Zicht op

‘Sociale innovatie? Bij ons heet dat gewoon “de normale manier”’

Sociale innovaties helpen bedrijven wendbaarder te worden en met veranderingen om te gaan. Hoe kan het bedrijfsleven hiervan profiteren? Het kabinet vroeg de SER hierover te adviseren. Trapliftenfabrikant Otolift en bouwbedrijf Kesselaar & Zn vertellen alvast hoe zij er invulling aan geven.

Felix de Fijter

Aan het woord:

René Kesselaar
René Kesselaar,
oprichter bouwbedrijf Kesselaar & Zn
Alex Ooms
Alex Ooms,
Managing Director Koninklijke Otolift Trapliften

Sociale innovatie gaat uit van het idee dat je vraagstukken beter op de werkvloer kunt oplossen dan in de directiekamer. Waar managers of directeurs in traditionele organisaties de richting bepalen – top down – werkt sociale innovatie juist andersom. Hoe je slimmer en beter kunt werken, dat weten je medewerkers het beste. Immers, zij zien bij uitstek wat er speelt, wat fout gaat en wat beter kan.

Wie dat principe in de vingers krijgt, zo is het idee, krijgt vanzelf een wendbare en intelligente organisatie. En dat is in de snel veranderende economie van vandaag geen klein bier. Grote verschuivingen, door digitalisering en robotisering bijvoorbeeld, vergen veel aanpassingsvermogen, in welke sector je ook actief bent.

Wederzijds respect, net als bij rugby

Toen René Kesselaar het Alkmaarse bouwbedrijf Kesselaar & Zn oprichtte, had niemand nog van sociale innovatie gehoord. Kesselaar haalde z’n inspiratie elders vandaan, van het rugbyveld om precies te zijn. “Bij rugby”, zegt hij, “draait het om wederzijds respect. Je hebt een gemeenschappelijk doel, haantjes worden niet getolereerd, en je houdt je mond tegen de scheidsrechter. Je zet de juiste mensen op de juiste plek en je doet wat is afgesproken.” En daar hebben we de filosofie van Kesselaar in een notendop.

Lees door onder de foto

‘Sociale innovatie? Bij ons heet dat gewoon “de normale manier”’
Kesselaar & Zn

‘De jongens wisten heel goed wat ze aan elkaar hadden’

“Toen we begin jaren negentig begonnen”, vervolgt hij, “bestond het leeuwendeel van het personeel ook nog uit rugbyspelers. ’s Zondags, na de wedstrijd, werd het werk voor de komende week alvast verdeeld.” En ook al had je een schram of een snee, aan het motto ‘afspraak is afspraak’ werd niet getornd. “De jongens wisten heel goed wat ze aan elkaar hadden en wie welke verantwoordelijkheden had.” Wat Kesselaar maar wil zeggen: sociale innovatie is aan de basis heel eenvoudig: behandel je personeel en je klanten zoals je zelf behandeld wilt worden.

Fatsoen, afspraken nakomen en vertrouwen

Alex Ooms herkent zich daar wel in. Samen met zijn broers geeft hij leiding aan trapliftenfabrikant Otolift in Bergambacht. “Horizontaal samenwerken, sociale innovatie, zelfsturende teams… bij ons noemen we dat gewoon ‘de normale manier’. Dus dat je fatsoenlijk met mensen omgaat, dat je afspraken nakomt en dat je elkaar vertrouwt.”

Die aanpak werpt z’n vruchten af. “We zijn de vierde generatie in dit bedrijf. Mijn overgrootvader begon als lokale hoefsmederij, en via andere takken van sport zijn mijn vader en oom in de jaren 70 de trapliften ingerold. Van eentje-per-week zijn we uitgegroeid tot een van de top-3-leveranciers wereldwijd.”

Een sterke bedrijfsbasis en open cultuur

De revolutie die deze groei kan verklaren, heet de ‘legolift’: een modulair systeem van vijftien stukjes rail waarmee je op elke trap uit de voeten kunt. “Elke trap is anders, waardoor elke traplift automatisch maatwerk is. Totdat we dit systeem ontwikkelden, moesten onze lassers bij iedere traplift daarom van voor af aan beginnen. Dat is nu verleden tijd waardoor we supersnel kunnen leveren.”

‘Het sleutelwoord is vertrouwen’

Die innovatie, zegt Ooms, is ontstaan uit een combinatie van een sterke bedrijfsbasis en de open cultuur waarmee de drie broers het bedrijf hebben geïnjecteerd. “De basis lag er al, maar de kennis, ervaringen en ideeën van de werknemers werden nog niet maximaal benut.” Sociale innovatie heeft, volgens Ooms, dan ook een belangrijk aandeel gehad in de geboorte van de legolift.

Het sleutelwoord is vertrouwen, vervolgt hij: “Luister naar de werknemers. Vroeger heb ik zelf ook op de vloer rondgelopen. En als ze daar tegen mij zeggen: ‘Alex, dit werk niet. Je moet het zo doen’. Nou, dan moeten we dat doen.”

Mikken op de lange termijn, continuïteit en menswaarde

Ook voor Kesselaar is vertrouwen de kern. “Veel van de jongens die bij ons werken staan ’s zaterdags op de steiger om voor deze of gene samen een huis te bouwen”, zegt Kesselaar. “De een is metselaar, de ander is timmerman en de rest kan niks. Nou, die sjouwen hout, cement en stenen. Om 12 uur nemen we een koppie soep, om vier uur een potje bier, maar aan het eind van de rit is het werk wel af. Als dat op zaterdag kan, waarom dan op maandag niet?”

Wie van vertrouwen uitgaat, zegt Kesselaar, gaat op een heel andere manier met z’n klanten om. “Veel aannemers gaan laag zitten in de offerte, maar lopen vervolgens tegen meerwerk, faalkosten of tegenvallers aan. Ik draai het liever om. Dit is wat het maximaal gaat kosten, en als ik minder tijd nodig heb, of als ik minder kosten hoef te maken, dan betaal ik je het verschil terug. Dat gaat uit van vertrouwen. Dat is kwetsbaar en dat kun je beschamen, maar dan lig je eruit. Ik mik op de lange termijn, op continuïteit, op menswaarde. Dan ga je niet voor de korte klap en de snelle winst, maar voor een duurzame relatie.”

Zelfstandigheid stimuleren

En dat is prettig werken, weet Kesselaar. Hij geeft een voorbeeld. “We renoveren voor woningcorporaties zo’n duizend woningen per jaar. Als onze jongens voor de kozijnen komen, maar ze lopen tegen een rotte vloer aan. Wat doen ze dan? Een nieuwe erin leggen. Ze gaan ze niet op hun handen zitten wachten totdat ze toestemming krijgen voor iets waarvan ze toch weten dat het moet gebeuren. Als er wederzijds vertrouwen is, dan kun je dat maken.”

‘Geen urenbriefjes nodig waarop je elke tien minuten verantwoordt’

Ook bij Otolift stimuleren ze precies die zelfstandigheid, zegt Ooms. “Onze teamleiders beginnen de dag met een praatje onderling, om 9 uur. En vervolgens moeten hun teams onderling regelen hoe het werk wordt uitgevoerd. Ik ga me niet met elk detail bemoeien. Collega’s vinden die vrijheid ook fijn. Natuurlijk: we zijn een fabriek, orders moeten de deur uit. Maar om dat voor elkaar te krijgen heb je geen urenbriefjes nodig waarop je elke tien minuten verantwoordt.”

Verandering door jonge mensen

Het is Kesselaar opgevallen dat jonge mensen vaak het beste raad weten met vrijheid en verantwoordelijkheid in het bedrijf. “Maar wat gebeurt er in een traditioneel bedrijf? Een jongen komt binnen, die zetten ze naast ome Henk en binnen een jaar doet-ie precies hetzelfde als ome Henk. Maar zo ga je als bedrijf nooit veranderen. Jonge mensen in ons bedrijf hebben ons overtuigd om een computerprogramma te gebruiken waarmee we ons hele bedrijf kunnen aansturen. En als je ziet hoe ze ermee werken en hoe soepel dat gaat, dat is fantastisch.”

De kennis van de oudere werknemers moet je niet veronachtzamen, maar die moet je verplaatsen naar de tijd van nu, vindt Kesselaar. “En ouderen moeten leren los te laten. Dat heb ik zelf ook moeten doen. Ik ben een metselaar, en ik kan prima organiseren, maar voor mij hield het op een gegeven moment op. Ik was niet meer de juiste man om de doelstellingen van ons bedrijf te realiseren. En nu leidt mijn zoon de tent, samen met een algemeen directeur.”


Meer lezen? SERmagazine verschijnt ook 5 keer per jaar als papieren tijdschrift.


Goed betalen is de basis

De eenvoudigste principes, zegt Ooms, zijn vaak het belangrijkst. “Betaal goed. Dat is de basis voor iedereen. Feestjes en gezelligheid zijn leuk, maar geef ook gewoon een financiële bonus als het goed gaat. Iedereen zette een paar stappen extra in de coronacrisis, of nam juist extra vrije dagen op, omdat er ineens minder werk was. Zodoende konden we het jaar afsluiten met twintig procent winst. We hebben iedereen een coronabonus gegeven.”

“Hoe hard het bedrijf ook groeit”, besluit Ooms, “we blijven down to earth. We zijn nog steeds de boerenjongens van het dorp, zogezegd. Richting de klant zijn we de professionals, maar op kantoor moet dat speelse en kneuterige sfeertje er goed in blijven zitten.”


Adviesaanvraag Social Innovatie

Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven sociale innovatie succesvoller toepassen? Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat hebben de SER om advies gevraagd. Hoe kan sociale innovatie organisaties bijvoorbeeld helpen om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden? Wat zijn succesfactoren voor sociale innovatie op de werkvloer? Welke rol spelen sociale partners bij het stimuleren van sociale innovatie? Het kabinet vraagt de SER om bij de beantwoording met concrete handvatten en inspirerende voorbeelden te komen.

In maart 2023 heeft de SER het advies Naar verdere succesvolle toepassing van sociale innovatie gepubliceerd. 

Bouwerken in de stad. © Wilmar Dik