Arbeidskrapte: kansrijke opties voor publieke sectoren
De huidige druk op publieke sectoren kan wel degelijk worden verlicht. Dat blijkt uit een recent uitgebracht advies van de SER. De werknemerstekorten in sectoren zoals zorg en onderwijs zijn tegen te gaan, stelt dit adviesrapport. Bijvoorbeeld door in te zetten op goed werkgeverschap en slimmer werken, maar ook door het potentieel van mensen die (meer uren) willen werken, te stimuleren.
Tekst: Nicole Gommers
Aan het woord
Eva Naaijkens, schoolleider Alan Turingschool in Amsterdam
Ronald van Weegen, directeur Zorg in de Wijk bij Cordaan in Amsterdam
Voldoende mogelijkheden
De krapte op de arbeidsmarkt treft ook de publieke sectoren hard. Het lukt niet om mensen te laten kiezen voor beroepen in deze sectoren en het is moeilijk werknemers te behouden. Dat heeft vanzelfsprekend grote gevolgen voor de samenleving en de brede welvaart. Aanleiding voor de voormalig minister van Defensie, Ank Bijleveld, om in 2020 advies te vragen aan de SER – mede namens de bewindspersonen van zes ministeries*.
Belangrijk onderdeel van dit onlangs verschenen SER-advies vormen pitches van leiders uit zorg en onderwijs over hun aanpak om arbeidsmarktkrapte tegen te gaan. Twee van hen – Eva Naaijkens, schoolleider van de Alan Turingschool in Amsterdam en Ronald van Weegen, directeur Zorg in de Wijk bij Cordaan in Amsterdam – vertellen over hun specifieke, succesvolle aanpak.
‘Lesgeven moet weer een ambacht zijn’
De Alan Turingschool is een Amsterdamse buurtschool die geldt als ‘excellent’: een predicaat voor scholen die zich onderscheiden op kwaliteit. Dat zat ooit anders, vertelt Eva Naaijkens. “In 2016 deed ik mee aan de Amsterdamse Scholenwedstrijd, voor een nieuw schoolconcept. Als een van de winnaars implementeerden we dit concept in een al bestaande basisschool (nu de Alan Turingschool) waar het op dat moment niet zo goed ging. Er waren veel leerlingen met leer- en gedragsproblemen, veel ouders en hun kinderen waren al vertrokken en het team kende weinig samenhang.” Naaijkens wist het tij te keren: de school deed de afgelopen drie jaar mee aan onderzoek van onafhankelijk onderzoeksbureau Klassewerkplek, waaruit steeds bleek dat collega’s met plezier werken en trots zijn op hun werk, terwijl ze weinig werkdruk ervaren. “We hebben geen moeite meer om vacatures in te vullen.”
Aanpak: de leraar centraal
“In ons schoolconcept staat de leraar centraal. Ik wil dat leraren gelukkig zijn. Wanneer je leraren faciliteert om hun vakmanschap tot uiting te laten komen, straalt dit immers meteen af op de leerlingen. Die leren het meest van een leraar die zich kan concentreren op het geven van goede lessen. Alles wat niet bijdraagt aan succesvol handelen in de klas, moet geschrapt worden. Daarin ben ik heel kritisch en rigoureus. Het maken van specifieke groepsplannen maar bijvoorbeeld ook het werken aan de leerlingenadministratie kost veel tijd. Dat doen we alleen als het noodzakelijk is – bijvoorbeeld voor een overdracht.
Daarnaast hebben we veel communicatie en processen gestandaardiseerd: van de uitnodigingen en voorbereidingen voor oudergesprekken tot de inhoud van rapporten en hoe vaak we ouders informeren. Binnen die kaders hebben leraren autonomie en kunnen ze zich op hun vak concentreren in plaats van alles eromheen. Het onderwijs bij de basis versterken, daar geloof ik in. Dat betekent ook dat je preventief handelt en achteraf geen pleisters hoeft te plakken. Zo heb ik ziektevervangingsgelden in kunnen zetten om een extra teamlid aan te nemen.”
Doel: uitblinken in vakmanschap en lesniveau
“We willen steeds verder professionaliseren en leraren ondersteunen bij het uitblinken in vakmanschap, maar bovenal ook het verschil maken voor kinderen. Zodat ze bijvoorbeeld een niveau hoger uit kunnen stromen. Wij willen een voorbeeld zijn op het gebied van leesvaardigheid. Daarom geven we trainingen aan docenten over effectief leesonderwijs en delen we onze kennis via het Onderwijskennis Netwerk Amsterdam dat toenemende laaggeletterdheid bij leerlingen aanpakt.”
Onze aanpak om het onderwijs weer aantrekkelijk te maken komt overeen met de oplossingen die gepresenteerd worden in het SER-advies. Het onderwijs zou vooral goed werkgeverschap op nummer één moeten zetten. Richt je niet alleen op het werven van nieuwe mensen, maar houd mensen vast en koester de kennis in de organisatie. Scholen die zorgen dat lesgeven weer een ambacht wordt en dat leraren de tijd hebben om hun vak goed uit te voeren, zullen merken dat er weer meer animo voor dit mooie beroep komt.”
‘Met meer uren werken, bieden we een aantrekkelijkere werkdag’
De Amsterdamse zorgorganisatie Cordaan biedt zorg en ondersteuning aan mensen die verpleging, verzorging, begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Er werken zo’n zesduizend medewerkers: onder meer verzorgenden, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en artsen. Het onderdeel Zorg in de Wijk, verantwoordelijk voor thuiszorg, is in het voorjaar van 2022 begonnen met een traject van Het Potentieel Pakken. Dat is een non-profitorganisatie die met onderbenut potentieel de arbeidsmarktkrapte wil aanpakken door contractuitbreiding. Daar is veel animo voor, merkt directeur Ronald Van Weegen.
Aanpak: contractuitbreiding op maat
“Sinds wij samen met Het Potentieel Pakken onze pilot voor contractuitbreiding startten, zijn we met andere ogen naar zorgverlening gaan kijken. De thuiszorg is traditioneel georganiseerd rondom piekmomenten in de ochtend en avond. Sommige zorg moeten onvermijdelijk op vaste tijdstippen leveren, zoals hulp bij het innemen van medicatie. Maar we verlenen óók zorg die – in overleg met de cliënt – op andere momenten kan plaatsvinden. Denk aan wondzorg, zwachtelen of douchen. Door daar beter naar te kijken, kunnen we andere roosters maken. We bieden medewerkers dan een langere en mede daardoor aantrekkelijkere werkdag aan.
De ontwikkeling van deze aanpak begon met een enquête, waarin 18 procent van de medewerkers aangaf zeker interesse te hebben in contractuitbreiding. 28 procent had ‘misschien interesse en wilde erover nadenken’. Daarop volgden onder andere een-op-eengesprekken, uitgebreide voorlichting over de financiële effecten van contractuitbreiding en uiteindelijk een creatievere invulling van de roosters. Van de collega’s die aanvankelijk interesse toonden, werkt in de pilotgroep nu zeven procent gemiddeld drieënhalf uur meer per week. Dat staat gelijk aan twee fte.”
Doel: aanwezig potentieel benutten
“Voor ons was het belangrijk om in de pilotfase te leren hoe we contractuitbreidingen konden realiseren, om dit vervolgens organisatiebreed toe te passen. Cordaan gaat deze aanpak nu hanteren binnen alle Amsterdamse stadsdelen. Vooral de een-op-eengesprekken, die draaien om de vraag of het aantal contracturen nog passend is, willen we blijven voeren. In het jaarlijkse functioneringsgesprek kwam die vraag tot nu toe niet ter sprake, terwijl dit echt de missing link bleek.
We willen onderzoeken of onze medewerkers in andere stadsdelen ook meer willen gaan werken. Als er iets verandert in de thuissituatie, bijvoorbeeld kinderen die naar de basisschool gaan, is daar vaak ruimte voor. We moeten mensen er bewust van maken dat de mogelijkheid er is én dat het vaak loont. Van veel collega’s krijgen we terug dat ze niet wisten dat uitbreiding mogelijk was, en dat de nieuwe roosters bijdragen aan een betere balans tussen werk en privé, omdat ze in langere aaneengesloten blokken werken. Managers geven aan dat er veel meer mogelijk blijkt dan van tevoren gedacht, als je het gesprek maar aangaat. Deze nieuwe manier van kijken naar werk past bij veel meer typische deeltijdomgevingen, zoals de kinderopvang en schoonmaak. Het sluit naadloos aan op het SER-advies: goed werkgeverschap, slimmer organiseren en het benutten van het potentieel in je organisatie.”
*Ministerie van Binnenlandse Zaken, ministerie van Justitie en Veiligheid, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.