Gun jongeren een voet tussen de deur – en luister naar ze
Jongeren willen meepraten over de crises van nu, want het gaat over hún toekomst. Geef ze dus een serieuze plek aan tafel en dóe ook iets met wat ze zeggen. Dat zei Kimberley Snijders, voorzitter van het SER Jongerenplatform en de Nationale Jeugdraad tijdens de tweede SERtalk afgelopen maart.
Tekst: Berber Bijma | Leestijd: 3 minuten
Snijders is 22 jaar. Terugblikkend ziet ze dat tijdens haar leven de crises zich aaneenrijgen. Van de aanslag op de Twin Towers in haar geboortejaar, via de economische crisis en de klimaatcrisis tot de wooncrisis en de geopolitieke crisis van nu, met oorlogen in onder meer Oekraïne en Gaza. Daar komen de mentale problemen waar veel jongeren momenteel mee kampen, dan nog bovenop. Als je eerste levensjaren er zo uitzien, op wat voor toekomst mag je dan hopen?
Twee toekomstscenario’s
Snijders schetst in de SERtalk op 26 maart 2024 twee scenario’s voor 2040: een pessimistische en een optimistische. In het negatieve toekomstbeeld verergeren alle crises: de zeespiegel blijft stijgen, arm en rijk sluiten zich steeds verder op in hun eigen bubbel, er is een groot personeelstekort in de ouderenzorg en in de psychische zorg, Nederland wordt overspoeld door klimaatvluchtelingen en iedereen die over straat loopt wordt in de gaten gehouden door surveillancetechnologieën. ”Best wel een dystopisch plaatje”, vat Snijders ze samen. “Gelukkig zitten jongeren boordevol goede ideeën over hoe het anders kan.”
‘Gelukkig zitten jongeren boordevol goede ideeën over hoe het anders kan’
In het positieve scenario is er minder ongelijkheid op de arbeidsmarkt, is het economisch beleid gericht op brede welvaart, wordt er steeds meer gezond gegeten en gesport en is er genoeg aandacht voor mentale gezondheid. We wonen in gemeenschappen, met altijd wel groen in de buurt. En natuurlijk gebruiken we duurzame energie.
Generatietoets
Is het positieve toekomstbeeld realistisch? ”Daarvoor zijn scherpe keuzes nodig”, stelt Snijders. "En we moeten vooruit durven kijken.“ Wat moet er op beleidsvlak gebeuren om de focus op de lange termijn te richten? Voer allereerst de generatietoets in, en nu écht, bepleit Snijders. “Het is ontzettend belangrijk dat we een sterke methode ontwikkelen om de impact van besluitvorming op verschillende generaties in kaart te brengen.”
Daarnaast pleit ze voor een nationale jeugdstrategie en nieuwe investeringen vanuit het Nationaal Groeifonds, waarmee het Rijk grote transities betaalt. En laat over al die onderwerpen vooral de jongeren zélf serieus meepraten. “De keuzes die we nu maken, hebben zo’n grote impact op de toekomst van jongeren; het kan niet anders dan dat we jongeren structureel een plek aan tafel geven om mee te praten.”
Een taak voor het onderwijs?
Na de presentatie van de voorzitter van het Jongerenplatform volgt een panelgesprek. Kees Klomp, programmamanager Agency bij Hogeschool Windesheim en expert in de betekeniseconomie, hoort in het pleidooi van Snijders vooral “dat het cruciaal is om het belang van jongeren voorop te zetten. Dus niet: jongeren moeten ook rechten krijgen, maar: jongeren moeten het vóórrecht krijgen. Daar moeten wij ons als volwassenen aan aanpassen.”
Laura Bloothoofd, hbo-student aan de opleiding voor docent maatschappijleer en levensbeschouwing, ziet een belangrijke rol voor het onderwijs: “Op het hbo is Burgerschap geen relevant vak. Daar ligt een kans die we vrij makkelijk van de ene op de andere dag kunnen oppakken. Veel jongeren zijn erg gericht op hun persoonlijke situatie. Ze hebben geen langetermijnvisie. Ik denk dat educatie daarin een rol kan spelen.”
Het onderwijs hoeft niet alle problemen op te lossen, maar het zou onverstandig zijn het onderwijs géén rol te geven in het stimuleren van langetermijndenken, vindt Kimberley Snijders.
Voet tussen de deur
Zij benadrukt in het panelgesprek nogmaals het belang van een volwaardige plek voor jongeren aan overlegtafels. “Organisaties nodigen jongeren soms uit om hen een paar luchtige vragen te stellen. Dan denken ze: we hebben een leuke dag gehad en we gaan weer verder. Ze hebben vaak niet vooraf nagedacht welke concrete vragen ze aan jongeren kunnen stellen waardoor de besluitvorming kan veranderen. En ze hebben vaak niet nagedacht over een terugkoppeling naar de jongeren over wat er gedaan is met hun input.”
Dat jongerenorganisaties zich steeds verder formaliseren, vindt ze in dat opzicht een hoopvolle ontwikkeling. ”Daarmee kunnen jongeren continu een voet tussen de deur houden. Het is dus erg belangrijk te investeren in die organisaties, zodat ze een structurele plek aan tafel kunnen claimen.”
Meer lezen? Zicht op verschijnt ook 4 keer per jaar als papieren tijdschrift.
De SER organiseert twee keer per jaar een SERTalks, waarin centraal staat welke verwachtingen we mogen hebben van bedrijven bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken als arbeidsmarktkrapte en klimaatverandering. Elke SERTalks wordt gevolgd door een paneldiscussie.