Rijke mensen leven lang en gezond. De kloof tussen arm en rijk is ook terug te vinden op het gebied van gezondheid.
Als je in Amsterdam met de Noord-Zuidlijn van station Zuid naar station Noord rijdt, dat duurt acht minuten, dan daal je in levensverwachting acht jaar. Dat is toch weird?
Met andere woorden, de lager opgeleiden hebben zes à zeven jaar minder lang te leven in Nederland dan de hoogopgeleiden.
Wat is hier aan de hand? Hoe kan het dat in een welvarend land als Nederland de gezondheidsverschillen zo groot zijn? Dit is Impact in de Polder. Mijn naam is Marnix Kluiters en de afgelopen jaren sprak ik meer dan 100 experts over de grote uitdagingen van deze tijd.
Nu bereid ik mijn onderzoek uit naar de plek waar werkgevers, werknemers en onafhankelijk experts elkaar al decennia lang ontmoeten. De Sociaal-Economische Raad. Het boegbeeld van het Nederlandse poldermodel. Misschien is de gezondheid van mensen wel de belangrijkste voorwaarde voor een bloeiende samenleving. Daarom zoek ik in deze aflevering uit hoe we de gezondheidskloof kunnen dichten. Straks ga ik in gesprek met Kim Putters, de voorzitter van de SER. Maar eerst ging ik op onderzoek uit om uit te zoeken wat er precies speelt. Die zoektocht begon bij Marike Knoef. Zij is voorzitter van de commissie Sociaal-Economische Gezondheidsverschillen. Hé Marike, wat leuk dat ik hier langs mag komen op jouw kantoor. Ja,
Dag Marnix, leuk dat je er bent. Ja, waar zitten we precies? We zitten nu op Tilburg University in mijn kamer.
Marike is hoogleraar economie. Ze houdt zich bezig met het economisch gedrag van mensen. Bijvoorbeeld op het gebied van pensioenen of de arbeidsmarkt, maar ook op het terrein van gezondheid. Ik wil eerst van haar weten wat die sociaal-economische status nou precies inhoudt.
Ja, sociaal-economische status is een combinatie van zaken zoals opleiding, inkomen, het vermogen wat mensen hebben, het huis waarin ze wonen, eigenlijk de materiële omstandigheden.
Maar ook wel de vaardigheden die mensen hebben, het sociale netwerk en de macht van de mensen in dat netwerk. Dat allemaal tezamen vormt je sociaal-economische status.
Ik ben erachter gekomen dat de sociaal-economische status enorm bepalend is voor het aantal jaren dat je een goede gezondheid kan leven, maar ook het aantal jaren dat je überhaupt leeft. Hoe groot is deze kloof? Want dit lijkt me een enorm probleem.
Zeker en ik vind de kloof best wel schokkend. We zien in Nederland en ook in het buitenland dat er grote verschillen zijn in de gezondheid van mensen met een verschillende sociaal-economische status. Dus als je bijvoorbeeld naar de CBS cijfers kijkt dan zie je dat mensen met een laag opleidingsniveau die die nu geboren zijn, de verwachting is dat hun gezonde levensverwachting 57 jaar is.
En voor hoogopgeleiden is dat 71 jaar. Dus dat is wel een verschil van 14 jaar. En dat is aanzienlijk. Dat is ook al lange tijd het geval. En dat roept wel vragen op. Hoe kunnen we dat nou verminderen?
14 gezonde levensjaren. Wat een verschil. Daar had ik tot voor kort eigenlijk nog nooit bij stilgestaan. Maar ligt dat dan aan die mensen zelf? En nou richten we ons nu heel erg op leefstijlverandering, dus de verandering die bij het individu uiteindelijk uitkomt. Maar ligt daar het probleem wel of moet het veel systematischer aangepakt worden?
Ik denk dat er meer een systeemverandering nodig is. Bijvoorbeeld vroeger bij de uitvinding van het riool, toen ging de levensverwachting van iedereen enorm omhoog. En we zijn nu eigenlijk op zoek, wat is nou op dit moment de game changer, zoals we destijds het riool hadden. wat kunnen we op dit moment veranderen in de systemen om ook weer die levensverwachting, nou in specifiek ook van die kwetsbare groepen, om die te verhogen. En dan wordt toch gedacht aan arbeidsmarkt, sociale zekerheid, nou de thema's waar de SER ook mee bezig is.
Maar dit raakt uiteindelijk aan iedereen, ons als samenleving als geheel. Hoe komt dat precies? Waarom heeft de hele samenleving hier uiteindelijk last van?
Ja, we hebben er met z'n allen mee te maken. Ja, enerzijds gewoon uit het oogpunt van gelijkheid. We willen ook een zekere, het hoeft niet allemaal precies gelijk te zijn, maar we willen een zekere mate van gelijkheid in inkomen, vermogen en dus ook in gezondheid. Maar daarnaast ook, ja, heeft het maatschappelijke effecten zoals de kosten van de gezondheidszorg. Als mensen in slechtere gezondheid zijn en meer gebruik maken van de gezondheidszorg dan brengt dat voor ons allen kosten met zich mee ziekte verzuimbare werkgevers mee te maken hebben en ja we zitten ook wel in een in een periode van vergrijzing, bijvoorbeeld krapte op de arbeidsmarkt die nou waarschijnlijk wel zal voortduren en dan is het ook belangrijk dat we een gezonde beroepsbevolking hebben en dat mensen niet langs de kant hoeven te staan en mee kunnen doen en nou las ik dat dit niet een probleem is wat toevallig vandaag speelt, maar dat dit eigenlijk al tientallen jaren speelt. Hoe kan het nou dat wij in een welvarend land als Nederland, waar we toch veel goed op orde hebben, niet in staat zijn om dit probleem op te lossen?
Ja, wat je ziet is dat het beleid erg verkokend is. Dus we hebben een ministerie van Onderwijs, een ministerie van Sociale Zekerheid, van Gezondheidszorg, Wonen en eigenlijk hebben al die domeinen een invloed op gezondheid. Maar dat wordt niet altijd meegewogen bij het maken van dat beleid.
Dus ik denk even aan schuldhulpverlening bijvoorbeeld. Gaan we beslissen over hoe we die schuldhulpverlening inrichten, dan worden de neveneffecten die dat ook heeft, waarschijnlijk de positieve neveneffecten op gezondheid, worden niet altijd meegewogen. Eigenlijk zou je dat wel willen doen. Dus bijvoorbeeld dat je in de ramingen en de effecten van beleid niet alleen kijkt naar wat levert het op in arbeidsparticipatie, in euro's, maar ook wat levert het op in de gezondheid van mensen.
Dus dat is wel echt een verandering. Ze noemen dat wel health in all policies. Dus dat je bij alle policies waar je mee bezig bent ook de effecten op gezondheid daar rekening mee houdt. En zelden zie je natuurlijk ook bij klimaat. Nou we hebben doelstellingen over CO2 en dat komt bij heel veel verschillende type beleid komt dat terug. Zo zou je ook qua gezondheid doelstellingen kunnen stellen van goh een doelstelling kunnen maken van over x jaar willen we dat er op het gebied van gezondheid dit en dit bereikt is. En nou ja dat gebeurt niet alleen met de gezondheidszorg maar dat gebeurt met al het verschillende beleid ook op het gebied van arbeidsmarkt, sociale zekerheid en sociaal beleid, die daar op van invloed zijn.
Zijn hier mensen mee bezig met dit soort doelstellingen? Bij wie zou ik daar meer over kunnen te weten komen?
Jochen Mirau, hoogleraar bij de Universiteit Groningen, die heeft hier meer onderzoek nagedaan. Het is eigenlijk niet zo heel makkelijk.
Volgens Marieke moeten we dus op zoek naar een gamechanger. En misschien is die gamechanger wel simpelweg het stellen van duidelijke gezondheidsdoelen. Ik belde Jochen Mirauw maar eens op.
Hallo, met Jochen Mirau.
Hoi Jochen, je spreekt met Marnix Kluiters. Zoals ik jou even mailde, zou ik je graag wat vragen stellen over gezondheidsdoelen. Komt dat uit?
Jazeker, dankjewel.
Top, want jij bent hoogleraar. En vanuit welke optiek hou je met het gezondheidsproblematiek bezig?
Ja, ik ben inderdaad hoogleraar Economie van de Volksgezondheid. Bij de Rijksuniversiteit Groningen en het Universiteit Medisch Centrum Groningen.
Jochen vertelt mij dat er over de gezondheidsdoelen die er zijn... helemaal geen politieke verantwoordelijkheid wordt afgelegd. Dat is bijvoorbeeld wel het geval bij de rijksbegrotingen en de klimaatdoelen. Op deze manier worden er veel maatregelen bedacht, maar wordt de kloof niet kleiner.
Waardoor je dus ziet dat we in Nederland sinds mid jaren 80 eigenlijk... een cyclus hebben van het voeren van beleid om sociaal-economisch gezondheidsverschil te verkleinen. Dat begint meestal met de constatering dat de verschillen ontzettend groot zijn.
Dan is er maatschappelijke verontwaarding over hoe groot die zijn. Dan wordt er plechtig beloofd dat we ze gaan verkleinen. En dan een aantal jaar later komt er een nieuw rapport dat eigenlijk die verschillen nog weer groter zijn geworden. Weer die maatschappelijke verontwaarding.
Weer de ambitie uitspreken om te verkleinen. Maar uiteindelijk zijn ze alleen maar gestegen. Mijn pleidooi zou zijn, leg nou wettelijk vast dat er vanuit het kabinet verantwoording wordt afgelegd over de vooruitgang in het aantal gezonde levensjaren in Nederland en die sociaal-economische gezondheidsverschillen, leg dat wettelijk vast, dan komt er allerlei beleid uit. Want om dat te bereiken, zul je allerlei beleid moeten inzetten. En dat kan inderdaad die rookvrije generatie zijn, dat kan een suikertaks zijn, dat kan van alles en nog wat zijn. Maar het punt is dat je de uitkomst centraal stelt en niet de beleidsmiddelen om daar te komen. Want wat er anders dreigt te gebeuren is dat we heel veel beleid gaan verankeren in de wet. Dus dat overal schoolplein er ook vrij moet zijn, ongelooflijk belangrijk. Dat al die kinderen meer moeten sporten. Allemaal dingen gaan we allemaal wettelijk verankeren. Terwijl wat je zou willen is de uitkomst wettelijk verankeren, dat we daar naar streven. En hoe je dat bereikt, kun je ook overlaten aan de school of aan de gemeente waar iemand woont. Of ook aan de zittende minister. En zolang die doelen bereikt worden, is het prima welk beleid je maar in wil zetten. Waardoor je dus ook constant een mechanisme hebt. Als het beleid wat je dacht dat zou gaan werken, niet het gewenste effect heeft. Dat je het vrij gemakkelijk aan de kant kunt schuiven en een nieuw beleid kunt doen. En niet dat je er dan mee zit van ja, dit beleid werkt misschien niet.
Maar we hebben wettelijk verankerd dat we dit moeten doen. Beleid werkt misschien niet, maar we hebben wettelijk verankerd dat we dit moeten doen. Dus we gaan dat beleid blijven uitzetten totdat er weer een wetswijziging is. Zou mijn pleidooi dus zijn, doe het nou aan het begin.
Zorg ervoor dat je, net als bij de begroting en het klimaat, dat je die doelen vaststelt die je wil bereiken. Maar hoezo denkt Jochen dat als we deze doelen opschrijven in de wet, dat er dan ineens na al die decennia wel iets gaat veranderen?
Omdat we dan zullen merken dat het vele goed bedoelde beleid wat we doen, weliswaar een effect heeft, maar het effect te klein is. Dat het een beetje dweilen met de kraan open is. En dat we dan gaan nadenken over wat is nou de echte effectieve manier om die gezondheidsverschillen tegen te gaan. En die zitten er met niet in het allerlaatste stapje waar de burger de keuze maakt in de supermarkt op basis van de Nutri-Score om wel of niet A of B te kiezen.
Maar die zitten daar veel verder voor. Dus die zitten veel meer op het punt dat als je echt gezondheidsverschillen wil verkleinen, dan gaat het om, wat ik zei, armoedebestrijding, maar ook de omgeving waar mensen in zitten. De arbeidsomstandigheden waar mensen in zitten, heel belangrijke.
Dus hebben mensen stress op hun werk omdat ze misschien weer ontslagen worden. Je gaat veel meer naar die oorzaken kijken die grosso modo een heel groot impact hebben op de gezondheid.
Het stellen van doelen zorgt er dus voor dat we op zoek gaan naar de diepere oorzaak van de kloof. We gaan dus anders kijken. En dan komen er interessante zaken aan het licht.
Het is interessant om te kijken naar alle wat sociaal zwakkere wijken in Nederland. En sommige daarvan zijn eigenlijk best wel gezond. En datzelfde geldt ook voor individuen. En die vraag om te draaien, niet waar komt nou het verschil vandaan tussen die arme en die rijke wijken, of arme en rijke mensen, of mensen met een hoge en een lage opleiding, hoe je het maar wil doen. Maar veel meer de vraag, waarom zijn arme mensen eigenlijk gezond en waarom zijn eigenlijk arme wijken waar mensen gezond zijn is veel interessanter en dan zien we dat voor een groot deel misschien de oplossingen er al zijn misschien zijn die oplossingen er dus al gewoon en dan kom ik op het spoor van Marcel vonk als iemand weet hoe het is om met de gevolgen van armoede te moeten leven dan is hij het wel met maas vond hij Marcel je Marlies Kluiters. Ik wilde jou graag wat vragen stellen over sociaal-economisch gezondheidsverschillen. En ik werd op jou geweest omdat jij daar zowel in de praktijk mee te maken hebt gehad... als dat je daar ook andere mensen mee geholpen hebt nadat je er zelf uitkwam.
Dat klopt inderdaad. Ik ben zelf opgegroeid in armoede en daarna schulden ontwikkeld. En tegenwoordig zet ik mijn ervaringen in bij daklozen of daklozenpersonen hier voor dakloze jongeren.
Ja, want je bent ervaringskundige natuurlijk. Helaas denk ik ook vooral. Je zegt ik ben opgegroeid in armoede. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Hoe heeft jouw jeugd eruit gezien? Op dat moment zelf heb je het niet heel erg in de gaten. Ik ben een kind, dus alles wat er gebeurt is eigenlijk normaal. Als ik terug ga kijken naar mijn jeugd 4 kwam er een moment dat, dat wist ik helemaal niet als kind zijnde, maar ik moest naar het speciaal onderwijs toe. Waarom wist ik niet? Maar ik zou niet meekomen in de klas en heel veel stress, heel veel gedoe thuis, waardoor je als kind makkelijk afgeleid bent, niet meekomt, de stof niet makkelijk tot je neemt.
Tegenwoordig zouden we het een stresssymptoon noemen, maar toen de tijd was er iets mis met mij.
Als ik Marcel ongeveer een kwartier aan de lijn heb, denk ik dat ik een redelijk goed beeld heb gekregen over hoe het is om in armoede op te groeien. Dat blijkt toch nog vies tegen te vallen. Wat je eigenlijk schetst volgens mij is een leven waarin je opgroeit in armoede. Ik heb verslavingen voorbij horen komen. Ik heb voorbij horen komen dat je een ADHD noemde je het geloof ik, maar in ieder geval een stempel dat het aan jou lag dat je niet mee kon komen in de klas. Je gezondheid zat er niet bij zo goed bij. Heb ik dan een compleet verhaal geschetst of zijn dan nog allerlei zaken die ik mis op het gebied van gezondheid ik denk dat er nog heel veel mist in vanaf kind af aan ben je al bevattelijke want die stress is er altijd geweest dus ik ben altijd een beetje ziek geweest altijd wat zwakker geweest overgewicht gehad als kind wat ik net vertelde ik ging pas op latere leeftijd ook sporten als kind en dan kom je op vervolgens op een school terecht. Ben je ook weer wat vaker ziek. Want de lat ligt wat hoger. De stress thuis is ook hoger. Tot het moment dat thuis volledig mis dreigt te gaan. En dat is ook het moment dat de eerste tanden en kiezen bij mij getrokken werden. Omdat je gebit gaat er gewoon op achteruit.
Als je niet gezond leeft. In de loop der jaren banen verloren. Gewoon omdat je niks kan opbouwen. Omdat je best wel vaak ziek bent. niks kan opbouwen omdat je best wel vaak ziek bent. Daarnaast door verslaving ga je ook een angststoornis ontwikkelen. Ik kreeg op een gegeven moment moeite om in de bus te zitten, om zelfs op drukke fietspaden te fietsen. Terwijl je dan nog in de buitenlucht bent. Maar zodra er meer dan drie mensen in mijn buurt waren raakte ik in paniek. Hele hoge hartslag, beetje hyperventileren en zo snel mogelijk iets verzinnen om uit die situatie proberen te komen. Nou, dat draagt ook niet echt bij aan het oplossen van welk probleem dan ook. Een gebit wat steeds verder achteruit gaat, want tandenstokers kan je niet kopen want je hebt schulden. Tampen staan, nou ja, als je het niet hoeft te kopen hoeft het niet, dus poets je met water als je al poetst. Daarnaast eet je ongezond waardoor je gebit nog harder achteruit gaat. Wat voetpijn zorgt, je hebt bijna altijd hoofdpijn, energietekort. Eigenlijk gewoon een enorm naleven op zo'n moment.
Is de armoede dan het grote fundamentele probleem geweest in jouw leven voor al die gezondheidsklachten?
Nee, ik denk dat ergens ja, want er waren altijd tekorten wat voor stress zorgde. Maar ik denk dat de stress in de basis het grote probleem is. Had er voor mij eerder een mogelijkheid om te sporten geweest. Had ik misschien als kind minder druk in de klas geweest, minder afgeleid geweest, waardoor ik makkelijker mee had kunnen komen, waardoor ik niet naar het speciaal onderwijs had gehoeven en waardoor je eigenlijk niet met een 5-0, een 6-0, een 7-0, een 8-0 achterstand wordt, maar waardoor je mee kan doen en dat het misschien een 1-2-0 achterstand is die het op de... of dat het een 1- of 2-0 achterstand was gebleven in plaats van dat het verder achteruit is gegaan.
Toch zit het ook niet altijd tegen. Want precies op het moment dat Marcel op een 3, 4 of 5 nul achterstand dreigt te komen, komt er dit keer hulp uit onverwachte hoek.
Dus als reguliere huurder is er een project binnengekomen en daar was een sociaal beheerder. En ik miste mijn eerste maand huur. En na de eerste maand huur komt hij naar me toe. En ik zeg Marcel, ik zie dat je je huur hebt gemist. Dat betekent vaak ook dat je je zorgverzekering niet betaalt.
Je een schuld hebt bij je telefoonaanbieder en op nog wat plekken. Alles wat hij opnoemde kon ik wel beamen. Maar hij was heel afhoudend, want ik wou eigenlijk nog steeds niks met hem te maken hebben. Ik los het zelf wel op, want dat heb ik altijd moeten doen.
Maar het is interessant, want wat hij eigenlijk deed, was hij zag het niet als een vervelend iets, maar hij zag het als signaal dat het eigenlijk niet goed met jou ging ja en dat was de in de klopt inderdaad en dan was de eerste persoon niveau in maar als het om schuldiging die je zo naar kijk van huis uit naar mijn moeder dat schulden door was schuldig zijn slecht deurwaarden deurwaarden deurwaarden deurwaarden nog meer stress hoe anders was het dan nu dat iemand vertrouwen in je had dat je dingen welkom heel schizofreen om het zo te zeggen en de ene kant zijn er wordt een gevoel bevestigd wat je zelf al jaren hebt van ik kan het wel alleen ik krijg de ruimte niet. Maar je moet tegelijkertijd ook proberen te stappen uit gewoontes die je hebt opgebouwd.
Ik was ondertussen ook best wel verslaafd aan wiet. Ik rookte, dronk er af en toe bij, verloor allemaal baantjes. Dus lange termijn planning heeft er eigenlijk ook nooit in gezeten. Nadat je op een plek komt waar je eigenlijk al voor de komende vier jaar moet gaan bedenken, oké, wil ik dit?
Zo ja, hoe wil ik dit en waarom wil ik dit eigenlijk?
Marcel is mid-twintig als hij voor het eerst in zijn leven over de lange termijn na kan denken... in plaats van de zorgen van morgen. Hij denkt dat de stress die zijn laag sociaal-economische status opleverde... de bron is voor zijn gezondheidsklachten. Het blijft fascinerend. Waarom kunnen we in een land als Nederland, waar we zoveel zaken goed op orde hebben... dit probleem niet tackelen?
Dat is wel een hele goede vraag, maar niks. Want die stellen we onszelf van tijd tot tijd al heel erg lang. Maar het voelt soms alsof we niet echt stappen vooruit maken om er echt iets tegen te doen.
Ja, want in mijn zoektocht kwam ik erachter dat dit probleem al decennia lang speelt. Maar dat we toch niet echt in staat zijn om die kloof te dichten. Kim Putters, als voorzitter van de SER. Hoe kijk jij hier tegenaan?
Ja, volgens mij moeten we even terug naar wat is hier nu het dieperliggende probleem. Dan gaat het dus eigenlijk over structurele ongelijkheid in gezondheid. Dus structurele ongelijkheid ook in kansen om er iets tegen te doen. En dan heb je lange termijn maatregelen nodig. Maar er kunnen natuurlijk ook korte termijn maatregelen.
En vaak ligt alle aandacht op die korte termijn maatregelen. Bijvoorbeeld een belasting op ongezond voedsel. Of het introduceren van een uurtje meer sport op school. Maar tegelijkertijd lost dat niet de omstandigheden op...waarin juist mensen moeten leven, wonen, leren, studeren... als ze al van jongs af aan bijvoorbeeld in een stapeling van problemen zitten. Je ziet dat de politiek ook wel moeite heeft gehad al die jaren achter elkaar...om bijvoorbeeld te zeggen, ja, nu gaan we heel paternalistisch iedereen opleggen... dat je in plaats van een frietje bloemkool moet eten. En je ziet dat politiek gezien, politie aarzelen om die route op te gaan.
En dat snap ik. En daarom zeg ik ook, zorg nou dat je ook als je belastingmaatregelen neemt richting gezondheid, zorg ook dat je die structurele ongelijkheid aanpakt. En die zit hem dus in armoede.
Die zit hem in ongezonde gebieden waar mensen misschien ook in niet geïsoleerde woningen opgroeien en moeten wonen en leven. Dat soort structurele vraagstukken, die verdienen denk ik alle aandacht op dit moment.
Ja, en jullie houden je ermee bezig vanuit de SER. Jij bent voorzitter van de SER. Waarom is dit zo'n belangrijk thema voor jullie?
Om verschillende redenen. Uiteindelijk in de SER zitten de werkgeversorganisaties, dus de bedrijven in Nederland... en de werknemersorganisaties, de vakbonden, samen met kroonleden. Dat is de samenstelling van de Raad.
En gezondheid is ongelooflijk belangrijk voor een land waarin we streven naar arbeidsparticipatie voor heel veel mensen. Waarin we streven naar inclusieve economische groei. Dus dat betekent dat iedereen deelt in de welvaart van ons land en een eerlijke kans heeft om een goed leven op te bouwen.
Ja, en dat zijn natuurlijk de vraagstukken wij ons direct druk over maken marike knoef had het over dat we destijds de gamechanger wat ervoor zorgt dat de gezondheidswinst enorm was en zij zeiden we zijn op zoek naar nieuwe game changer heb je daar idee over nou een een voorbeeld van een game changer zou ook bijvoorbeeld de kinderopvang kunnen zijn we zien eigenlijk door de jaren heen dat we in Nederland een beetje jojo beleid hebben gehad ten aanzien van de kinderopvang vaak met het idee dat de beide ouders meer uren zouden moeten kunnen werken dus dan zie je de kinderopvang eigenlijk als een arbeidsmarkt instrument ten behoeven van de ouders maar je kunt ook kijken en de SER doet dat op die manier naar kinderopvang als een belangrijk element in de ontwikkeling van kinderen al op jonge leeftijd en we weten dat juist op jonge leeftijd ook de gezondheid van kinderen in hoge mate gestuurd en bepaald wordt al in de eerste duizend dagen maar zeker als je de opvang van kinderen al vanaf jonge leeftijd mogelijk maakt en in één lijn zet met ons onderwijssysteem, dan krijgen alle kinderen een eerlijke kans op ontwikkeling, op sociale contacten en kunnen ook docenten en de mensen die opvangen in de kinderopvang ook met elkaar echt kijken van hoe kunnen we voor dit kind de beste kansen en ontwikkeling bieden.
Nou, voor kinderen die in armoede op moeten groeien is dat van ongelooflijk grote waarde dat de kinderopvang toegankelijk is dat die veilig is dat er sociale contacten zijn nou dit is ook onderdeel van de aanpak van gezondheidsverschillen in mijn optiek en dit kan een game changer zijn en de minister beweegt maar nog niet helemaal in de richting zoals de serre graag ziet hoe zou jij zelf wat zou jij denken dat wat is trio van twee 2023 nou wat ik zo boeiend vindt aan die vergelijking is dat we ons allemaal voor kunnen stellen dat niet iedereen of niemand zijn eigen stukje riool is gaan aanleggen dus dat het echt een collectieve oplossing is geweest en ik denk daar daarbij waardigheid maar ook het voorkomen van stress dat die twee zaken hele belangrijke rol spelen maar met name ook dat we eens gaan waarderen wat iedereen voor elkaar doet ja we hebben natuurlijk in corona tijd met ze alles te klappen voor de zorg ja maar achteraf was het misschien meer cynisch dat we de mensen daar wel een keer gingen waarderen. Terwijl we dat structureel niet doen.
Interessant in wat je zegt. Daar ben ik het hardgrondig mee eens. Dat is dat we hier een collectief vraagstuk. Eigenlijk een collectieve verantwoordelijkheid dragen. Om de gezondheidsverschillen die uit elkaar lopen.
En steeds verder uit elkaar lopen. Om die aan te pakken. En dat is al een heel belangrijk punt wat je met elkaar moet maken. Namelijk, het is dus niet alleen maar jouw of mijn individuele verantwoordelijkheid om gezonder te eten en om meer te bewegen, maar de manier waarop wij onze systemen inrichten, onze arbeidsmarkt, onderwijs en de kinderopvang, hoe we omgaan met de leefbaarheid in sommige gebieden in ons land, dat zijn allemaal collectieve systemen die we moeten onderhouden en waarvan we moeten inzien dat die impact hebben op de gezondheid van mensen.
En dat vraagt als eerste al een startpunt om met elkaar te zeggen... we zien het ook als een collectieve verantwoordelijkheid. En ik zou het heel belangrijk vinden als dat punt gemaakt wordt...zowel door ons als de SER als door de politiek de komende jaren. Want dan kun je ook echt zeggen we hebben een aantal doelstellingen... en daar moet iedereen aan werken.
De uitvinding van het riool was een gamechanger waarmee in het verleden de gezondheid van mensen aanzienlijk verbeterde. In deze aflevering ging ik op zoek naar de gamechanger die we nu nodig hebben om de gezondheidsgeloof te dichten. Volgens Jochen Mirau moeten we niet de middelen, maar de doelen vastleggen in de wet.
En moeten we kijken waarom sommige arme mensen juist wel gezond zijn. Misschien dat we dan gaan inzien dat niet de armoede zelf, maar de stress die erbij komt kijken het probleem is. Eén ding is in ieder geval duidelijk. Zoals niemand zijn eigen stukje riool aanlegt, moeten we ook dit probleem als een gezamenlijke verantwoordelijkheid gaan zien.
Bedankt voor het luisteren naar Impact in de Polder. Lisanne van ‘t Riet was verantwoordelijk voor de redactie vanuit de Sociaal Economische Raad. Max Bogaart van On the Record Media deed de productie. En ikzelf, Marnix Kuiters, maker van de EcoSofie podcast, deed het onderzoek en de presentatie. Wil je meer afleveringen luisteren van Impact in de Polder? Vergeet je dan niet te abonneren in jouw podcast app. Tot de volgende keer.