“We willen hernieuwbare energie produceren met respect voor mens en milieu”
De productie van wind- en zonne-energie neemt de komende jaren fors toe. Dat is goed nieuws, maar brengt ook risico’s met zich mee. Bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu. De ondertekenaars van het IMVO-convenant voor de Hernieuwbare Energiesector slaan de handen ineen om misstanden aan te pakken. Ørsted, producent van windparken op zee, is een van hen.
Tekst: Berber Bijma
Aan het woord
Joel Frijhoff, Lead Sustainability Advisor bij Ørsted
Ørsted wil verantwoord omgaan met mens een milieu. Het Deense energiebedrijf, met ook een vestiging in Nederland, doet al vele jaren onderzoek naar de eigen productieketen en de aanpak van misstanden daarin. Ørsted ontwikkelt, bouwt en exploiteert windparken op zee, waaronder het Nederlandse windpark Borssele 1&2, dat 1 miljoen Nederlandse huishoudens van stroom voorziet.
De OESO-richtlijnen voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) zijn voor Ørsted een van de pijlers onder het IMVO-beleid. “Het is voor ons belangrijk dat de klimaattransitie niet ten koste gaat van een verantwoorde bedrijfsvoering. We willen hernieuwbare energie produceren met respect voor mens en milieu”, vertelt Joel Frijhoff vanuit Kopenhagen. Frijhoff is Lead Sustainability Advisor bij het Deense moederbedrijf.
Ørsted was in het voorjaar van 2023 een van de ondertekenaars van het IMVO-convenant voor de Hernieuwbare Energiesector (zie kader). “Het convenant heeft voor ons zeker meerwaarde, ook al werken we al volgens de OESO-richtlijnen”, vertelt Frijhoff. “We kunnen onszelf straks vergelijken met andere bedrijven door de due diligence monitoring, een uniforme rapportageverplichting die bij het convenant hoort. Bovendien kunnen we als ondertekenaars samen optrekken om misstanden te verbeteren én daarvoor samenwerken met maatschappelijke organisaties, die de situatie op de werkvloer van onze leveranciers vaak beter kennen.”
Veel misstanden kun je alleen samen aanpakken
De toeleveringsketens van metalen in de hernieuwbare energiesector zijn complex en op veel punten weinig transparant. Dat maakt verantwoord ondernemen een grote uitdaging. Frijhoff: “Wij kennen onze leveranciers, en soms ook de leveranciers van onze leveranciers. Maar voor bijvoorbeeld sommige metalen zijn de ketens nog vele malen langer. Dan is het heel moeilijk het geheel in beeld te krijgen, ook omdat informatie soms concurrentiegevoelig is.”
“Sommige misstanden kun je alleen met meerdere partijen aanpakken”
Wat verantwoord ondernemen verder bemoeilijkt, is dat Ørsted duizenden leveranciers heeft, vertelt Frijhoff. Via bestaande richtlijnen en initiatieven werkt het bedrijf al aan het opsporen van de grootste risico’s. “We hebben een op risico gebaseerde aanpak: we kijken naar wat er bekend is over de risico’s in het betreffende land en bij het soort werk dat deze leverancier doet – bijvoorbeeld laaggeschoolde fysieke arbeid. Als blijkt dat er een groot risico is op misstanden, doen we daar onderzoek naar. Dat doen we door bijvoorbeeld informatie te verzamelen van de leveranciers en door middel van interviews met arbeiders. Daarvoor gebruiken we een externe partij, zodat de interviews in hun eigen taal kunnen plaatsvinden.”
Soms zijn misstanden moeilijk aan te pakken. “Denk aan de massale en kwalitatief slechte huisvesting van sommige migrantenarbeiders in Singapore, die daarbij soms meer dan 60 uren per week werken. Dit is een situatie die we alleen met meerdere partijen kunnen aanpakken, zoals via het IMVO-convenant.”
Onze verantwoordelijkheid
Een belangrijk risico in de productieketen van Ørsted zit in de mijnbouw. Veel metalen die in windmolens worden verwerkt, komen uit mijnen in landen met een verhoogd risico op matige of slechte arbeidsomstandigheden. Frijhoff: “Voor ons bedrijf zijn koper en staal belangrijke metalen. Om de klimaatdoelen te halen, hebben we daar de komende jaren fors meer van nodig. Een deel daarvan zal komen uit de landen met een hoog risico op misstanden voor mens of milieu. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid daar onderzoek naar te doen. Via het wereldwijde Initiative for Responsible Mining Assurance werken we daar al aan, samen met onder meer de auto- en techsector. Daarnaast brengen we momenteel bijvoorbeeld onze koperketen in kaart met behulp van block chain – een methode die ketens digitaal vastlegt en die je niet kunt manipuleren. In onder meer de autobranche is daar ervaring mee opgedaan. Ook zijn we bezig onze staalketen in beeld te brengen. Die is veel overzichtelijker; daarbij werken we met vragenlijsten en dialogen. De lessen die wij halen uit dit soort initiatieven willen we delen met de medeondertekenaars van het IMVO-convenant, zodat we van elkaar kunnen leren en samen kunnen optrekken.”
“Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om onderzoek te doen naar misstanden”
Een van de plichten die bij het IMVO-convenant hoort, maar ook bij Europese wetgeving die in de maak is, is rapporteren over de stand van zaken in de eigen keten en over de plannen om misstanden daarin aan te pakken. “Wij pleiten voor zoveel mogelijk gelijke rapportageverplichtingen op nationaal en Europees niveau”, zegt Frijhoff. “Daarmee zorgen we ervoor dat rapporteren een middel blijft om in actie te komen, in plaats van een doel op zich.”
Niet op onze handen gaan zitten
Verantwoord ondernemen in lange en onoverzichtelijke ketens is enorm complex, zegt Frijhoff. “Maar dat het niet gemakkelijk is, is geen reden om er niet aan te beginnen en op je handen te gaan zitten. Ik hoop dat de complexiteit kleinere bedrijven, zonder eigen IMVO-afdeling, niet afschrikt om het convenant ook te ondertekenen. Het doel van het convenant is niet afstraffen, maar samenwerking zoeken. Een handtekening kan een laagdrempelige stap zijn naar het volgen van wetgeving op het gebied van ketenverantwoordelijkheid.”
Meer lezen? Zicht op verschijnt ook 4 keer per jaar als papieren tijdschrift.
Het IMVO-convenant voor de Hernieuwbare Energiesector, dat op 6 maart 2023 is ondertekend, is bedoeld om mensenrechtenschendingen en milieuschade in de sector gezamenlijk aan te pakken en te voorkomen. Het convenant is ondertekend door zonne- en windenergiebedrijven, brancheorganisaties, de Nederlandse overheid, kennisinstituten, ngo’s en vakbonden. Het convenant heeft een looptijd van vijf jaar.