Bij het oplossen van maatschappelijke problemen als de klimaatcrisis, kansenongelijkheid en mentale gezondheid is de inbreng van jongeren onmisbaar. Dat zegt Kimberley Snijders, voorzitter van de Nationale Jeugdraad en het SER Jongerenplatform. “Jongeren moeten het langst leven met de impact van besluiten die we nu nemen.”
Tekst: Nicole Gommers | Leestijd: 4 minuten
Ze is nog maar 22 jaar, maar desalniettemin heeft Kimberley Snijders al aardig wat crises meegemaakt. Denk aan de economische crisis van 2008, de coronapandemie, de problemen op de woningmarkt en de klimaatcrisis. Of dat haar gevormd heeft? “Ik denk dat deze crises mij en mijn hele generatie bewust hebben gemaakt dat problemen aangepakt moeten worden, omdat ze elkaar versterken. Neem de discussie over bestaanszekerheid; de klimaatcrisis voegt daar een hele nieuwe dimensie aan toe. Want als er niks structureels verbetert aan het klimaat is er straks überhaupt geen sprake van bestaan meer. Van jongeren hoor ik dat ze net als ik denken: hé, waarom worden we nu overvallen door problemen die we deels konden voorzien? Laten we vanaf nu verder vooruitkijken.”
Als strijder voor kansengelijkheid heeft Snijders een duidelijke wens: jongeren meer betrekken bij beleid. “Doordat jongeren zich zorgen maken over de toekomst of direct consequenties ervaren van de huidige crises, stellen ze allerlei belangrijke mijlpalen uit. Zo is uit huis gaan ingewikkeld met de huidige woningmarkt, dus samenwonen of een gezin stichten gebeurt later. Ook blijkt uit onderzoek dat het met de mentale gezondheid van jongeren niet goed gaat. Dat is zorgelijk.”
Andere generaties inspireren
De maatschappelijke problemen van nu hebben impact op jongeren, en juist daarom zouden jonge generaties mee moeten praten over de aanpak van onder meer de klimaat- en woningcrisis en kansenongelijkheid. Zo kunnen ze bijdragen aan het realiseren van brede welvaart met speerpunten als (mentale) gezondheid, sociale cohesie en veiligheid. Snijders “Gehoord worden is een recht, opgenomen in het Kinderrechtenverdrag van de VN.”
‘De vergrijzing bijvoorbeeld gaat óók over ons’
Los daarvan biedt het ‘jongerenperspectief’ veel voordelen. “Jongeren voelen veel maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarmee kunnen ze ook het verantwoordelijkheidsgevoel van andere generaties verder versterken en anderen inspireren. Vergrijzing bijvoorbeeld gaat óók over ons. Dus willen we oplossingsgericht meedenken over hoe jong en oud samen kunnen wonen in 2050, zodat die zorg niet alleen op de overheid neerkomt. Het is enorm belangrijk dat dit soort gesprekken tussen generaties plaatsvinden, zodat bestaande crises niet nog groter worden. Dáár zit de winst.”
Regie geeft houvast
Snijders merkt dat de bereidheid om de stem van jongeren te horen in de praktijk vaak nogal tegenvalt. “Ik ervaar best wat weerstand, bijvoorbeeld als ik wijs op het verantwoordelijkheidsgevoel van jongeren. Dat wordt door oudere generaties soms als aanval gezien: alsof zij geen verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Terwijl het er juist om gaat om elkaar te versterken en om de stem van jongeren als gelijkwaardig te beschouwen.” Ook dat laatste is niet vanzelfsprekend: “Als ik ervoor pleit het stemrecht te verlagen naar 16 jaar, dan is het antwoord vaak dat jongeren nog niet voldoende politiek bewustzijn hebben of niet goed geïnformeerd zijn. Daarbij wordt vergeten dat datzelfde evengoed geldt voor sommige veertigers.”
Als Snijders haar zorgen over de mentale problemen van jongeren aankaart, wordt er soms zelfs gesneerd: “Zo van: ‘Oh, jullie kunnen tegenwoordig ook niks meer aan.’ Of: ‘Dan moet je zeker niet mee willen praten hoor, want dat zorgt voor nog meer stress.’ Jongeren maken zich grote zorgen over hun toekomst, dat is iets anders dan niks aankunnen. En meer regie krijgen over je eigen leven door mee te praten, dat geeft juist houvast.”
Veel gaat ook al wél goed: “Ik ben heel trots op de hoeveelheid jongerenorganisaties die zich inzetten voor beter klimaatbeleid. Jongeren krijgen een steeds betere positie om dat beleid te beïnvloeden, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Steeds vaker wordt bij beleidsvorming een generatietoets toegepast. Jongeren kunnen vanuit het SER Jongerenplatform belangrijke zaken agenderen. Het SER Jongerenplatform vormt een mooie brug naar de overheid en kan de overheid helpen jongeren te betrekken bij bepaalde opgaven.” Snijders wil de participatie van jongeren het liefst verankeren. “Jongeren zijn nog te afhankelijk van bijvoorbeeld een betrokken beleidsmedewerker, bewinds- persoon of raadslid. We moeten meer kennis delen over het succesvol vormgeven van jongerenparticipatie en jongeren een vaste plek geven bij beleidsvorming, zowel binnen de overheid als binnen organisaties. Jongerenparticipatie gebeurt niet vanzelf. Als we er meer in investeren, kunnen we ook de jongeren bereiken die niet van huis uit leren praten over politiek en maatschappelijke ontwikkelingen.”
‘Jongeren voelen veel maatschappelijke verantwoordelijkheid en kunnen anderen daarmee inspireren’
Snijders wil daarnaast dat er een Nationale Jeugdstrategie komt; een advies van het SER Jongerenplatform waarvoor ook de Nationale Jeugdraad – een koepel van 35 jongerenorganisaties – zich hard maakt. De jeugdstrategie moet de positie van jongeren op de korte, maar vooral ook op de lange termijn, structureel verbeteren. De Tweede Kamer heeft deze zomer ingestemd met een motie voor de formulering van de strategie.
Samen met jongeren werkt de SER aan de toekomst van Nederland. Het SER Jongerenplatform, waarin diverse jongerenorganisaties vertegenwoordigd zijn, bestaat sinds 2015 en adviseert over maatschappelijke vraagstukken en toekomstbestendig beleid. De adviezen kunnen altijd rekenen op veel support van jongeren.