Wat is er nodig voor een betere kinderopvang en waarom?
Kinderopvang is onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen én voor ouders om mee te doen op de arbeidsmarkt. Maar, zegt de SER in haar jongste advies: het kan beter, toegankelijker, betaalbaarder en eenvoudiger. Econoom Bas ter Weel legt uit wat er nodig is en waarom.
Felix de Fijter
Aan het woord:
Bas ter Weel,
econoom, SER-kroonlid en vicevoorzitter SER-werkgroep Kindvoorzieningen
In 2016 kwam de SER met het advies Gelijk goed van start. Daarin werd ook al het belang van de ontwikkeling van het kind en het bevorderen van gelijke kansen benadrukt. Dat advies richtte zich echter met name op kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar.
“Maar als je goed kijkt naar de vraag waarom je jonge kinderen opvangt, dan spelen veel meer factoren een rol, zoals buitenschoolse opvang en de combinatie tussen werk en privé”, aldus econoom Bas ter Weel, vice-voorzitter van de werkgroep Kindvoorzieningen, die het advies Een kansrijke start voor alle kinderen begin juni opleverde.
Lees door onder de foto
Voorzieningen voor alle kinderen van nul tot dertien
Het nieuwste advies kijkt breder, namelijk naar kinderen in de leeftijd van nul tot dertien. “Dus de fase van geboorte tot aan het eind van het primair onderwijs”, zegt Ter Weel.
Een nieuwe, en meer holistische kijk op kindvoorzieningen is belangrijk, zegt hij, want “het huidige kinderopvangsysteem hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant moet het kinderen een goede start geven, aan de andere kant wil je voorkomen dat gezinnen met jonge kinderen in de knel komen in de combinatie van zorg en werk.” Daarbij is het van belang dat alle partijen, dus ook school en opvanglocaties, meekunnen in het tempo waarin de beoogde aanpassingen worden gerealiseerd.
Opvang is nu niet voor alle gezinnen financieel toegankelijk
Maar in de praktijk komen beide doelstellingen onvoldoende uit de verf. Hoewel de kosten van kinderopvang afhankelijk van je inkomen flink kunnen worden beperkt, blijken kinderen van hoger opgeleide ouders de kinderopvang relatief vaker te gebruiken. De baten van een (parttime-)baan wegen bij laagbetaald werk vaak onvoldoende op tegen de kosten die de opvang met zich meebrengt, waardoor ouders er toch voor kiezen maar thuis te blijven.
‘Dat vergroot de ongelijkheid in de samenleving’
“Als het een bewuste keuze is om thuis te willen zijn bij je kinderen, dan is dat prima”, zegt Ter Weel, “maar te veel gezinnen kiezen momenteel niet voor kinderopvang omdat het financieel niet toegankelijk genoeg is. En dat willen we niet, want dat vergroot de ongelijkheid in de samenleving.”
Ouders huiverig voor kinderopvangtoeslag
De SER zocht in het nieuwe advies naar een weg die aan de ene kant mensen stimuleert aan het werk te gaan en aan de andere kant bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind. “Daarvoor adviseren we in het financiële plaatje meer zekerheid te geven. Het grote voordeel van het huidige toeslagensysteem is dat het maatwerk levert; de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het gezinsinkomen. Een nadeel is dat een kleine wijziging in het inkomen al consequenties kan hebben. Ouders zijn huiverig: misschien moet ik straks mijn toeslagen terugbetalen?”
Bied toegankelijke en betaalbare opvang voor elk kind
Om daar een einde aan te maken, adviseert de SER om in de komende kabinetsperiode de betaalbaarheid voor lage en middeninkomens te verbeteren. “Dat betekent dus ook dat de eis komt te vervallen dat beide ouders moeten wérken om op kinderopvangtoeslag aanspraak te kunnen maken.”
De SER verwacht dat dit toegankelijke en financieel aantrekkelijkere aanbod de arbeidsparticipatie en de ontwikkeling van de kinderen zal stimuleren, zegt Ter Weel. “Wie nu z’n kinderen voor twee dagen brengt, maar dat straks voor hetzelfde geld vier dagen kan doen, zou misschien wel (meer) willen werken. De vraag of je wel of niet gaat werken, komt zo steeds meer los te staan van de prijs van kinderopvang.”
Investeer in bredere ontwikkeling van het kind
De SER adviseert ook om te investeren in de kwaliteit van de kinderopvang, om een ‘rijkere omgeving’ te creëren die van meet af aan oog heeft voor de bredere ontwikkeling van het kind. “Dat betekent niet dat kinderen van nul tot vier al klassikaal onderwijs moeten krijgen, maar wel dat we willen voorkomen dat kinderen op de basisschool met een achterstand beginnen, omdat ze in de eerste vier levensjaren onvoldoende hebben aangereikt gekregen.”
‘Voorkomen dat kinderen op de basisschool met een achterstand beginnen’
Hoe dat moet? “Bijvoorbeeld door spelenderwijs al met taalontwikkeling bezig gaan, door te leren samenwerken en ook door op educatief gebied meer dingen aan te bieden”, zegt Ter Weel. “Zo kun je méér talenten van kinderen ontwikkelen, bijvoorbeeld ook culturele of sportieve. En als bijvoorbeeld die taalontwikkeling stagneert, let daar dan ook op.”
Er zijn al wel kinderopvangcentra die in meer of mindere mate zo’n rijke omgeving aanbieden, ziet Ter Weel, maar “de kwaliteit loopt erg uiteen. Er zijn kinderen die een rijkere omgeving nodig hebben om niet te worden geremd in hun ontwikkeling, maar die nu niet krijgen.”
Investering in kindvoorzieningen is investering in de samenleving
Om de kwaliteit van opvang over de gehele linie omhoog te krijgen is flink meer geld nodig, beaamt Ter Weel. Maar hij is ervan overtuigd dat die investering zich op de langere termijn terugverdient. “Het menselijk kapitaal van kinderen komt in een rijkere omgeving beter tot ontwikkeling, waardoor ze later beter in staat in zullen zijn om een goed onderwijsniveau te behalen.”
In dat perspectief, zegt Ter Weel, is het ook beter uit te leggen als de belastingbetaler kinderopvang deels kosteloos toegankelijk maakt. “Dan dient dat er niet meer alleen toe om de arbeidsparticipatie van een ander mogelijk te maken, maar is het, door een meer educatieve functie van kinderopvang, ook een investering in de samenleving als geheel.”
Toegankelijker kinderopvang kan helpen tegen ‘deeltijdklem’ vrouwen
Daar komt bij, vult Ter Weel aan, dat een toegankelijker kinderopvang kan helpen te ontsnappen aan “de deeltijdklem, de typische Nederlandse situatie waarin de meeste vrouwen deeltijd werken terwijl de meeste mannen voltijd werken”. Vooral in jonge gezinnen gaat die vlieger op, en hoewel daar volgens het advies meer factoren aan ten grondslag liggen, kan het wegnemen van een financiële drempel zeker helpen.
Minder stress, meer arbeidsparticipatie, betere start kind
In het advies Gelijk goed van start werd de Zweedse benadering al als een voorbeeld gezien. “Daar is de arbeidsparticipatie van ouders heel hoog, genieten alle kinderen opvang en is de kwaliteit ervan hoog. Ook in Berlijn worden goede resultaten geboekt. Ouders ervaren minder stress, ze werken vaker en de kinderen hebben een beter voorbereide start in het primair onderwijs.”
Innovatieve kracht sector en duidelijke voorwaarden overheid
Vraag is of en hoe kinderopvangorganisaties in staat zijn om zo’n rijkere omgeving te bieden? De SER rekent hier op de innovatieve kracht van de sector. “In Nederland is het onderwijs publiek geregeld, maar de opvang privaat. Dat systeem heeft soms te lijden onder verandering van regelgeving. Wordt opvang duurder, dan kunnen ouders uitwijken naar informele opvang. Die dynamiek komt de stabiliteit niet ten goede”.
“Kunnen we de toegankelijkheid met elkaar goed regelen, dan zal die stabiliteit wel ontstaan en kunnen opvangorganisaties op een gezonde manier concurreren op prijs en kwaliteit. Als de overheid een bodem erin legt en zegt: iedereen heeft toegang, dit zijn de kosten en dit is het maximale uurtarief en komen jullie eens met een goed aanbod, dat ook aansluit op het primair onderwijs, dan gaat dat goed. Dat heeft zich eerder bewezen.”
Integraal kindcentrum als voorbeeld
Hoe kan zo’n rijke omgeving er in de praktijk uitzien, ook voor de oudere kinderen die van buitenschoolse opvang gebruik maken? Ter Weel noemt als voorbeeld een integraal kindcentrum (IKC), waar kinderen van nul tot dertien jaar terecht kunnen.
“In een IKC kun je niet alleen een dagarrangement bieden waarin schooltijden en opvangtijden naadloos op elkaar aansluiten, maar ook een doorlopende leerlijn. Je komt er jong binnen, en als je naar school gaat is de overgang vanzelfsprekend. Idealiter vinden alle kinderen uit een wijk er een plek, zodat je minder verschillen hebt en iedereen op een gelijke manier kan beginnen.”
Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.
In het advies Een kansrijke start voor alle kinderen pleit de SER ervoor kinderopvang toegankelijker, betaalbaarder en eenvoudiger te maken. De belangrijkste aanbevelingen om dat te bereiken zijn:
het financieel beter toegankelijk maken van de eerste twee opvangdagen voor alle jonge kinderen,
een kwaliteitsverbetering, zodat kinderopvang en buitenschoolse opvang kinderen een rijkere omgeving bieden en
de financiering van kinderopvang vereenvoudigen, waarbij het ontzorgen van ouders voorop staat.