Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling
De SER heeft de variant persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling nader onderzocht en uitgewerkt en vindt deze interessant. Met deze – technische – verkenning wil de SER een vervolgbijdrage leveren aan de discussie over de toekomst van het pensioenstelsel dat een goed pensioeninkomen biedt en beter aansluit op de veranderende samenleving.
Discussie versterken
Het rapport gaat daarnaast in op de vraag hoe een mogelijke overgang kan plaatsvinden en hoe de vergelijking tussen verschillende varianten uitpakt. Op basis van deze verkenning en het vorige pensioenadvies wordt de brede dialoog, die de SER was gestart, weer opgepakt. Daarmee wil de SER de discussie over en het draagvlak voor eventuele veranderingen versterken. De onderzochte variant is een van de in totaal vier varianten voor een toekomstbestendig pensioen die de SER al eerder presenteerde.
Persoonlijk pensioen met collectieve risicodeling
De onderzochte variant behoudt de sterke punten van het huidige stelsel, zoals collectiviteit en gezamenlijk delen van risico’s. Maar dat gebeurt dan wel binnen een pensioencontract op basis van persoonlijk pensioenvermogen. In zo’n contract is het voor deelnemers transparant hoeveel pensioen zij hebben opgebouwd. Tevens is er meer mogelijkheid voor maatwerk, zonder dat de collectiviteit wordt losgelaten. De SER heeft onderzocht hoe risico’s kunnen worden gedeeld binnen een regeling op basis van persoonlijk pensioenvermogen.
Samen delen van pensioen risico’s
Het delen van beleggingsrisico’s kan met een collectieve buffer naast het persoonlijk pensioenvermogen. In goede tijden wordt de buffer gevuld: een deel van de opbrengsten van beleggingen gaat dan niet naar het persoonlijke pensioenvermogen, maar naar de buffer. Andersom: als de beleggingsrendementen laag zijn, kan het persoonlijk pensioenvermogen juist worden aangevuld vanuit de buffer. Voor het delen van het risico voor een verdere toename van de levensverwachting (‘macro-langlevenrisico’) zijn twee opties uitgewerkt in het rapport.
Het delen van beleggingsrisico’s via de buffer leidt tot stabielere en/of hogere pensioenuitkomsten. Doordat deze buffer niet negatief mag zijn, kunnen risico's niet worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Het delen van het macro-langlevenrisico zorgt voor een stabieler pensioen voor ouderen. Door maatwerk kan het beleggingsbeleid beter aansluiten bij de leeftijd van de deelnemer.
Transitie: dubbele overgang
De verkenning gaat ook in op de vraag hoe een eventuele overgang kan plaatsvinden. Uiteraard zal dit ook in de dialoogfase verder aan de orde komen. Bij de eventuele invoering van deze variant is sprake van een dubbele overgang. Het is in dit scenario nodig om de pensioenaanspraken uit de oude regeling om te zetten in pensioenvermogen binnen de nieuwe regeling én de nieuwe regeling gaat gepaard met afschaffing van de doorsneesystematiek. De verkenning spreekt zich niet uit over de wenselijkheid daarvan.
Bij een dubbele overgang kunnen de nadelige effecten die ontstaan door afschaffing van de doorsneesystematiek worden verzacht. Voor een eerlijke verdeling van de lasten zal het wel nodig zijn dat benadeelde leeftijdsgroepen gerichte compensatie krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door een tijdelijke extra pensioenopbouw. Over de precieze invulling en financiering van een dergelijke overgangsregeling zijn bij eventuele invoering verdere afspraken nodig, ook tussen overheid en sociale partners.
Download:
- Verkenning Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling (2430 kb)
- Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling: Analyse subvarianten IV-C (486 kb)
- Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling: Beschrijving eigenschappen SER-varianten (297 kb)
- Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling: Publieksversie (864 kb)