Steeds meer mensen verdienen geld in de platformeconomie. Online platforms brengen vraag en aanbod op een nieuwe manier bij elkaar. Is dat iets om blij mee te zijn of moeten we er zorgen over hebben? Volgens een eerste verkenning van de SER allebei. De belangrijkste conclusies samengevat in 5 vragen.
Corien Lambregtse
Aan het woord
Marije Ottervanger, FNV:
‘Het kan niet zo zijn dat bedrijven die het netjes regelen worden beconcurreerd door bedrijven die dat niet doen’
De platformeconomie is een spruit van de steeds verder digitaliserende economie, wereldwijd aangevoerd door de ‘Big 7’: Apple, Amazon, Facebook, Google, Microsoft, Alibaba en Tencent. Samen goed voor een marktwaarde van 5.000 miljard dollar (cijfers 2018). Vergeleken bij deze reuzen zijn de bekendste Nederlandse platforms zoals Booking.com, Bol.com en Thuisbezorgd.nl slechts dwergen. Maar ook in Nederland is de platformeconomie aan een opmars bezig.
Online platforms brengen vraag en aanbod bij elkaar. Het gaat om arbeid, maar ook om goederen, geld, communicatie, entertainment en informatie. Het ene platform biedt een digitale marktplaats, het andere een distributiekanaal. De platforms die vraag en aanbod van arbeid bij elkaar brengen worden ook wel de werkplatforms genoemd.
In Nederland zijn zo’n 125 werkplatforms actief. De meeste bieden fysiek werk op locatie, zoals maaltijdbezorging en schoonmaak, de andere bieden online werk, zoals softwareontwikkeling of vertaalwerk. Het aantal platformwerkers in Nederland is, net als in andere Europese landen, op dit moment beperkt. Maar als de platformeconomie doorzet, kan de werkgelegenheid fors groeien.
Lees door onder de foto
2. Hoe zit het met de arbeidsrelatie van medewerkers van een platformbedrijf?
De arbeidsrelatie van medewerkers van platformbedrijven is een heikel punt. Zijn het werknemers, opdrachtnemers of (zelfstandige) ondernemers? Een werknemer valt in de regel onder een cao, heeft een sociaal vangnet en heeft recht op inspraak. Een zzp’er werkt voor eigen rekening en risico. De meeste werkplatforms werken met zzp’ers. De vraag is of bedrijven daarmee voldoen aan de wettelijke regels voor arbeidsverhoudingen, of dat er sprake is van schijnzelfstandigheid.
‘Er wordt over de ruggen van werkenden heen op arbeidskosten geconcurreerd’
Marije Ottervanger, campagneleider Platformwerk FNV, ziet grote verschillen tussen platforms. “Er zijn platforms waar mensen zelfstandig en onafhankelijk werken; de echte zzp’ers. Er zijn ook platforms waar werkers volledig worden aangestuurd en gecontroleerd door een app en niet kunnen onderhandelen over het tarief. Dat zijn schijnzelfstandigen. Ze krijgen niet de zekerheden en het sociale vanget waar ze als werknemer recht op hebben. Het lijkt leuk om als zzp’er zelf je werktijden te kunnen bepalen, maar in de praktijk valt dat tegen, zeker bij platformbedrijven aan de basis van de arbeidsmarkt.”
“Het probleem is dat de Belastingdienst en de Inspectie SZW momenteel niet in staat zijn om de regels rond schijnzelfstandigheid te handhaven. De FNV heeft al verschillende rechtszaken tegen platformbedrijven aangespannen om dit probleem aan de orde te stellen. In de SER-verkenning Hoe werkt de platformeconomie? zeggen we dat de Belastingdienst en de Inspectie hier werk van moeten maken, omdat er een negatieve werking van uitgaat op de markt.”
“De arbeidskosten van zzp’ers zijn voor een bedrijf lager dan van een werknemer. Er wordt dus over de ruggen van werkenden heen op arbeidskosten geconcurreerd. Dat willen we niet in Nederland. Het kan niet zo zijn dat bedrijven die het netjes geregeld hebben met hun werknemers worden beconcurreerd door bedrijven die dat niet doen. Het valt nu nog mee met de omvang van de platformeconomie, daarom moeten we er nu bij zijn om de sociale standaard op orde te houden.”
3. Voldoet het platformwerk aan de norm voor decent work?
Zowel bestaande als nieuwe werkgelegenheid moet voldoen aan de eisen van ‘decent work’. Ook daar zijn bij platformwerk soms vragen bij te stellen. Platformwerkers werken vaak op onregelmatige tijden, en ook ’s avonds en ’s nachts. Sommige platformwerkers lopen een relatief hoog risico op een arbeidsongeval of werkgerelateerde gezondheidsschade, met name wanneer ze jong en onervaren zijn. Ook kan het werken voor een platform een bron van stress zijn, bijvoorbeeld als de hoeveelheid werk die je krijgt afhangt van de snelheid waarmee je werkt en van de ontvangen ratings. Werkplatforms gebruiken vaak algoritmen om het werk te verdelen, wat de autonomie en privacy van platformwerkers kan aantasten.
‘Er zitten schaduwzijden en immorele kanten aan dit soort werk’
“De nieuwe economie vraagt nieuwe manieren van werk”, zegt Jeroen van Bergeijk, onderzoeksjournalist. “Daar ben ik al tijden door gefascineerd. Hoe zit het met werken bij een webshop, distributiebedrijf of vervoersdienst? Wat wordt er van werkers gevraagd? Om erachter te komen, heb ik als Uber-chauffeur gewerkt en ook bij Bol.com. Ik schrijf erover omdat ik wil laten zien wat er gebeurt. Het oordeel laat ik aan de lezer. Ikzelf gebruik geen Uber-diensten meer. Het systeem van beoordeling, beloning en prikkels maakt mij heel ongelukkig.”
“Als ‘gewone’ werknemer heb je misschien eens in het halfjaar een beoordelings- of functioneringsgesprek, de Uber-app beoordeelt je elke 10 minuten. Je krijgt continu berichten en prikkels om ergens naar toe te rijden waar veel passagiers zijn, om nog een ritje te doen. Het systeem is erop gericht je langer door te laten werken. Je denkt dat je zelfstandig bent, maar de app is je baas.”
“Bij Bol.com zijn veel dingen prima geregeld, maar ook daar worden hoge eisen gesteld en word je continu gecontroleerd. Aan het eind van de werktijd sta je een kwartier in de rij voor de bodyscan, om te voorkomen dat je iets meeneemt dat niet van jou is. Ik vond het heftig en zelfs vernederend. Mijn ervaring is dat niemand dit soort werk lang volhoudt. Sommigen mensen vinden daarna misschien makkelijker een volgende baan, maar er zijn ook veel arbeidsmigranten bij, die in dienst zijn bij schimmige uitzendbureus en in afschuwelijke huisvesting worden ondergebracht. Er zitten schaduwzijden en immorele kanten aan dit soort werk. Daarvoor moeten we onze ogen niet sluiten.”
4. Wat is de impact van de platformbedrijven op de markt?
Het verdienmodel van veel platforms zit in advertenties en in de bemiddelingskosten die bedrijven betalen. Hoe meer gebruikers, hoe meer transacties, hoe aantrekkelijker de advertenties op het platform. Daarom zijn platformbedrijven erop gericht een groot deel van de markt te bemachtigen om hun kosten te dekken en een marge te behalen. Voor je het doorhebt, zijn er nog maar enkele platforms over, met heel veel marktmacht.
‘Nieuwkomers en traditionele bedrijven moeten een gelijk speelveld hebben’
“Platformbedrijven veranderen de economie. Dat heeft zeker goede kanten. Het zijn hoogwaardige technologische bedrijven die bestaande bedrijven stimuleren om ook te innoveren”, zegt Bas ter Weel, SER-kroonlid en directeur SEO Economisch Onderzoek. “De consument wil gemak, daar is duidelijk een markt voor. Ook supermarkten hebben nu een thuisbezorgservice. Dat gemak heeft echter wel een prijs. Daar moeten we het met elkaar over hebben.”
“De grote platformbedrijven hebben een Angelsaksisch verdienmodel: veel financiële prikkels, minder sociale zekerheid, minder samenwerken. In Nederland en Europa zijn we juist van het Rijnlandse model: redelijke inkomensverdeling, sterke sociale zekerheid, goede medezeggenschap. De uitdaging is om te zorgen dat platformbedrijven meer bij de Rijnlandse traditie gaan aansluiten. Om dat te bereiken, zijn er op Europees niveau wetten en regels nodig, zodat we de rechten van ondernemers, werkenden en consumenten beschermen en ongewenste machtsposities voorkomen.”
“Nieuwkomers en traditionele bedrijven moeten een gelijk speelveld hebben. En consumenten moeten beseffen dat persoonlijke dienstverlening waarde heeft waarvoor betaald moet worden. We moeten niet willen dat mensen heel weinig verdienen met heel hard werken.”
Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.
Er zijn zorgen over de platformeconomie, maar laten we de kansen vooral niet vergeten. Aan de positieve kant staat dat platforms technologisch hoogwaardige bedrijven zijn die zelf hoogopgeleide mensen nodig hebben. Daarnaast bieden ze mensen aan de basis van de arbeidsmarkt de kans om via platformwerk een CV op te bouwen en werkervaring op te doen. En ze maken het consumenten veel makkelijker om producten te kopen of een dienstverlener te vinden. Want de tijd en kosten om aanbieders, kwaliteit en prijzen met elkaar te vergelijken, de zogeheten transactiekosten, zijn veel lager geworden.
‘Platforms kunnen helpen maatschappelijke vraagstukken op te lossen’
Jelmer Schreuder, adviseur public affairs van de branchevereniging NL digital: “Platformbedrijven zijn al lang onderdeel van ons leven geworden. Ze helpen om maatschapppelijke problemen op te lossen. Bijvoorbeeld door in de coronatijd werken en scholing op afstand mogelijk te maken.”
“Platformbedrijven brengen vraag en aanbod bij elkaar op een manier en schaal die nog nooit eerder mogelijk waren. Dat betekent soms ook dat ze bestaande problemen in een sector zichtbaarder maken. Elke markt waar een platform toetreedt, wordt efficiënter, omdat vraag en aanbod elkaar sneller vinden en de markt kan groeien. De platformeconomie biedt daardoor grote kansen.”
“Een nieuwe markt vraagt nieuwe regels om werkers, consumenten en bedrijven te beschermen. Maar ook zorgvuldige regels, om de kansen niet om zeep te helpen. Er is eenduidige, Europese regelgeving nodig, zodat er een gelijk speelveld ontstaat voor alle bedrijven. Voor Europa ligt hier de kans om de standaard zetten, zoals bij de Europese regels op het gebied van privacy. Die regels voorkomen concurrentie op bescherming van rechten en geven gelijke kansen voor alle bedrijven die in Europa actief zijn of willen worden.”
SER-verkenning Hoe werkt de platformeconomie?
De risico’s aanpakken, de kansen aangrijpen. Daar ligt volgens de SER-verkenning Hoe werkt de platformeconomie? de uitdaging. De verkenning schetst een beeld van de praktijk van de platformeconomie en de werkplatforms, de positie van de platformwerker en de vragen die de platformeconomie oproept. De verkenning is door de commissie Platformeconomie en werk geschreven, onder voorzitterschap van Mariëtte Hamer. Bas ter Weel was vicevoorzitter, Marije Ottervanger en Jeroen Schreuder waren lid van de commissie.