De overgang naar een klimaatneutraal Nederland gaat iedereen aan. “Maar het kan alleen als het rechtvaardig gebeurt,” zegt Diederik Samsom, kabinetschef van Eurocommissaris Frans Timmermans. Maar wat is dat eigenlijk, ‘rechtvaardigheid’? Niels Kastelein, directeur Klimaat bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, definieert: “Het verdelen van de voor- en nadelen over alle sectoren, zodat iedereen meedoet. Daar zitten vele dimensies aan.”
De eerste dimensie die bij iedereen opkomt: het draait om geld! Maar het gaat ook over opleidingen en banen: hoe begeleiden we werkenden in de fossiele industrie naar ander werk? Het gaat over meepraten en -beslissen. En wat te denken van de verdeling tussen generaties? Moeten jongeren nu boeten voor het klimaatprobleem dat door hun ouders is veroorzaakt? En dan is er ook nog de verdeling tussen rijke en arme landen, de verdeling van ruimte (bijvoorbeeld op de Noordzee of op land), of de verdeling van grondstoffen.
2. Geld: kosten en baten moeten eerlijk verdeeld
Zeker in tijden dat de aardgasprijs de pan uitrijst, zijn er grote zorgen of iedereen zich de klimaattransitie wel kan veroorloven. Zijn isolatie, een elektrische auto of een set zonnepanelen wel betaalbaar? Hoe verdelen we de kosten eerlijk? En hoe zorgen we dat ook de huurder, het mkb en de boer kunnen profiteren van de opbrengsten?
Peter Mulder van TNO bracht recent nog de energiearmoede in Nederland in kaart: “Zo’n 7 procent van de huishoudens zat al voor de prijsstijging in problemen. Die woont in slecht geïsoleerde huizen met hoge energierekeningen. Een deel van de ‘versnelling’ van de transitie zou moeten zitten in het verbeteren van die huizen. De kosten zijn daar het hoogst, maar de baten ook. Dus moeten we die isolatie beter organiseren en de baten beter verdelen. We moeten de woningbouwverenigingen, de huiseigenaren en andere verhuurders bij elkaar brengen.”
3. Hou rekening met effecten op inkomens en banen
Sommigen vinden dat het energiebeleid rekening moet houden met energiearmoede, bijvoorbeeld via een tegemoetkoming in de energierekening. Slecht idee, vindt Frank Kalshoven van de Argumentenfabriek: “In dat geval ben ik tégen een rechtvaardige transitie. We moeten klimaatbeleid niet aan inkomensbeleid gaan knopen, of aan onderwijs- of arbeidsmarktbeleid. Dan wordt het een vieze spaghetti. Arbeidsmarkt- en inkomensbeleid moeten met meer rekening houden dan met effecten van klimaatbeleid alleen. Ga alsjeblieft niet weer werken met toeslagen, maar geef mensen gewoon meer geld, los van het energiebeleid. Dan kunnen ze zelf beslissen.”
Hij krijgt weerwerk van Donald Pols. De Eerlijke Klimaatagenda van zijn Milieudefensie wil juist wél dat klimaatbeleid rekening houdt met inkomenseffecten. “Het is politiek niet realistisch te denken dat we eerst een goed inkomensbeleid kunnen hebben. Als we de inkomenseffecten van klimaatbeleid niet direct aanpakken, organiseren we onze eigen weerstand.” De huidige subsidies werken volgens hem vooral voor de hogere inkomens: “Ik wil de menselijke maat terug. Het mkb moet niet 30 keer zo veel belasting betalen, terwijl de opbrengst daarvan vooral naar de grote industrie gaat.”
Mariëtte Hamer zoekt de middenweg: “We moeten niet belanden in een schematische discussie over inkomens- en klimaatbeleid. Ik pleit niet voor een ‘integraal beleid’. Maar we moeten wel zoeken naar concrete oplossingen voor problemen die met elkaar in verband staan.”
4. Er is een opleidingsoffensief nodig
Na de financiële lusten en lasten zijn opleidingen en banen een belangrijk element van een ‘rechtvaardige transitie’. Hoe houden we mensen aan het werk, als ze bijvoorbeeld hun baan in de fossiele industrie kwijtraken? Lukt het om hen te begeleiden naar banen in de energietransitie, waar enorme tekorten aan technisch opgeleid personeel bestaan? Mariëtte Hamer: “De banenmarkt voor de energietransitie is nu te veel ‘een dingetje erbij’.”
Bas van Weegberg van vakbond FNV wil een opleidingsoffensief om al die banen in te vullen. “Dan denk ik ook aan hoe we dat bij de sluiting van de Hemweg-kolencentrale hebben aangepakt. De mensen die daar werkten zijn gecompenseerd, met scholing en budget. Die aanpak zouden we naar nationaal niveau moeten optrekken.”
“Kwaliteit van de banen is daarbij van groot belang. Zorg voor goede scholing, goede arbeidsvoorwaarden en goede contracten. Graag niet zoals nu bij windturbines op zee gebeurt, met onzekere contracten. Ook hier gaat het om eerlijk delen. Dan vergroot je de betrokkenheid van werknemers. De snelheid die de energietransitie nodig heeft mag niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid.”
5. Iedereen betrekken; ‘vertrouwen’ is het toverwoord
Kan iedereen zelf meedoen, of worden de besluiten over je rug en hoofd genomen? Vrijwel iedereen in het panel houdt een pleidooi voor het beter betrekken van burger, boer en kleine bedrijven. “Het Energieakkoord in 2013 ontstond nog hier bij de SER bij het maatschappelijke middenveld. Het Klimaatakkoord was meer gericht op de politiek. Dat was nodig, maar we moeten nu ook weer terug naar het middenveld en de straat op,” zegt Mariëtte Hamer.
Ze krijgt steun van Louise van Schaik (instituut Clingendael): “Organiseer burgerpanels, hou daarin de beleidsdialoog met de mensen. Kijk bijvoorbeeld naar de kracht van burgercollectieven. Mensen moeten ondervinden waar de transitie goed voor is. Zij moeten daar ook vertrouwen in krijgen.”
De Schotse ‘Just Transition Commission’ is een mooi voorbeeld van hoe dat kan. Voorzitter Jim Skea: “Wij zijn zes jaar geleden opgericht om de impact op consumenten en banen te volgen. In het comité zaten vakbond, milieubeweging, bedrijfsleven, wetenschappers. Met meetings in de stad- en dorpshuizen zijn we met de mensen in contact gebleven. Dat wekt vertrouwen. Onze adviezen in maart 2021 zijn ook allemaal aangenomen! Dat is eigenlijk de belangrijkste les voor ons geweest: we zijn een maatschappij die door de mensen wordt aangedreven, niet door beleid.”
6. Neem ook het mkb mee
Erik te Brake van werkgeversvereniging VNO-NCW breekt een lans voor de duizenden middelgrote en kleine bedrijven in Nederland. “Die willen best investeren. Maar ze zijn ook huiverig. Zeker nu met die hoge gasprijs willen ze een goed perspectief. De overheid moet de voorwaarden scheppen zodat de bakker op de hoek kan investeren en dat ook terugverdient. Dat betekent: belemmeringen wegnemen, goede regelingen treffen. De hoge energiebelasting van nu verlamt. 1,3 miljard euro extra voor isolatie van woningen is mooi, maar vergeet de bakker op de hoek niet! Dat is echt een gemiste kans.”
7. Noem ook de voordelen
Het lijkt soms dat de energietransitie alleen maar geld en banen kost. “Al die anti-geluiden komen zo gemakkelijk de huiskamer binnen,” constateert Mariëtte Hamer. Hoog tijd dus om de schijnwerpers te zetten op de positieve kant van de transitie naar klimaatneutraal, zodat eerlijke keuzes mogelijk worden, vinden de panelleden. “Er moet meer aandacht komen voor de communicatie van dat verhaal, voor de metaforen,” zegt Louise van Schaik. “Ik zie dat in Nederland nu niet gebeuren.”
8. Niet wachten op de politiek
Mariëtte Hamer ziet in de rechtvaardige transitie een klus met een enorme urgentie. “Dit gaat eigenlijk allemaal over dingen die al vandaag gebeurd hadden moeten zijn. In november hebben we hopelijk een nieuw kabinet, maar laten we niet wachten op de politiek. We kunnen nu zelf al beginnen, binnen de SER en met deze mensen. Dan komt de politiek ook wel.”
Niels Kastelein van EZK maakt duidelijk dat ook de overheid bezig is: “Wij zijn ook voor het komende kabinet al bezig met die lusten en lasten van de transitie. De Tweede Kamer heeft ook al gevraagd om een burgerforum, niet alleen nationaal maar ook regionaal. Maar of daar wat mee gaat gebeuren is wel aan de politiek.”
Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.
Het Klimaatakkoord is een set van honderden afspraken tussen meer dan 100 partijen, zoals overheden, brancheverenigingen en maatschappelijke organisaties. Het doel van het Klimaatakkoord uit juni 2019 was: in 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen 49% lager zijn dan in 1990. Die taak is verdeeld over vijf sectoren: industrie, elektriciteitsopwekking, gebouwde omgeving, mobiliteit, en landbouw en landgebruik. Intussen bespreken partijen hoe de nieuwe, hogere Europese doelstelling van 55% emissiereductie in 2030 in het Klimaatakkoord kan worden ingepast.
Rechtvaardige transitie, van abstract doel naar bruikbaar middel