Hoe wil Nederland verder na de coronacrisis? 5 ideeën
Dit voorjaar gingen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en wetenschappers met elkaar in gesprek over de wereld na corona. Wat zijn problemen, wat zijn nieuwe kansen en hoe komen we beter uit de crisis? De opbrengst van de burgerdialogen in vijf rode draden.
Dorine van Kesteren
De herstelplannen voor na de coronacrisis moeten niet eenzijdig uit Den Haag komen, maar de uitkomst zijn van een gesprek met de samenleving. Dat adviseerde de Denktank Coronacrisis, die vorig jaar werd opgericht door SER-voorzitter Mariëtte Hamer. Deze bestaat uit kennisinstituten, planbureaus en sociale partners.
Lees door onder de foto
De ruim tachtig groepsgesprekken die de rijksoverheid dit voorjaar organiseerde, de zogenoemde dialoogtafels, sloten dan ook goed aan bij het advies van de denktank. Ook burgers praatten mee over herstel en vernieuwing na corona. De centrale vragen waren: hoe bieden we problemen het hoofd en hoe versterken we het goede?
1. Blijf solidair met de mensen die klappen hebben gekregen
Nederlanders zijn niet in dezelfde mate getroffen door de coronacrisis. Naast de mensen die te maken kregen met ziekte en dood, staan de mensen voor wie de gevolgen van de crisis relatief klein waren. Naast werknemers met een vast contract staan flexwerkers die hun baan verloren. Naast mensen die werken in sectoren die doordraaiden, staan jongeren die niet aan de bak komen. En naast mensen met voldoende sociale contacten staan eenzame studenten en ouderen.
‘Terug naar normaal geldt niet voor iedereen’
“De gespreksdeelnemers geven aan dat de coronacrisis bestaande ongelijkheden heeft versterkt. Terug naar normaal geldt niet voor iedereen: mensen zijn depressief, hebben financiële problemen, beheersen hun vak niet meer of zijn hun baan kwijt. De oproep is helder: laten we solidair blijven met de mensen die de zwaarste klappen hebben gekregen”, zegt Luc Mutsaers, hoofd ‘Nederland na de crisis’ bij het programma DG Samenleving en COVID-19, dat is ondergebracht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.
2. Zorg voor duurzaam economisch herstel
Een goed herstelbeleid verbindt de korte aan de lange termijn. Brede welvaart draait niet enkel om economische groei, maar ook om onderwijs, gezondheid, welzijn, een rechtvaardige verdeling en duurzaamheid. De deelnemers willen dan ook dat de overheid werk maakt van de klimaatopgave: vergroening van de industrie, de circulaire economie, energietransitie en woningverduurzaming.
’De vraag is in hoeverre we dat bewuste, groene leven écht willen’
Mutsaers: “Uit de gesprekken bleek dat mensen tijdens de crisis bewuster bezig waren met gezondheid, reflectie en een groene leefomgeving. Ze vlogen en reisden minder, kochten meer lokaal en wandelden veel in de natuur. De deelnemers vragen zich af waarom de overheid nu niet serieus investeert in de klimaattransitie, de leefomgeving en een gezonde leefstijl. Zij heeft immers laten zien dat ze diepe zakken heeft als het echt nodig is. Tegelijk hollen veel mensen toch weer snel naar het vliegveld als de maatregelen worden versoepeld. De vraag is dus in hoeverre we dat bewuste, groene leven écht willen.”
3.Houd de zorg voor elkaar vast
Boodschappen doen, medicijnen halen, regelmatig bellen of appen: in coronatijd keken we meer om naar kwetsbare, eenzame mensen. “Niet iedereen heeft het netwerk, de financiële middelen of de gezondheid om zelf hulp te kunnen regelen. Veel gespreksdeelnemers willen die sociale cohesie na corona vasthouden. Zij willen voorkomen dat iedereen zich weer terugtrekt achter zijn eigen voordeur. Daarvoor kijkt men niet alleen naar het Rijk, maar vooral ook naar gemeenten en maatschappelijke organisaties. Met deze partijen zijn wij daarom in gesprek om goede lokale initiatieven te behouden of op te tuigen.”
4. Maak ruim baan voor het nieuwe ‘hybride’ werken en leven
Corona heeft de digitalisering versneld. Waarschijnlijk leven we straks in een blended samenleving, waarin online en offline samengaan. Na een periode van gedwongen thuiswerken en op afstand vergaderen, kiezen veel werkgevers en werknemers voor een model van hybride werken. “De verwachting is dat mensen per dag of dagdeel afwisselend thuis en op kantoor zullen werken.”
De combinatie van digitaal en fysiek wint ook terrein in sectoren als de zorg, detailhandel, onderwijs en cultuur. “Denk aan patiënten met een chronische ziekte die een deel van de (controle)consulten digitaal kunnen doen. Of aan theatervoorstellingen en concerten die zowel offline en online worden aangeboden, waardoor kunst en cultuur breder toegankelijker worden. Een andere trend is dat mensen niet meer alleen online bestellen bij grote jongens als Amazon en Bol, maar ook bij plaatselijke winkeliers.”
‘Het nieuwe leven en werken vraagt wat van de digitale infrastructuur en de beveiliging’
Het nieuwe leven en werken vraagt volgens de deelnemers wel wat van de digitale infrastructuur en de beveiliging van data. “Een uitdaging, maar zeker ook een kans voor de BV Nederland om sterker uit de crisis te komen. Sectoren kunnen op dit gebied onderling veel van elkaar leren. Dit laatste stelt ook platform TechTegenCorona in het rapport Riding the waves.”
5. Zet de dialoog met samenleving voort!
De groep bij de burgerdialogen was gevarieerd samengesteld, aldus Mutsaers. “Jong, oud, werkend, gepensioneerd, zzp’ers, flexwerkers, alle culturele achtergronden. We hebben extra moeite gedaan voor groepen die moeilijker bereikbaar zijn, zoals daklozen, middelbare en basisscholieren.”
Alle deelnemers benadrukken dat deze nauwe samenwerking met de samenleving een vervolg moet krijgen. “Zij vinden het belangrijk dat de beleidsmakers in Nederland zorgen voor meer inclusieve besluitvorming. Dat ze in gesprek gaan met burgers, hen bij de plannen betrekken. Natuurlijk is het wel zaak dat je vervolgens iets met hun bijdragen doet. Zo is aan ons gevraagd de opbrengsten van de dialogen aan te leveren voor de (in)formatietafel. Verder zijn we over de rode draden in gesprek met overheden, de Denktank Coronacrisis van de SER, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het is de bedoeling dat niet alleen de overheid, maar ook zij hiermee aan de slag gaan.”
Het SER-motto is: Denkwerk voor Draagvlak door Dialoog. De SER streeft naar draagvlak in de maatschappij en gaat daarom zoveel mogelijk de dialoog aan met betrokken partijen. Het overleg met de werkgeversorganisaties en vakbonden blijft de kern van het SER-werk. Zij zitten, naast kroonleden, in de raad. Maar bij sommige onderwerpen heeft de raad het aantal gesprekspartners uitgebreid. Daarnaast verkent de SER de mogelijkheden van burgerparticipatie.
Zo sprak de SER voor het advies Gelijke kansen in het onderwijs in dialoogbijeenkomsten met scholen, onderwijsorganisaties, bestuurders, (oud-)leerlingen en maatschappelijke organisaties. Voor bijvoorbeeld de verkenning Zorg voor de toekomst (2020) sprak de raad met tientallen zorgmedewerkers uit verschillende branches, van verpleegkundigen en huisartsen tot wijkcoaches en ambulancehulpverleners.