Jongerenparticipatie: hoe krijgen zij een volwaardige stem aan de beleidstafels?
Nederlandse jongeren hebben het in meerdere opzichten lastiger dan eerdere generaties en de onderlinge verschillen worden groter. Besluiten van nu hebben voor hen nog jarenlang gevolgen. Daarom willen ze graag meepraten aan de beleidstafels. Hoe krijgt de stem van jongeren – en kinderen – daar een volwaardige plek?
Tekst: Berber Bijma
Aan het woord:
Maurice Knijnenburg,
voorzitter SER Jongerenplatform en Nationale Jeugdraad
Stijn Sieckelinck,
lector Youth Spot (jongerenwerk), Amsterdam University of Applied Sciences
Eva Buwalda,
senior beleidsmedewerker SER
De essentie in 10 seconden:
Jongeren hebben het moeilijk in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en op de woningmarkt.
De ongelijkheid onder jongeren en de mentale problemen nemen toe.
Jongeren willen meepraten over beleid, omdat zij nog decennialang de gevolgen daarvan merken.
Voor een betere plek aan de overlegtafels kunnen jongerenprofessionals een brugfunctie vervullen.
Waar je wieg staat, is nogal bepalend
Nederlandse kinderen zijn de gelukkigste kinderen ter wereld. Dat is goed nieuws, maar het is een gemiddelde. Waar je wieg staat, is nogal bepalend voor jouw plek ten opzichte van dat gemiddelde. Jongeren die opgroeien in een omgeving die sociaaleconomisch bemiddeld is, hebben een veel vlottere start dan kinderen die niet de juiste paden krijgen aangereikt.
Als ‘Nederbelg’ ziet Stijn Sieckelinck dat Nederlanders nogal eens een te florissant beeld hebben van het verschil in kansen waar kinderen en jongeren in ons land mee te maken hebben. Sieckelink is lector aan de Amsterdam University of Applied Sciences en auteur van diverse boeken over jongeren. “Nederland lijkt een egalitaire samenleving. In het poldermodel zit bijvoorbeeld weinig hiërarchie. Maar de route die je door het leven neemt, wordt in toenemende mate bepaald door waar je naar de kinderopvang en de basisschool gaat.”
Jongeren hebben het ook mentaal zwaar
Sieckelink ziet dat jongeren het ook mentaal zwaar hebben. “De meeste jongeren hebben het goed, maar we moeten niet onderschatten wat er emotioneel in hen schuilgaat, zeker na twee jaar corona. We hebben voor jongeren de belangrijkste taken van hun levensfase – ontdekken, ontspannen naast je school of studie – on hold gezet. En dat vooral om een ándere generatie te beschermen. Het prijskaartje komt terecht bij jongeren. Daarnaast hebben ze hun zorgen over het klimaat en sinds dit voorjaar zelfs over een oorlog in Europa. Dat geeft onrust.”
Veel problemen door stapeling van beleid
Over mentale druk en kansenongelijkheid maakt ook het SER Jongerenplatform zich zorgen, vertelt voorzitter Maurice Knijnenburg. Het SER Jongerenplatform bracht in 2019 de verkenning Hoge verwachtingen uit, begin dit jaar gevolgd door de verkenning Veelbelovend. “Nederland is een goed land als je op de goede plek wordt geboren. Als je minder geluk hebt, is het moeilijker om kansen te pakken. Dat geldt niet alleen als je ouders een lagere sociaaleconomische status hebben, maar ook als je een migratieachtergrond of een beperking hebt.”
Het SER Jongerenplatform signaleert dat jongeren problemen ondervinden in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en op de woningmarkt. Mede door die hindernissen ervaren ze mentale druk en beginnen ze later dan hun ouders en grootouders aan het stichten van een gezin. De coronapandemie heeft de problemen versterkt, maar niet veroorzaakt, benadrukt Knijnenburg.
‘Regels voor het afsluiten van een hypotheek vallen samen met het leenstelsel’
“Veel problemen zijn door jarenlang beleid ontstaan en je ziet nu een stapeling van beleid. Regels voor bijvoorbeeld het afsluiten van een hypotheek, die op zich prima te verantwoorden zijn, vallen samen met het leenstelsel en de toename van flexbanen. Bij elkaar ontstaat, zoals we in 2019 constateerden, een giftige cocktail.”
Beleid kan nog jarenlang doorwerken
Beleid dat in de loop van vele jaren is ontstaan, werkt nog heel lang door als we de effecten niet aanpakken. Eva Buwalda, beleidsmedewerker bij de SER en projectsecretaris van het SER Jonge-renplatform, neemt het leenstelsel als voorbeeld. “Jongeren komen met een flinke schuld op een lastige woningmarkt. Dat heeft effect op het moment waarop ze een huis kunnen kopen, en dus kunnen beginnen met vermogen opbouwen, en daardoor ook op het moment waarop ze aan een gezin willen beginnen. Dat zijn effecten die je nog decennialang merkt.
“Ook het klimaatbeleid is een voorbeeld bij uitstek van die lange doorwerking. Het zijn de jongeren die over vijftig jaar nog de gevolgen merken van de keuzes die we daarin nu maken – de beleidsmakers van nu niet meer.”
Generatietoets nodig om langdurige effecten te tonen
Het SER Jongerenplatform pleitte daarom in Hoge Verwachtingen (2019) voor een generatietoets: een toets die voor nieuwe beleidsvoorstellen laat zien wat de langdurige effecten voor verschillende generaties zijn, ook in samenhang met beleid op andere terreinen. Het voorstel daartoe is drie jaar geleden via een motie bij de Algemene Beschouwingen met open armen ontvangen, maar ondertussen nog steeds ‘werk in uitvoering’. Knijnenburg: “Wij hopen dat het nieuwe kabinet laat zien dat het wél met de generatietoets aan de slag wil.”
Jongeren volwaardig aan tafel in plaats van ad hoc
Juist vanwege de lange doorwerking van beleid, willen jongeren meepraten aan de tafels waar besluiten worden genomen. “Als jongeren meepraten over nieuw beleid, is er beter zicht op hun wensen en behoeften”, zegt Knijnenburg. “Er zijn op dat gebied veel mooie initiatieven genomen de afgelopen jaren. Iedereen wil wel. En toch lukt het nog niet goed genoeg. Jongeren worden vaak voor één onderdeel of één keer uitgenodigd bij ministeries, gemeenten of andere beleidsorganen. Op het moment dat de daadwerkelijke beslissingen worden genomen, zijn er vaak geen jongeren bij.”
‘Beleidsmakers worstelen met hoe ze jongerenparticipatie structureel moeten inbedden’
Buwalda signaleert hetzelfde fenomeen. “Jongeren merken dat ze vaker worden uitgenodigd en dat hun problemen de afgelopen jaren serieuzer zijn genomen, maar ze zien er nog te weinig van terug in beleid. Beleidsmakers zijn welwillend, maar worstelen enorm met de vraag hoe ze jongerenparticipatie structureel moeten inbedden. Het SER Jongerenplatform krijgt enorm veel waardering, maar ik vind dat er nog veel te winnen is, bijvoorbeeld in het contact met moeilijk te bereiken groepen jongeren en in een duurzame, volwaardige plek aan overlegtafels in plaats van ad hoc-inbreng.”
Participatie van kinderen nog in de kinderschoenen
Is het met jongerenparticipatie al worstelen, de participatie van kinderen in de basisschoolleeftijd staat al helemaal nog in de kinderschoenen, vertelt Buwalda. “Er zijn wel initiatieven om bijvoorbeeld gesprekken te voeren met kinderen in groep 7 en 8. Dat levert doorgaans niet echt concrete uitkomsten voor beleid op, maar het is wel heel goed om in hun hoofden te kijken: wat houdt hen bezig?
“Tijdens gesprekken waarbij ik aanwezig was, bleken kinderen zich niet zozeer zorgen te maken over het klimaat, maar wel over het vinden van een huis later. Daarnaast is het goed om de vrije en creatieve manier van denken van kinderen mee te maken. Ik hoop dat we met het SER Jongerenplatform naast jongeren ook vaker kinderen zullen opzoeken om te kijken wat hen bezighoudt.”
Inzet van jeugdprofessionals kan helpen
Hoe zou je jongerenparticipatie kunnen verbeteren? De Nationale Jongerenraad probeert álle jongeren te bereiken door ze op te zoeken waar ze zijn, vertelt Knijnenburg. “Dus we komen ook achter de deuren van de gesloten jeugdzorg om daar van jongeren te horen hoe zij denken dat hun leven verbeterd kan worden. We proberen ook in die instellingen het gesprek tussen jongeren en professional te faciliteren. Het is inderdaad wel bijzonder dat wij daarvoor nodig zijn, maar je merkt soms dat mensen met de beste bedoelingen iets vóór jongeren bedenken, in plaats van mét jongeren.”
Ook Sieckelinck pleit voor het inzetten van jeugdprofessionals. “Mensen die met jongeren werken, of het nu in de zorg is of in de wijken, kunnen een brugfunctie vervullen. Zij staan met één been in de jongerenwereld en met één been in de systeemwereld. Als zij jongeren meenemen naar bijvoorbeeld een conferentie, een gemeenteraad of een debat, kan dat voor jongeren een enorme steun zijn om hun verhaal te doen.”
Neem ook jongeren in beroepsonderwijs serieus
Daarnaast is het essentieel dat alle jongeren even serieus worden genomen. “Jongeren in het beroepsonderwijs zien dat hun inbreng in de samenleving niet op prijs wordt gesteld. Dat is een schandalig verschil met de jongeren die havo of vwo doen. Aan die laatsten vragen we: wat denk jij ervan, hoe zouden we dit moeten regelen in onze samenleving? Jongeren in het beroepsonderwijs krijgen te horen: dit is hoe we het doen in onze samenleving en waar jij je aan moet houden. Die kloof is niet per ongeluk ontstaan, maar by design. Zo houden we de status quo in stand. Zolang inspraakorganen dat systeem niet doorbreken, missen ze hun doel.”
Dit artikel verschijnt op 30 april ook in het papieren themanummer van SERmagazine ‘ Geef kinderen en jongeren een stem’.
Het SER Jongerenplatform is in 2015 opgericht op initiatief van voormalig voorzitter Mariëtte Hamer en de (kroon)leden van de SER. Van een vrij informele klankbordgroep is het platform uitgegroeid tot een serieuze gesprekspartner, waarin meer dan tien jongerenorganisaties zijn vertegenwoordigd. “Mariëtte Hamer heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling die het SER Jongerenplatform heeft doorgemaakt, door het altijd nadrukkelijk te ondersteunen”, zegt SER-beleidsmedewerker Eva Buwalda, projectsecretaris van het SER Jongerenplatform. “Inmiddels is het platform steeds vaker structureel onderdeel van SER-commissies die een advies voorbereiden.” Een van de succesfactoren van het SER Jongerenplatform is de structurele ondersteuning. Buwalda: “Zonder middelen en secretariële ondersteuning voor jongerenparticipatie is er geen gelijk speelveld.”